“Als jij één verkeerd woord tegen de politie zegt, dan schiet ik de benen onder je lijf vandaan. Dan zit je de rest van je leven in een rolstoel. Het is een kwestie van twee kogels. In allebei je benen één. Pang pang.”
De rechter leest de bedreiging voor alsof hij de tafel van zes opdreunt. Dan kijkt hij de 72-jarige verdachte aan.
“Heeft u dat gezegd?”
“Dat heb ik zeker níet gezegd,” beweert Willem*. “Dat meisje spoort niet. Ze beschuldigt iedereen in het wilde weg. Ze verzint het waar je bij staat.”
“Er is een getuige die haar verhaal vrijwel letterlijk bevestigt,” zegt de rechter.
“Allemaal leugens,” houdt Willem desondanks vol.
Willem houdt paarden en verhuurt stalruimte aan andere paardenbezitters. Dagelijks is het een komen en gaan van mensen op zijn erf. Linda is een van hen. Drie jaar lang verzorgde ze belangeloos een van Willems paarden. In het begin was dat nog naar zijn volle tevredenheid, maar al snel begon ze zich volgens Willem te ontpoppen tot een lastpak, een roddeltante en een onruststoker. Wekelijks hadden de twee ruzie. Ook deze keer was het weer prijs. Volgens de aangifte die Linda die dag deed, kwam Willem dreigend en met wild zwaaiende armen op haar af.
“Waar ging die ruzie over?” vraagt de rechter.
“Ik weet het niet meer,” zegt Willem, “maar voor mij was het de druppel.”
“Volgens Linda ging het over een man die jullie allebei kennen,” weet de rechter.
“Zijn paarden stonden bij u in de stal terwijl hijzelf een flinke gevangenisstraf uitzat.”
“Gratis en voor niets,” zegt Willem.
“Ik heb nooit een kwaad woord over die man gezegd.”
“Weet u ook waarvoor hij destijds is veroordeeld?” vraagt de rechter.
“Geen idee,” zegt Willem. “Dat zijn mijn zaken niet.”
“Linda zegt in haar aangifte ook dat zij ‘dingen over u weet’. Dingen waarvan u bang bent dat ze naar buiten komen.”
“Onzin!” bijt Willem ineens fel van zich af. “Ik had met die hele zaak niets te maken!”
“Dus u wist wél waar die zaak over ging?”
“Nou ja,” hapert Willem. “Een beetje...”
Ontucht
De man over wie de ruzie ging, werd veroordeeld voor ontucht met jonge meisjes. Het wordt tijdens de zitting niet met zoveel woorden gezegd, maar de goede verstaander kan niet anders dan eruit opmaken dat Linda gesuggereerd zou hebben dat ook Willem bij die zaak betrokken zou zijn geweest. Met zijn dreigement om allebei haar benen eraf te schieten tot gevolg.
Maar juist op het moment dat Willem zo goed als schaakmat lijkt te staan, roept zijn advocaat een getuige naar binnen. De vrouw blijkt een vriendin van Linda te zijn. Tegenover haar zou Linda hebben toegegeven dat ze het hele dreigement verzonnen heeft. Ze kan ze zo snel niet overleggen, maar ze zegt over Whats-Appberichten van Linda te beschikken die dat bevestigen. De getuige zou met haar samenspannen.
Willem zit nog altijd onveranderd met zijn armen stijf over elkaar, maar toch lijkt hij nu iets triomfantelijks over zich te hebben. Het is een radicale wending in de zaak. Als die tekstberichten inderdaad bestaan dan zou het zomaar kunnen dat niet Willem hier moet zitten, maar Linda vanwege het doen van een valse aangifte. De rechter kan niet anders dan de bewering grondig te laten onderzoeken. Tot die tijd wordt de zaak aangehouden.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd
- Petra Urban