Bijna een half uur heeft Ricardo* (45) op de gang roerloos voorovergebogen gezeten, met zijn handen voor zijn ogen. Wachtend tot de pil ging werken. Uitgerekend nu hij voor de politierechter moet verschijnen speelt zijn migraine op. Veel ellendiger kan een mens niet uit zijn ogen kijken, maar toch slaat Ricardo het aanbod van de rechter om de zaak een ander keer te behandelen resoluut af. Hoofdpijn of niet, hij wil de kwestie nú uit de wereld hebben.
Als Jehova’s getuige had hij het volste recht om bij een verkeerscontrole niet mee te werken aan een bloedonderzoek, vindt hij nog altijd. Zijn geloof verbiedt het om bloed te laten afnemen, en waarom zou hij zondigen? Omdat een paar aardse agenten dat zeggen? Ricardo peinsde er niet over.
“U heeft anders wel een goed gevuld strafblad,” stelt de rechter vast. “Mag dat allemaal wel van uw geloof?”
“Dat heeft met mijn geloof niets te maken, mevrouw,” zegt de dakloze Ricardo met een dik Antilliaans accent. “Ik moet gewoon eten. Bovendien ben ik bang voor naalden. Ik ken verhalen van mensen die doodziek werden nadat ze waren geprikt. Zomaar ineens. Doodziek. Ik ben geen vriend van naalden. Ik wou wel meedoen aan een urinetest, maar dat vonden ze niet goed genoeg.”
Aan een speekseltest deed hij op verzoek van de agenten wel mee. Het resultaat daarvan deed vermoeden dat Ricardo onder invloed was van cannabis, maar om dat met zekerheid te kunnen zeggen was een bloedtest noodzakelijk.
“Was u onder invloed?” vraagt de rechter.
“Ik was hartstikke nuchter,” zegt Ricardo terwijl hij hard in zijn ogen wrijft. “Ik had alleen een cannabislolly op.”
“Dan was u dus niet nuchter,” corrigeert de rechter hem.
“Dat is gewoon snoep,” zegt Ricardo. “Daar word je toch niet stoned van?”
“Cannabislolly’s zijn niet gewoon snoep, meneer. Er zit THC in en THC tast het reactievermogen aan. Dan mag je dus niet meer autorijden.”
‘Ik vind sowieso dat de straffen in Nederland veel te hoog zijn’
“Zoveel had ik niet op,” verdedigt Ricardo zich.
“Maar dat kunnen wij niet nagaan omdat u weigerde mee te werken aan een bloedonderzoek. Misschien had u slechts één keer aan zo’n lolly gelikt, misschien had u er wel twintig op. Nu hangt u een boete boven het hoofd van 1000 euro. Plus negen maanden rijontzegging. Dat zijn de richtlijnen. Wat vindt u daarvan?”
Driftig schudt Ricardo zijn zere hoofd. “Ik vind dat véél te veel. Ik heb geen mensen in zee gegooid of zo. Of mensen aan de ketting gelegd. Ik vind sowieso dat de straffen in Nederland veel te hoog zijn. Die mogen weleens een beetje worden aangepast. Jullie maken mensen helemaal loco. Het was een lolly, mevrouw. Geen heroïne of zo. Een lólly.”
Een geloofsovertuiging, welke geloofsovertuiging dan ook, is geen rechtsgeldige basis om een politieonderzoek te frustreren, legt de rechter uit. Een angst voor naalden evenmin. Voor het niet meewerken aan een bloedonderzoek krijgt Ricardo een taakstraf van veertig uur en negen maanden ontzegging van de rijbevoegdheid.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.
- Jochem Davidse
- Petra Urban