Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Crime to Go - In gesprek met ex-crimineel Eric: 'De bajes is een criminele Universiteit!'

Gedurende zeven weken rijdt Panorama-verslaggever Hettie Vos in haar Biro-karretje door Amsterdam. Naast haar zit een bekende of een minder bekend persoon die iets met misdaad heeft. Een voormalig crimineel, een politieagent, een advocaat of een misdaadjournalist. Deze week aflevering 7 met ex-crimineel Eric die 25 jaar in de misdaad vertoefde.

Crime to Go - In gesprek met ex-crimineel Eric: 'De bajes is een criminele Universiteit!'

Eenmaal binnen en helemaal gesetteld in mijn Biro steekt Eric meteen van wal: “Ik kijk niet met trots terug op mijn leven.” Dat is niet zonder reden, want Eric heeft een imposant strafblad vol met inbraken, mishandelingen, drugs, vuurwapenbezit en gewapende overvallen. Zijn criminele ‘carrière’ begon toen hij dertien jaar oud was.

“Het startpunt was de scheiding van mijn ouders. Toen stak ik een dikke middelvinger naar ze op en begon ik tegen het leven aan te schoppen. Van het één kwam het ander. Je begint klein en voor je het weet, loop je met een wapen rond. Maar ik ben pas écht in de zware misdaad terechtgekomen nadat ik de eerste keer vast had gezeten voor zestien mishandelingen, straatroof, inbraak, voorbereiding van een overval en vuurwapenbezit. Ik was toen 19 jaar.

In de bajes heb ik echt ‘de wetten’ van de criminaliteit geleerd. Daar heb ik mijn criminele netwerk opgebouwd. Ik was continu bezig met telefoonnummers verzamelen. Zodra ik op vrije voeten kwam, werd ik opgevangen door mijn contacten. Ik kon meteen aan de slag voor de mensen uit de bajes waar ik eenmaal buiten hand- en spandiensten voor verrichte. Ik deed alles wat God verboden had. Ik had er geen moeite mee om een pistool op iemands hoofd te zetten als dat nodig was, bijvoorbeeld als ik ergens geld moest ophalen. Ze konden van mij allemaal de rottering krijgen en dan heb ik het over criminelen onder elkaar. De bajes noem ik ook wel de criminele universiteit. Daar heb ik mijn ‘opleiding’ genoten. Dat is het voor mij in ieder geval geweest.” Eric heeft vijf keer vastgezeten.

De laatste lange straf was vijf jaar. Hij werd veroordeeld voor een gewapende overval. Drie jaar heeft Eric daarvan uitgezeten. “In de gevangenis wordt alles opgelost met agressie. Het gaat dan vooral om de omgang van gedetineerden onder elkaar. Niet alleen buiten, maar ook binnen moet je continu over je schouder kijken. Ik heb drie keer een mes in mijn donder gehad. Als je iemand op z’n hoofdje klopt, moet je oppassen dat je niet iets tussen je ribben hebt zitten. Logisch. Maar stoere criminelen bestaan niet. Ze zitten allemaal te huilen achter die deur. Het leven gaat door, behalve voor jou.”

De ommekeer

Bij Eric kwam de ommekeer op het moment dat hij geconfronteerd werd met het leed dat hij zijn slachtoffers had aangedaan. Daarvoor was hij gewetenloos, zoals hij zelf zegt. “Mijn gevoelsleven stond op een heel laag pitje. Dat had ik eigenlijk min of meer uitgeschakeld. Mijn laatste gewapende overval was op een supermarkt in 1992 in IJmuiden. Het was rond Sinterklaastijd, begin december. Samen met m’n partner in crime stormden we met bivakmutsen op na sluitingstijd de supermarkt binnen. Voor we het wisten, lagen er acht mensen op de grond die we met tiewraps hadden vastgebonden. Ik ben toen een sinterklaasliedje gaan zingen. Pure intimidatie natuurlijk. Ik wilde zo mijn slachtoffers duidelijk maken dat ik gek in m’n hoofd was en dat ze dus maar beter niks konden proberen.”

Met de inhoud van de kluis verlaten Eric en zijn maat de supermarkt. Niet veel later wordt Eric opgepakt. Een van de slachtoffers, een supermarktmedewerkster, herkent Eric tijdens een osloconfrontatie.

Tijdens zo’n confrontatie moet een getuige van een misdrijf op het politiebureau de dader aanwijzen uit een aantal opgestelde mensen. En dan gaat het goed mis. De vrouw herkent Eric niet alleen, maar valt zelfs flauw als ze hem ziet. De impact van de overval is voor haar zo heftig geweest dat ze niet meer naar haar werk durft te gaan, niet meer kan slapen en daardoor niet meer goed voor haar gezin kan zorgen. Dit blijkt later als Eric de verklaringen van de vrouw leest. “Die vrouw is nooit meer uit m’n hoofd gegaan. Ik vond dat zo erg om te lezen. Ik heb daar toen echt een traantje om gelaten. Ik kreeg ook zo’n last van m’n geweten. Toen is er een switch in mijn hoofd gekomen. Dat kwam door die onschuldige vrouw die zo getraumatiseerd was door mijn toedoen. Vreselijk vond ik het. Dat zijn demonen waar ik tot op de dag van vandaag last van heb gehouden. Crimineeltjes pijn doen, vind ik tot daaraan toe, dat is het risico van het vak, maar onschuldige mensen iets aandoen die gewoon naar hun werk gaan, is echt walgelijk. Daar ben ik me vanaf dat moment meer dan ooit bewust van geworden.”

Uit de criminaliteit

Er volgt een periode dat Eric aan de klauwen van de onderwereld probeert te ontsnappen, maar dat is niet makkelijk. “In 2005 ben ik er pas echt helemaal uit gestapt. Dat is heel moeilijk geweest. Als je zoals ik 25 jaar in de cultuur van de criminaliteit en het gevangenisleven heb geleefd, moet je helemaal opnieuw beginnen. De enige manier is om de ene wereld te verruilen voor de andere wereld. Letterlijk. Ik moest bijvoorbeeld opnieuw met mensen leren omgaan. Vroeger loste ik alles met agressie op. Dat kan natuurlijk niet meer. Daarbij loop je ook nog eens tegen een muur op omdat je nergens aan het werk komt.

Je moet tegenwoordig overal een VOG (Verklaring Omtrent het Gedrag, red.) overhandigen. Die heb ik niet. Je kunt steeds opnieuw een VOG aanvragen, maar de voorwaarde is dat je vijf jaar niet met justitie in aanmerking bent gekomen. Volgend jaar ga ik het weer proberen.”

EPJO

Eric werkt wel, maar dat is in het kader van het Educatief Programma Jongeren (EPJO). Dat is een interactief lesprogramma ontwikkeld door de politie en de Peter Faber Stichting voor leerlingen van groep acht van de basisschool en het voortgezet onderwijs.

Het landelijke programma is gericht op misdaadpreventie en het tegengaan van radicalisering. Politiemedewerkers en exgedetineerden staan voor de klas en gaan met de leerlingen in gesprek. Eric is hier door de politie persoonlijk voor gevraagd.

“Kijk, ik heb mijn jeugd verkloot. Spijt, spijt, spijt, dat is wat ik heb van de foute keuzes die ik heb gemaakt. Criminaliteit is namelijk een keuze en heeft niks met kleur of afkomst te maken. Kijk naar mij, ik ben zo wit als het maar kan en ik kom uit een goed nest. Gelukkig heb ik de liefde in mezelf terug kunnen vinden. Er zijn zat criminelen die dat niet kunnen of daar de kans niet toe hebben gehad, omdat ze er simpelweg niet meer zijn. Ik wil kinderen waarschuwen om niet de keuzes te maken die ik wel heb gemaakt. Volg je hart, volg je dromen, maak je eigen keuzes. Bezwijk niet onder groepsdruk. Dat probeer ik zo’n klas mee te geven. Het is van essentieel belang dat kinderen op tijd inzicht krijgen in oorzaak en gevolg van hun handelen en keuzes.

Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor hun omgeving en eventuele slachtoffers. Je ziet dat veel excriminelen in de Heer zijn en het geloof als missie zien.

Het EPJO-programma is het mijn missie geworden. Mijn geloof. Kinderen zijn namelijk de toekomst.”

Wat zou je tegen de Eric van dertien jaar oud nu zeggen? “Ik zou hem een stomp voor zijn harses met geven.”

Misdaad
  • Hettie Vos
  • Hettie Vos