Je bent al een tijdje niet meer actief in de voetbalwereld. Mis je het al?
“Totaal niet. Ik had het misschien wel gemist als ik niet bij Ziggo Sport zat, de zender waar ik onder meer de wedstrijden in de Premier League en de Champions League analyseer. Maar op dit moment – met de baan die ik nu heb – kan ik prima zonder.”
Vaak gehoord: de voetbalwereld is een slangenkuil. Klopt dat?
“Zonder meer. Dat komt doordat de voetbalwereld van iedereen is. En dus bemoeit iedereen zich er ook mee.”
Daar weet je inmiddels alles van.
“Klopt, wat twee jaar geleden bij FC Twente gebeurde, toen ik als technisch directeur echt op eieren moest lopen, was natuurlijk niet leuk. Ik bedoel: een hoffelijk streven, hoor, om supporters in het hoogste orgaan mee te laten praten, maar daardoor lag er wel om de haverklap heel vertrouwelijke informatie op straat. En dat maakte het, en dan druk ik me heel voorzichtig uit, heel lastig werken.”
Met als dieptepunt het duel met Willem II, toen je uit voorzorg met je gezin het stadion moest verlaten.
“Ja, er waren signalen dat de situatie niet veilig was. Nou, dan schrik je natuurlijk wel. Het ging natuurlijk al niet goed met de club. Toen ik kwam, lag FC Twente echt op z’n gat. De organisatie was uitgemergeld, de scouting helemaal weggesneden en er waren een boel juridische dossiers af te handelen die rechtstreeks impact hadden op de liquiditeit van de club. Zo waren er problemen met de Belastingdienst en dreigde de KNVB de licentie in te trekken. Daar steek je dan je nek voor uit en je probeert het op te lossen. Maar ja, de resultaten werden niet beter. Sterker nog, het ging alleen maar slechter.
En ja, dan heb je een kop van Jut nodig. Blijkbaar was ik dat.”
Voetbal is emotie, zeggen ze dan.
“Dat is ook zo, maar er is natuurlijk wel een grens. Ik bedoel: ik had zelf de keus gemaakt om die uitdaging aan te gaan, mijn familie niet. En die werden er nu wel in meegezogen. Op een gegeven moment kreeg zelfs mijn zoon de wind van voren en werd hij bedreigd. Dan komt het wel heel erg dichtbij.”
Klopt het dat de politie jullie huis daarom ook een tijdje in de gaten hield?
“Ja, dat was voor mij ook de reden om te stoppen bij FC Twente. Ik heb altijd gezegd: als het zover komt, dan vertrek ik. En dat heb ik gedaan, de dag nadat we waren gedegradeerd.”
Sindsdien mijd je uit zelfbescherming al twee jaar lang het stadion van FC Twente. Dat is best heftig.
“Dat is ook heftig. Maar dat is gewoon beter. Als ik daar kom, roept dat toch weer bepaalde gevoelens op. En daar heb ik geen zin in. En als ik eerlijk ben, heb ik ook niet de behoefte om daar nog te komen. Ik moet ook verder met mijn leven.”
Inmiddels geef je onder meer leiderschapstrainingen. Met de kennis van nu: had je daar zelf ook wat aan gehad?
“Honderd procent. Zo had ik destijds bij FC Twente meer naar adviseurs moeten luisteren. Dat vertel ik ook tijdens mijn trainingen. Ik geloof er niet in dat één man alles kan bepalen. Sterker nog, in jouw team heb je vaak mensen die op bepaalde deelgebieden beter zijn. Je moet het alleen los durven laten. De beste leiders beseffen dat het niet zozeer draait om het creëren van volgers, maar om het creëren van andere leiders.”
Dat had je toen nog niet door?
“Nee, maar vergeet ook niet dat ik toen werd opgeslokt door de waan van de dag. Ik begon te rennen, te sprinten en nog harder te sprinten. Nu weet ik dat het juist goed is om met iemand te sparren die je tot andere inzichten brengt. Maar daar dacht ik toen gewoon niet aan. Met als gevolg dat ik thuis niet altijd de meest gezellige was. Ja, ik was er wel, maar ik was er ook weer niet. Je kijkt samen tv, maar eigenlijk heb je geen idee waar je naar zit te kijken. Want steeds maar weer denk je: dit moet ik doen, dit moet ik niet vergeten. Dat is slopend, hoor. Het is niet voor niets dat ik in die periode tegen een burn-out aan zat.”
Alleen al daarom ben je de ideale persoon om het over te brengen…
“Klopt. Ik ken de pijn van een leidinggevende. Omdat ik zelf ook die fout heb gemaakt. En verder komt mijn voetbalachtergrond natuurlijk goed van pas.”
Je geeft de cursisten zelfs voetbaltraining.
“Dat is een klein onderdeeltje.
Maar niet zozeer om de deelnemers beter te laten voetballen. Ik laat ze een partijtje spelen omdat dan alle onbewust aangeleerde gedragspatronen naar voren komen. Kun je die aan de vergadertafel nog verstoppen, op zo’n training zie je snel wie er wel of niet communiceert, wie de leiding pakt, wie zich afzondert. Je ziet een duidelijke parallel met wat er op de werkvloer gebeurt.”
En daar wordt een bedrijf beter van?
“Als het superslecht gaat met het bedrijf kunnen wij voor oplossingen zorgen. En als ze van een zeven naar een acht of negen willen doorgroeien, zeg maar de topsportmentaliteit, dan helemaal. Ieder mens heeft bepaalde patronen. Een team ook. En als je daar niet kritisch naar kijkt, kom je daar nooit meer uit. Die raken op den duur vastgeroest. En dat is zonde. Dat belemmert niet alleen de prestaties en de sfeer, ook blijven daardoor talenten onbenut. Daarom moet een leider ook niet denken dat hij er al is als hij zijn bedrijf eenmaal op de rit heeft staan. Sterker nog, als je denkt dat je er al bent, begint het pas.”
Welke leider heeft dat wel onder de knie?
“Mark Rutte. Die is echt geniaal. Neem die persconferenties van de laatste tijd. Hoe hij het woord overgeeft aan Hugo de Jonge, dat is zo goed. Dan draait hij zich naar hem toe, zo van: nu komt de expert. En zo moet het. Zoals ik het ook mooi vind hoe Hugo de Jonge het op zijn beurt oppakt.
Die neemt niet het woord, maar draait zich eerst om naar de tolk. Of zij er ook klaar voor is. Dat zijn allemaal kleine dingen, maar oh zo belangrijk. Daardoor lopen ze net een stukje harder voor je.”
Ben je benieuwd wat Jan van Halst te vertellen heeft over leiderschap, werken als analist en een terugkeer naar de voetballerij? Lees het in de nieuwste Panorama of op Blendle.
- Rick Nederstigt