Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Blade Runner: Een profetisch meesterwerk

Het is helemaal niet logisch dat er een vervolg op Bladerunner is gemaakt. Toch is Bladerunner 2049 het filmevent van 2017. Dat heeft alles te maken met de wonderlijke geschiedenis van het origineel: van flop tot visionaire sciencefictionklassieker.

https://cdn.pijper.io/core/panorama-fallback1.png

De laatste vraag, afgelopen zomer tijdens de paneldiscussie met de cast van de nieuwe Blade Runner op het Amerikaanse nerdevenement Comic Con, is voor de 75-jarige Harrison Ford. Iemand in het publiek wil weten: is het soms uw nieuwe levensdoel om álle rollen uit uw carrière opnieuw te spelen? Bijna tien jaar terug stofte hij zijn zweep en gleufhoed af voor de vierde Indiana Jones (ouch!), twee jaar geleden deed hij weer ruimterauwdouwer Han Solo in de zevende Star Wars (oké) en nu zit hij hier om een zaal vol fanatici lekker te maken voor zijn spannendste terugkeer van allemaal: als robotjager Rick Deckard in Blade Runner 2049, het vervolg op het duistere en invloedrijke sciencefictionmeesterwerk Blade Runner uit 1982. Begin oktober wereldwijd in de bios. Ford schuift naar het puntje van zijn stoel, acteert een dreigende houding, kijkt met de priemende blik van een scherpschutter en zegt: ‘You bet your ass it is.’ Oorverdovend gejoel in de zaal. Met Indiana Jones en Han Solo lag die comeback voor de hand. Dat zijn lekkere heldenrollen in films die gemaakt zijn om tot franchises uit te bouwen. Maar Deckard in Blade Runner? Dat is in de eerste plaats een wat cynische kerel in een film die de verbeelding van een naargeestige toekomst zo’n beetje uitvond en tegelijk in één klap perfectioneerde. Blade Runner speelt in het Los Angeles van 2019: vliegende auto’s, tetterende reclamezeppelins, vlammende fabriekspijpen, allesverzengende neonlichtbakken en overbevolkte en rokerige straten typeren het stadsbeeld. Deze toekomst is een soort dystopisch fetisjisme, een stijlvolle nachtmerrie waarin de zon nooit schijnt en het onophoudelijk regent. Het is smullen van het oog voor detail in de decors, van de film noir-sfeer, de weergaloos wegstervende synthesizers en droevige jazzintermezzo’s van Vangelis, het gevoel van eenzaamheid in de grote stad, de mengeling van Aziatische en Amerikaanse cultuur op straat.

De machtige Tyrell Corporation fabriceert in deze wereld robots naar menselijk evenbeeld, bedoeld om de mens te dienen: als seksslavin in een nachtclub bijvoorbeeld, of als arbeider in een buitenaardse kolonie, waar de allerrijksten het aardse zooitje zijn ontvlucht. Het is Deckards taak een groepje ontsnapte robots (‘replicants’) onder aanvoering van een witharige Rutger Hauer uit te schakelen, al is hun ontsnapping uitstekend te begrijpen: ze ontdekten dat hun levensduur is beperkt tot slechts vier jaar en willen, heel gewoon, langer leven. Het is misschien wel de rol van Fords leven, want lastig in een hokje te stoppen en nog altijd fris en actueel, maar de aanzet tot iets franchise-achtigs is het niet. Het zou logisch zijn om het vervolg op een film uit 1982 als langverwacht te omschrijven, maar er is eigenlijk weinig langverwachts aan Blade Runner 2049. Toch is dit vervolg, samen met de achtste Star Wars in december (zonder Solo), het filmevenement van het jaar.

Dat is deels te danken aan het geweldige team dat het vervolg maakte: van Prisonersregisseur Denis Villeneuve tot het voor dertien Oscars genomineerde cameragenie Roger Deakins (Fargo, The Shawshank Redemption, Skyfall), van Ryan Gosling en onze eigen Sylvia Hoeks tot Jared Leto en dus Harrison Ford. De trailers beloven visueel spektakel van de buitencategorie, dat ook. Maar het komt nog veel meer door het wonderlijke pad dat de originele film de tussenliggende 35 jaar bewandelde: van ambitieuze, chaotische productie tot financiële flop, van cultfilm in nachtbioscopen tot vroege VHS-hit. Een aantal keer opnieuw gemonteerd door regisseur Ridley Scott, die op de set nog net niet op de vuist ging met zijn producenten en financiers. En inmiddels vrijwel unaniem beschouwd als visionair meesterwerk en oneindige bron van inspiratie voor modeontwerpers, muzikanten, architecten en regisseurs in alle uithoeken van de wereld.

Rutger Hauer, die Blade Runner nog altijd beschouwt als een van de beste dingen die hij ooit heeft gedaan, moet in tegenstelling tot Ford overigens niets hebben van een terugkeer naar zijn oude rol. ‘Eigenlijk vind ik dat je moet afblijven van iets wat zo goed is gelukt,’ zei hij vorig jaar tegen De Telegraaf. ‘Ik probeer het maar als een soort compliment te beschouwen.’

1.CHAOS

De geldschieters van Blade Runner zaten met de handen in het haar, toen Ridley Scott een paar maanden voor de première in de zomer van 1982 met een – in hun ogen – volstrekt onbegrijpelijke en duistere voorlopige versie van de film aan kwam zetten. Sowieso had Scott de neiging om scènes tot twintig keer over te laten doen of om decors zo minutieus op te laten bouwen dat er dagen voorbij gingen zonder überhaupt te filmen. Het productiebudget bleef maar groeien, van 20 naar 21 naar 22 naar uiteindelijk 28 miljoen dollar, en de spanning tussen het productieteam en de onvermurwbare en autoritaire Scott groeide mee. ‘Ik hou niet van discussie,’ zei die over de keren dat er weer zo’n zogenaamd ‘geldmannetje’ hem economischer wilde laten filmen. ‘Ik weet wat ik wil, daarom ben ik toch gevraagd?’

In de documentaire Dangerous Days: Making Blade Runner buitelen de smakelijke anekdotes over elkaar (het zegt veel over de film dat deze veredelde making of 3,5 uur duurt en niet verveelt). Neem het conflict dat de geschiedenis inging als de T-shirtoorlog: Amerikaanse crewleden voelden zich zo lomp behandeld door Engelsman Scott, bijnaam Guv’nor, dat ze op de set verschenen in T-shirts met de tekst ‘Yes Guv’nor, My Ass!’ Scott maakte daarop zijn eigen shirt met ‘Xenophobia Sucks!’

Rutger Hauer, aan de start van zijn Hollywoodavontuur, gedroeg zich ondertussen even grillig als geniaal. Hij verscheen tijdens de eerste ontmoeting met Scott in jumpsuit, shirt met vos op de schouders en zonnebril met groene glazen, tot verbazing van de regisseur. Hauer was gecast zonder op auditie te komen, maar de vraag drong zich op: wie hadden ze met deze man binnengehaald? Toen twee stuntmannen tijdens een van de talloze nachtopnamen een sprong tussen twee gebouwen niet haalden en tien meter omlaag in een vangnet tuimelden, liet Hauer de beweegbare gebouwen iets dichter bij elkaar zetten en nam hij de sprong gewoon zelf. Op voorwaarde dat hij een duif mocht vasthouden, want dat leek hem wel wat: zo’n symbool voor vrede, dat dan wegvliegt terwijl zijn personage sterft. Scott zei: ‘Ja, ja, ja, oké, spring nou maar, het is al bijna licht.’

Ook bleek Hauer, om vier uur ’s nachts, hele zinnen uit de oorspronkelijke monoloog van zijn sterfscène te hebben geschrapt om er vervolgens op eigen houtje één aan toe te voegen. Het werd een klassieker, over herinneringen in zijn androïdebrein die met de dood zullen verdwijnen: ‘All those moments will be lost in time… like tears in rain.’ Maar de geldmannetjes lustten het niet: ze vonden het allemaal maar raar en artistiekerig. Scott werd teruggestuurd om een opgewekt einde in de groene natuur te filmen én om met Harrison Ford uitleggerige voice-overs op te nemen. Ford, tijdens een opnamesessie in een nog openstaande microfoon: ‘Godverdomme, dit is bizar.’ Voor de laatste voice-over was ingesproken werd Scott ontslagen. Hij mocht de montage van de film overzien, maar was zijn artistieke invloed kwijt.

2. FLOP

De neiging is groot om partij te kiezen voor de eigengereide regisseur die dapper tegen windmolens vecht, maar de geldmannetjes waren voorzienend: het grote publiek had in de zomer van ’82 geen trek in Blade Runner. De hit van het seizoen was Steven Spielbergs E.T.. Dat was óók sciencefiction, maar dan opgewekt van toon en gemaakt voor de hele familie. Dit was tenslotte het tijdperk van de recent gekozen president Ronald Reagan, die zijn burgers de belofte van een gloedvolle en opgeruimde toekomst voorschotelde. Lichtvoetig escapisme – net als Star Wars en Indiana Jones – won het van de grimmige dystopie met karakters die niet helder zijn te labelen, in een wereld die zich niet laat opdelen in goed en slecht. Natuurlijk speelden er algemene zorgen over smog, milieuvervuiling, sociale onrust en racisme, maar slechts weinigen voelden ervoor om die zorg op het bioscoopscherm te zien weerspiegeld. Je zou kunnen zeggen dat Blade Runner na al die productionele kunstgrepen op te veel verschillende gedachten hinkte om het publiek te veroveren, maar de flop was geen uitzondering. De loeispannende monsterhorrorfilm The Thing overkwam die zomer hetzelfde.

3. CULT

Videobanden en kabelzenders waren splinternieuw, in 1982. Nog niet ingeburgerd, maar wel de reddingsboei van de wanhopige filmstudio die na een bioscoopflop toch uit de kosten hoopte te komen. Blade Runner was gauw via een satellietkanaal in Amerikaanse huiskamers te zien en werd een jaar later uitgebracht op VHS en Laserdisc. Daar begon de film pas echt een tweede leven. Het was misschien ook wel logisch dat een op het eerste oog lastig te doorgronden film zich goed leende voor het videotijdperk: nu was het plotseling mogelijk de film oneindig vaak terug te spoelen en opnieuw te kijken. Blade Runner groeide uit tot een van de meest verhuurde tapes in het vroege videotijdperk. Er is veel gezegd en geschreven over wat er vervolgens gebeurde. Waar het op neerkomt: Blade Runner werd de lijffilm van een gestaag groeiende groep extreem mondige fans, noem ze gerust nerds, die alle verhaaldetails uitplozen, eindeloos discussieerden over de thema’s die Scott had aangeroerd en hun bevindingen in fantijdschriften publiceerden. Is het niet opvallend dat Hauers robot zich eigenlijk een stuk menselijker gedraagt dan veel mensen in de film? En die ingetogen Deckard, is hij niet gewoon zelf een replicant? De film begon te leven, als een kunstwerk dat op verschillende manieren valt te interpreteren. De underdogpositie van de film wakkerde het fanatisme verder aan: Blade Runner had zorgvuldige verdediging en bescherming nodig.

De cyberpunk kwam tot bloei, met Blade Runner als aanjager. Dit was een sciencefictiongenre met een been in de nabije toekomst, waarin de rol van de mens wordt gewogen in een toekomst waarin enorme bedrijven de dienst uitmaken en kunstmatige intelligentie en virtuele realiteiten hun stempel drukken op het dagelijks leven. In het westen geldt The Matrix als bekendste navolger, terwijl eerder al in Japan een hele golf animatieregisseurs zich op het genre stortten. Denk aan genreklassiekers als Akira en Ghost in the Shell, films die uit hun voegen barsten van wilde, creatieve energie. Scott boog zich ondertussen opnieuw over het materiaal en kwam tien jaar na de premiè- re met een director’s cut: zonder die ellendige voice-over en zonder het happy end. In 2007 werd het 25-jarig bestaan van Blade Runner gevierd met de zogenaamde Final Cut, de verder verfijnde versie die nog dichter bij Scotts oorspronkelijke visie staat. Ook al die verschillende rondzwervende versies – het zijn er zeven in totaal – verhoogden het cultpotentieel.

4. VISIONAIR

Niet de overheid maakt de dienst uit in Blade Runner, maar een groot bedrijf is aan de macht. Veel karakters in de film lijken alleen te wonen en allemaal zijn ze sterk afhankelijk van technologie. Het maakt ze verdoofd, alsof het leven aan ze voorbij raast. Het verschil tussen arm en rijk is geëxplodeerd: de één procent heeft de aarde zelfs definitief de rug toegekeerd. Credits voor de voorspellende gaven van de film gaan grotendeels naar Philip K. Dick, de schrijver die met zijn roman Do Androids Dream of Electric Sheep? uit 1968 aan de basis stond van Blade Runner. De invloed van Dicks gedachtegoed, en Blade Runner in het bijzonder, reikt verder dan film alleen. Een Britse architect vertelde Scott eens dat hij maandelijks een vertoning van de film organiseert: vooral de wijze hoe afvoerpijpen en ventilatoren in de gebouwen in de film in het ontwerp aan de buitenkant zijn verwerkt, inspireerde hem mateloos.

Onder meer de Franse sciencefictionprofessor Etienne Augé loopt weg met Dicks gedachtegoed. ‘Philip K. Dick waarschuwde jaren geleden al hoe we van burgers in consumenten veranderen,’ zei Augé. ‘We zien onszelf in de eerste plaats als iPhone- of Samsunggebruiker, niet langer als lid van een politieke partij.’ De invloedrijke denker Francis Fukuyama noemt Blade Runner zelfs zijn favoriete film: de thematiek raakt volgens hem direct aan zijn boek over de revolutie van biotechnologie. ‘Wat me zorgen baart aan de revolutie in biotechnologie is dat mensen niet meer begrijpen wat het betekent mens te zijn,’ zei hij in een interview. ‘Mens zijn betekent meer dan rationaliteit en intelligentie, het betekent ook empathie, emotie. Al die rijke stinkerds die bang zijn dood te gaan, die ervan dromen zichzelf te uploaden in machines en bakken geld steken in onderzoek naar het eeuwige leven, hebben een heel beperkt beeld van wat ons menselijk maakt.’ Philip K. Dick stierf enkele maanden voor de première van Blade Runner en was nooit in staat om de volledige film te zien, maar zag samen met Scott wel vast enkele scènes. Na afloop viel de auteur stil. ‘Hoe is het mogelijk,’ zei hij tegen de regisseur. ‘Dit is precies wat ik mij voorstelde toen ik mijn roman schreef. Alsof jullie in mijn brein hebben gekeken.

Tekst: Berend Jan Bockting