De doden vielen bij confrontaties tussen demonstranten en veiligheidstroepen in de zuidelijke steden Nassiriya en Amarah. Onder de slachtoffers was een politieman. Eerder verloren al vijf mensen in de protesten hun leven.
Op steeds meer plaatsen in Irak keren grote groepen betogers zich tegen de regering van premier Adel Abdul Mahdi uit woede over corruptie, werkloosheid en het vaak uitblijven van essentiële voorzieningen zoals water en elektriciteit. In Bagdad werd de zwaarbeveiligde Groene Zone met regeringsgebouwen en ambassades door demonstranten belaagd.