Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

De Zippo-moord op Jenneke

In 1993 ontvangt Jenneke de Wind (53) uit Tilburg over de post een Zippo-aansteker. Als ze daarmee een sigaret wil aansteken, ontploft het ding in haar gezicht.

De Zippo-moord op Jenneke

Iemand heeft er een bom van gemaakt, maar waarom? Een moordaanslag? Een slechte grap? Of een waarschuwing? Feit is dat Jenneke de explosie niet overleeft. Reden voor het coldcaseteam in Brabant om de zaak nog eens af te stoffen, tot tevredenheid van Jennekes zoon Mario. “Best kans dat we de dader kennen…”

1993. Het is het jaar van de nieuwe Amerikaanse president Bill Clinton, de autobom in het WTC in New York, de zich voortslepende Joegoslavische burgeroorlog en de aftocht van het Amerikaanse leger uit Somalië. Stuk voor stuk grote gebeurtenissen op het wereldtoneel, maar ergens in een volkswijk in het Brabantse Tilburg heeft een zekere Jenneke de Wind zo haar eigen problemen. De alleenwonende vrouw voelt zich dat voorjaar niet op haar gemak, is angstig en gaat wat vaker en langer bij kennissen op bezoek omdat ze niet graag alleen thuis is. Ook wordt ze telefonisch lastiggevallen, zo vaak zelfs dat ze haar nummer twee keer heeft laten wijzigen. Hoewel ze een gezellige kletskous is, weet niemand de reden van haar nervositeit. De Brabantse praat niet graag over haar zielenroerselen.  

Het is de avond van vrijdag 2 juli 1993, rond 22.30 uur,  als Jenneke thuiskomt van een gezellige dagtochtje met vriendinnen naar de Waddenzee. Ze loopt de woonkamer binnen en neemt de post door, die haar zoon Mario die dag op de tafel heeft gelegd toen hij bij zijn moeder een wasje draaide. Tussen de post zit een dikke bubbeltjesenveloppe. Tot Jennekes verrassing komt er een Zippo-aansteker uit gerold. Wie haar dit presentje heeft gestuurd en waarom is een raadsel, maar kettingrookster Jenneke bedenkt zich geen moment, peutert de zoveelste sigaret van die dag uit het pakje en klapt de Zippo open. 

Een vonk, een knal, rook. De aansteker ontploft recht in Jennekes gezicht. Hevig bloedend zakt ze in elkaar. Een buurman komt op het tumult af, denkt aan een gasexplosie en sluit de gaskraan af. Hij belt het alarmnummer en paar minuten later ontfermen de hulpdiensten zich over het slachtoffer. 

Metaal in hersenen 

Een kwart eeuw later. In een Tilburgs appartement bladert Mario Hutten (56) zwijgend door een fotoalbum. Mario is de zoon van Jenneke de Wind. Hij praat niet graag over de gebeurtenissen in die zomer van 1993, want zijn moeder overleefde de explosie niet. “Er is een stuk metaal via haar oogkas de hersenen binnengedrongen,” zet Mario. “Ons mam heeft nog een tijdje aan de apparatuur in het ziekenhuis gelegen, als een kasplantje, iets wat ze nooit zou hebben gewild. Volgens de artsen had ze een overlevingskans van één procent en dan nog zou ze tot niets meer in staat zijn. Er was een stuk van haar schedel weggeslagen, haar schrijfhand was verminkt en er was sprake van zwaar hersenletsel. Toch heeft ze nog een paar keer met een uiterste krachtsinspanning geprobeerd een voedingssonde uit haar neus te trekken. Toen wisten we: dit is een teken om te zeggen dat ze niet verder wil. Kort daarna hebben we de apparatuur laten uitzetten.”

Zoon Mario hoopt eindelijk te horen wie er achter de aanslag op zijn moeder zit. “Al besef ik ook dat het weleens heel confronterend kan zijn.”

Eigenlijk had Mario het dramatische verlies al een plaatsje gegeven; het leven herneemt uiteindelijk zijn loop. Maar in november 2017 wordt hij opeens door de politie gebeld. Of Mario het goed vindt dat de zaak van zijn moeder op de nieuwe Coldcasekalender zou worden gezet. “Ik was verrast, had dit niet meer verwacht. Natuurlijk ben ik blij dat de zaak weer onder de aandacht wordt gebracht, maar het brengt ook weer veel naar boven.”

Op de intensive care

Mario herinnert zich die warme 2de juli 1993 als de dag van gisteren. Omdat zijn eigen wasmachine kapot is, gaat hij met zijn wasgoed naar het huis van zijn moeder aan de Sibeliusstraat om daar z’n wasje te draaien. “Bij het binnenstappen heb ik de post opgeraapt en alles zonder erbij verder bij na te denken op tafel gelegd. ’s Avonds tegen een uur of elf werd ik door de politie gebeld. Ik kreeg alleen te horen dat er bij mijn moeder thuis een explosie was geweest en dat ons mam op de intensive care lag. Eigenlijk wilde ik meteen al naar het ziekenhuis, het was maar een klein stukje lopen, maar de agent stond erop dat ik werd gebracht. In de auto werd ik meteen aardig aan de tand gevoeld, er kwamen talloze vragen voorbij. Misschien was het een soort verhoor, denk ik weleens. Maar achteraf snap ik dat wel.”

Lees het helemaal in Panorama

Wil je het hele verhaal van Henk Strootman over de Zippo-moord lezen? Ga dan nu naar de winkel voor de nieuwe Panorama of bestel 'm HIER.