Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

‘Ik ben een psychopaat’

Hugo Broers was een zware jongen in het Amsterdamse criminele milieu die twintig jaar vastzat voor onder meer doodslag. In de bajes was hij de bodyguard van Willem Holleeder en Cor van Hout.

‘Ik ben een psychopaat’

Hugo stond bekend om drugshandel, overvallen, ripdeals, afpersingen en incasso’s. Dat laatste doet hij nog steeds. Ook geeft deze vertegenwoordiger van de oude penoze rondleidingen op de Wallen, de door hem zo geliefde buurt waar hij werd geboren en getogen. Panorama loopt een dagje mee.

Incasso’s doet hij nu nog steeds, maar dan anders. “Tegenwoordig kom ik met twee modellen langs voor bemiddeling. Als er een vrouw opendoet geef ik een visitekaartje om haar man even te laten bellen,” zegt hij. Via de site penozetourtrust.nl is Hugo ook te boeken als gangstertourgids op de Wallen. “Ik doe het nu anderhalf jaar voor de mazzel, maar dit jaar ga ik er geld voor vragen.”

In 2013 vertelde Hugo Broers (lijfspreuk ‘Oké dan!’) in het RTL4-programma Echte Penoze zijn levensverhaal. Het bleek met 777.000 kijkers de best bekeken uitzending in de zesdelige documentairereeks. Jarenlang had Hugo aan de Nieuwendijk vlakbij de Dam zijn eigen security- en incassobedrijf Trust. Boven een grote seksshop hield hij kantoor waar hij met een uitgebreid camerasysteem de veiligheid verzorgde voor winkel- en horecabedrijven in de buurt. Hugo trad ook op als bodyguard tijdens onder meer de begrafenis van topcrimineel Sam Klepper in 2000.

Zandbak vol heroïne

De rondleiding begint bij café De Zon op de Nieuwmarkt. Hugo’s biograaf Paul Schrijver (hoe toepasselijk!) is ook van de partij. Zijn boek over deze levende legende komt later dit jaar uit. Ook een vriendengroep uit Hoorn loopt mee. Hugo loopt voorop de Zeedijk in. De beruchte straat stond bekend als centrum van de drugshandel. Hier struikelde je over de junks en dealers. Pas na 1986 kwam het herstel toen de gemeente (drugs)panden opkocht en de honderden junks die er rondhingen begon te weren. We lopen door het hart van Chinatown en stoppen bij Chinees restaurant Hoi Thin. “Hier stonden die Chinezen in de jaren70 en 80 allemaal drugs te verkopen. Op de plek waar je die draak ziet, stond toen een speeltuintje met een zandbak waar al die heroïne in verstopt werd. Je had hier ook overal auto’s geparkeerd staan. Iedereen zat op de Zeedijk te gokken in Chinese gokhuizen.”

Hugo draagt een zwarte muts, een bril met zwart montuur en is volledig in het zwart gekleed. Zijn jas hangt open, daaronder een zwart shirt met twee doodshoofden. Om zijn nek twee gouden kettingen: één met een adelaar, de ander met een kruis. Een zwarte trainingsbroek en zwarte schoenen completeren zijn outfit. Als hij lacht blinken twee gouden tanden je tegemoet, in zijn linkeroor hangt een oorbel. Hugo gebruikt verschillende stopwoorden. Enkele daarvan zijn: ‘Oké dan’, ‘honderd’, ‘halleluja’, ‘kolere’, ‘crick crick’ en ‘appie kim’. Als hij praat kapt hij zijn zinnen aan het einde soms af om direct een nieuwe te beginnen. Het maakt hem bij wijlen onnavolgbaar, maar wel uiterst amusant. Aan de groeven in zijn gezicht zie je dat Hugo geleefd heeft. Met drank en drugs ging hij elke keer naar de klote als een vrouw van hem overleed. “Drie keer is een vrouw van me overleden en drie keer ben ik een gebruiker geweest. Ik heb er miljoenen doorheen gegooid, maar dat interesseerde me niet want ik had pijn en pijn slijt nooit. Ik heb nooit gesnoven en gespoten, altijd gerookt. Heroïne en cocaïne. Ik doe tegenwoordig geen drugs meer, ben er klaar mee.” Nu drinkt hij alleen rode wijn en sport hij. “Ik train zes keer per week. Vier keer gewichten en twee keer thaiboksen. Ik ben eigenlijk een straatvechter, een jongen voor buiten de ring. Ik train twee dagen in de week bij mijn goede vriend Bert Kops (worstellegende en MMA-coach, RJ).”

Zes keer miljonair

In zijn jeugd werd Hugo door zijn vader dagelijks geslagen om niks. “Doordat hij me zo vaak sloeg wou ik niet naar school want dan zag iedereen het. Als ik te kleine schoenen had, zei mijn vader: dan moet je je tenen maar intrekken.” Hugo begon op jonge leeftijd met stelen en inbreken (“Geen diefstal, ik leende alles”). Hij verdiende geld door als klein jochie voor de hoeren boodschappen te doen. Daarna ging hij dealen in softdrugs, op zijn 16de switchte hij naar harddrugs. “Allemaal kilo’s. Groot. Ik ben zes keer miljonair geweest en heb alles weggefeest.”

Lees het in Panorama

Dit is een voorstukje uit ons blad. Wil je het hele artikel van Roel Janssen over de penoze lezen? Bestel Panorama dan HIER, of haal 'm nu in de winkel!