Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

De bal rolt nog in Nicaragua, wedden?

Elke week schrijven Panorama-verslaggevers Jochem Davidse en Micha Jacobs samen een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: gokken op sport.

De bal rolt nog in Nicaragua, wedden?

Jochem

Veel sportnieuws heeft in deze tijden iets gênants. Zoals Michael van Praag die onlangs, voordat de overheid zijn plannen onmogelijk maakte, nog met een stalen smoel benadrukte dat de eredivisie eind april hoe dan ook hervat moest worden. Het is een beetje alsof je tijdens een luchtaanval de schuilkelder verlaat, omdat je een afspraak hebt bij de kapper. Voetbal is bijzaak. Het zijn woorden waar ik een dikke maand geleden nog allergisch voor was, maar waartegen in tijden van corona weinig valt te beginnen.

Tenzij voetbal niet je hobby of je werk is, maar je verslaving.

En dan niet zozeer het voetbal zelf, maar wel het gokken erop.

Vooral in Engeland, dat meer bookmakers dan warme bakkers telt, is dat deze dagen een groeiend probleem, las ik.

Wie wint er? Wie krijgt de eerste inworp? Wie wordt er als eerste gewisseld en in welke minuut? Wie krijgt de eerste gele kaart? Wie trekt als eerste zijn kousen op? En op welke speelhelft? Het zijn kwesties waar aan de overkant van de Noordzee wekelijks vele tientallen miljoenen ponden op worden ingezet, maar nu dus niet.

In plaats daarvan struinen veel gokverslaafde Engelsen tegenwoordig wanhopig het internet af op zoek naar de weinige competities en evenementen die nog wel doorgaan en waarop ze dus nog wel kunnen wedden. En dat neemt steeds belachelijker vormen aan. Zo wordt er tegenwoordig opvallend veel gegokt op de Primera División van Nicaragua, op de badmintoncompetitie van de Comoren en op de basketbalcompetitie van Taiwan. Zelfs twee Russische amateurtennissers die vanuit een mistroostige gymzaal hun wekelijkse vrijdagochtendpotje livestreamden, konden op de warme belangstelling rekenen van duizenden Britse gokkers. Alles wat zich in sportkleding voortbeweegt wordt aangegrepen om hun ontwenningsverschijnselen de kop in te drukken. Stel dat wij deze week een potje zouden jeu-de-boulen, dan is de kans groot dat we ons op meer publiek mogen verheugen dan de gemiddelde eredivisiewedstrijd. Stiekem best een verleidelijk idee.

Maar goed, in Nicaragua staat dit weekend de subtopper ART Jalapa-Diriangén FC op het programma. Dat lijkt mij voor de toto een drietje, toch?

Micha

Zet jij daar een tientje op in, dan richt ik ondertussen een camera op het balkon van de overbuurman. Pas nu ik hele dagen binnen zit, zie ik wat voor een fenomeen hij is. De Balkonslaper noemen we hem sinds ik ontdekte dat hij overdag, zeker als de zon schijnt, urenlang op een matrasje op zijn balkon ligt, vaak met jas aan en negen van de tien keer in een foetushouding. Af en toe gaat hij zitten – gelukkig, want anders had ik allang de politie gebeld –met zijn rug tegen de reling, terwijl zijn vrouw hem een kopje thee brengt en naast hem op een stoel gaat zitten. Een wonderlijk schouwspel dat, als het al geen verslaving is, toch een behoorlijke obsessie begint te worden. Want hier in huis ontstaat blinde paniek als we hem een dag niet zien: leeft de Balkonslaper nog? Hoe laat komt hij naar buiten? Heeft hij weer zijn blauwe jas aan of toch die rode van laatst? En zijn muts: heeft ie ’m op of niet? En als hij naar buiten komt: hoe lang blijft hij dan liggen? Een kwartier, een uur of toch een halve dag? Ik betrapte me er laatst op dat ik naar het weerbericht keek, puur en alleen om te weten hoe warm het de volgende dag zou worden om te voorspellen of de Balkonslaper dan ’s ochtends al op zijn balkon zou verschijnen, met of zonder muts. Zodat ik daar een weddenschap over kon sluiten met mijn vriendin. Maar die gekke Britten brengen me nu op een veel beter idee.

Met die camera wil ik een livestream starten en koppelen aan een paar bookmakers. Ik bedoel: als je ook kunt inzetten op Russisch tafeltennis, dan zijn er vast ook wel een paar gokverslaafde Britten die wat geld willen verdienen aan dat bloedstollende spektakel aan de overkant van mijn straat. Ik gokte nooit, omdat ik van dat geld veel liever naar de kroeg ging, maar nu ik dus geld overhoud, gooi ik dat zonder pardon over de schutting bij die bookies.