Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Misdaadklassieker: Artikel 140, het wapen van justitie

Misdaadklassieker van november 2018. Nu hoogst actueel, nu Peter R. De Vries een tape heeft ingeleverd bij het OM waarin Holleeder spreekt over het driemanschap dat hij vormde met Soerel en Hillis.

Misdaadklassieker: Artikel 140, het wapen van justitie

ARTIKEL 140, HET NIEUWE WAPEN VAN JUSTITIE

DE DUISTERE BAND TUSSEN WILLEM, DINO & STANLEY

In de laatste twee weken van november zal de rechtbank in Osdorp de vraag bespreken of Willem Holleeder deelnam aan een criminele organisatie. De overtreding van Artikel 140 – lidmaatschap van een criminele organisatie – is een delict waarvoor hij zomaar vijf of zes jaar celstraf kan krijgen, bovenop de liquidaties waarvan hij verdacht wordt. Hoe staat hij ervoor?

TEKST MARTIJN HAAS EN VICO OLLING

Bam! Door een klap die gericht is en hard vliegt Willem Holleeder over het terras. Het is oktober 2012. De Neus is al negen maanden vrij en laat zich volop zien in het Amsterdamse horecaleven. Hij is een bakje koffie gaan doen met kennis Martin H. en heeft plaatsgenomen op een stoel voor de deur van Brasserie De Joffers aan de Amsterdamse Willemsparkweg. Het is zo’n plek waar in die dagen alles en iedereen komt: advocaten, soapies, voetballers, criminelen en ook vechtsporters.

In die laatste categorie: Dick Vrij. Die komt met zijn zoon aanrijden in een terreinwagen als hij ‘de Neus’ ineens ziet lepelen in zijn bakje koffie. Vrij denkt geen seconde na. Hij stapt uit, beent op Holleeder af en geeft hem zo’n oplawaai dat de beroemde crimineel twee meter achteruit wordt gegooid. Tafeltjes gaan om, glazen breken stuk op de grond, andere bezoekers stuiven angstig uiteen. De klap van Vrij is Nederlandse misdaadhistorie. Niet vaak komt het voor dat een bekende crimineel zo en public wordt afgerost als in dit geval. Holleeder houdt er een gebroken kaak aan over waarmee hij nog weken zal zitten tobben.

Afpersingen

Wat daarnaast bij velen is bijgebleven, is de verklaring die Vrij tegenover de politie geeft voor zijn dreun. Die zou hij hebben gegeven om namens zijn vrienden Dino Soerel en Hans Nijman een rekening te vereffenen. Met name Soerel zou er namelijk al jarenlang de pest over in hebben dat Holleeder zijn naam heeft genoemd bij afpersingen van onder meer Willem Endstra. Holleeder zou destijds, omstreeks 2003, Soerel er telkens bij gehaald hebben om de vastgoedman onder druk te zetten. “Als je niet snel met geld over de brug komt, moet ik dit Dino weer aangeven, en diens geduld is ook niet oneindig.

Dino Soerel en zijn advocaat Nico Meijering komen in die dagen in de rechtszaal met een verhaal over Holleeder dat de verklaring van de dreun van Vrij bevestigt. Soerel had helemaal niet zoveel op met Holleeder als justitie wel wil doen geloven, zo stellen zij bij uitvoerige pleidooien in het Passageproces, waarin Soerel tussen 2007 en 2017 voor de rechter staat in meerdere liquidatieonderzoeken. Soerel was inderdaad een poosje lang opgetrokken met de Neus. Samen waren ze kort na de millenniumwisseling gearresteerd in de Amsterdamse Sarphatistraat. En inderdaad, het klopte ook dat ze samen weleens geobserveerd waren geweest, maar dat was allemaal nog in de goede tijd.
 Er was daarna een breuk gekomen, en Soerel en zijn advocaten claimen bij het Passageproces dat die breuk zo ongeveer in de zomer van 2005 moet zijn ontstaan. Dat was het moment dat Dino via via doorkreeg dat Holleeder zo had lopen schermen met zijn naam als hij weer eens ergens voor de deur stond om geld te eisen.

Soerel staat op dat moment in het Passageproces terecht voor criminele afrekeningen, maar ook voor deelname aan een criminele organisatie, gericht op het plegen van moorden en vuurwapendelicten. Justitie heeft die aanklacht specifiek neergezet in de periode van 1 januari 2004 tot en met 3 augustus 2006. Een misdaadorganisatie die Dino volgens het OM zou hebben gevormd met Holleeder en Stanley Hillis. Juist omdat Soerel (volgens de openbaar aanklager) samenwerkte met de Neus zien we dezelfde formulering terug in de aanklacht zoals die is opgesteld in de huidige Vandros-zaak waarin Holleeder terecht staat. Ook hij is verdacht van liquidaties én deelname aan een criminele organisatie. De derde man in dit verband - Stanley Hillis - kan niet meer voor de rechter verschijnen: hij is medio februari 2011 geliquideerd.

Verzoek

Al een jaar voor de klap van Vrij probeert Soerel afstand te nemen van Holleeder. Zo legt advocate Bénédicte Ficq – werkzaam op hetzelfde kantoor als Meijering – dat jaar een verzoek neer bij Stijn Franken, dan de advocaat van Willem Holleeder, die op dat moment vast zit in de EBI in Vught.

Het verzoek luidt of Holleeder kan meewerken aan een getuigenverhoor. Het idee erachter is dat de Neus dan vragen kan beantwoorden over Endstra, en hoe het kan dat Endstra bij de politie de naam van Soerel noemde.

Het verzoek valt verkeerd. De Neus heeft duidelijk helemaal geen zin om wat voor getuigenis dan ook af te leggen. Alles wat hij er over loslaat zou wijzen in de richting van het feit dat hij die afpersingen, zoals die van Endstra, daadwerkelijk heeft gepleegd – en hoewel hij daarvoor veroordeeld is, houdt hij vast aan zijn ontkenning: “Ik heb Endstra nooit afgeperst.”

Eetafspraak

Toch zit hij er een beetje mee in zijn maag, zo lijkt. Daarom doet Holleeder iets wat op zijn minst opmerkelijk genoemd mag worden. Hij schakelt vanuit de bajes, kort na het ontvangen van het verzoek van Ficq, Peter R. de Vries in. Deze misdaadverslaggever is een bekende van hem sinds de tijd van de Heinekenontvoering in 1983.

Totdat Holleeder vast komt te zitten, in 2006, hebben Holleeder en De Vries zo nu en dan een eetafspraak. Effe een vorkje prikken. Echt goede vrienden zijn ze niet. De Vries was een vriend van de geliquideerde Cor van Hout met wie Holleeder gebrouilleerd was geraakt.

Maar ze hebben toch wat aan elkaar. De een is een toonaangevend misdaadjournalist. En Holleeder is een misdaadkopstuk. Bij die regelmatige eetafspraken met de misdaadreporter geeft de Neus veel inside information over het milieu aan De Vries. Hij schetst wat er speelt en geeft zijn visie op die ontwikkelingen.

De Neus ontvangt een dreun op het terras van De Joffers.

Brief van Holleeder

Sinds hij gevangen zit is dat contact minder – maar het is er nog wel. Dus besluit Holleeder in 2011 vanuit de EBI iets te doen wat hij zelden eerder gedaan heeft. Hij vraagt De Vries naar het kantoor te komen van Stijn Franken. Daar zal een brief voor de reporter klaarliggen waarin hij heeft opgeschreven in welk lastig parket hij zit met Dino. Wellicht kan De Vries hem op belofte van strikte geheimhouding adviseren wat het beste voor hem is.

De Vries komt naar het kantoor van Franken. Terwijl hij plaatsneemt tegenover de advocaat belt – volgens afspraak – Holleeder vanuit de EBI, die de brief zal toelichten. De Vries neemt dit gesprek op.

Het A4’tje met Holleeders handschrift bevat allerlei saillante details. De inhoud van deze bajesbrief is namelijk – met de kennis van nu - zeer belastend als het gaat om de aanklacht Artikel 140. Dat is een aanklacht waarvoor dus niet alleen Dino Soerel in 2017 uiteindelijk veroordeeld is in het Passageproces, maar ook een aanklacht die nu, anno 2018, op het bordje ligt van Willem Holleeder.

Wat staat er in die brief? Nou, Holleeder schrijft bijvoorbeeld over een incident in het Beatrixpark eind 2003, die keer dat hij samen met Stanley Hillis een miljoenenbedrag kwam opeisen bij Willem Endstra. In die ene alinea geeft hij daar- mee al aan dat er een vorm van samenwerking was tussen hem en Hillis bij de afpersing van Endstra.

Hij schrijft ook dat Dino op een gegeven moment aan de bel heeft getrokken bij een assistent van de Amsterdamse vastgoedman Jan-Dirk Paarlberg om te praten over een betaling van die laatste naar een horecabedrijf van Stanley Hillis op Ibiza. Holleeder schrijft vervolgens ’geen verrader’ te zijn en ’dat ook niet te willen worden’. Hij wil niet liegen en zichzelf verdacht maken om Dino Soerel te redden. Hij schrijft door Soerels advocaten te worden bedreigd omdat ze willen dat hij een ’valse verklaring’ aflegt in het voordeel van Dino Soerel. Overigens heeft Astrid Holleeder over die vermeende dreiging tegen de rechter gezegd dat dit hoort bij de tactiek van haar broer (zie ook kader ’Een strategie van vooruit verdedigen’).

Holleeder had altijd gehoopt dat De Vries dit schrijven voor zichzelf zou houden, een man een man, een woord een woord. Waar hij op dat moment in 2011 alleen geen rekening mee heeft gehouden, is dat zijn relatie met de misdaadreporter in de jaren daarna ernstig bekoeld raakt. Holleeder komt recht tegenover Peter R. de Vries te staan tijdens de verfilming van de Heinekenontvoering, en bedreigt hem in 2013 zelfs op de stoep voor zijn huis.

Die bedreiging is de misdaadverslaggever niet in de koude kleren gaan zitten. Hij doet aangifte daarvan en assisteert de zussen Holleeder wanneer die besluiten te gaan getuigen tegen hun broer. Ook als getuige in die zaak tegen Holleeder doet De Vries zelf een duit in het zakje.

Hij overhandigt de geruchtmakende brief in mei aan de rechtbank in Osdorp, in het bijzijn van de Neus, wiens woede op dat moment bijna voelbaar is in de perszaal. Niet veel later zal rechtbankvoorzitter mr. Wieland de brief zelfs vrijwel integraal voordragen.

Hillis, Soerel en Holleeder

Het hof heeft Soerel inmiddels – juni 2017 – tot levenslang veroordeeld, onder meer voor deelname aan een criminele organisatie. Het hof schrijft in het arrest: ‘Soerel ging over betalingen. Uit de bewijsmotivering blijkt dat er voor de communicatie binnen deze organisatie gedragsregels bestonden. Contact diende veelal te verlopen via tussenpersonen. Er was tevens een code voor het voeren van telefoongesprekken waaraan ook vriendinnen zich dienden te houden. Ook was er sprake van gecodeerd berichtenverkeer.’

Ontlastend is wel dat het hof zegt niet te weten hoe de krachtverhoudingen lagen. Er was wel een organisatie, maar een baas is moeilijk aan te wijzen. Dat kan Soerel zijn geweest maar ook Holleeder of Hillis zo stelt het hof.

Holleeder ontkent nu dat hij samen met Dino in een criminele organisatie zat. Hij zegt, ernaar gevraagd in het Vandros-proces dat hij gewoon een goede vriend van Dino was, en dat hij graag met hem uitging. Verder houdt hij vooral zijn mond. Telkens als het woord Dino valt, roept Holleeder: “Zwijgrecht!” Het lijkt er hierdoor op dat er meer speelt. Probleem voor Holleeder is ook dat de brief aan De Vries ogenschijnlijk al heel wat bodem onder zijn veronderstelling dat hij ‘slechts een vriend was’ heeft weggeslagen. Op dat papier schrijft hij immers gewoon dat Soerel en hij in een samenwerkingsverband zaten met Hillis. Daardoor lijkt justitie dus vrij goed te kunnen aantonen dat Holleeder en Soerel het zowel op ‘zakelijk’ als persoonlijk vlak goed konden vinden met elkaar.

Maar het OM wil de hoofdprijs. In het Passageproces heeft het wat dat betreft een steekje laten vallen. Soerel is dan wel voor lidmaatschap van een criminele organisatie veroordeeld. Hij is niet veroordeeld voor het nog zwaarder wegende ‘leiderschap’ van zo’n groepering en daarmee als opdrachtgever van liquidaties. Dat wil men bij de Neus voorkomen. En daarom moet justitie nu met definitief bewijsmateriaal komen dat er daadwerkelijk sprake was van een leidend ‘supertrio’: Dino, Willem en Stanley Hillis. Hoe die extra onderbouwing eruit gaat zien, wordt de komende weken duidelijker. Begin september gaven officieren van justitie Lars Stempher en Sabine Tammes in de Holleederzaak over de moord op Willem Endstra al een exposé over de criminele organisatie rond Holleeder en wie daar zoal deel van uitmaakten.

Nog niet eerder was justitie zo stellig in haar uitwerking van het Artikel 140 waar het De Neus betreft. Duidelijk is: met de loop der jaren is er steeds meer info naar voren gekomen over ‘de Groep’.

“Er is sprake van drie lagen in de criminele onderneming, de bovenlaag, de tussenlaag en de onderlaag,” zo spreekt officier van justitie Lars Stempher, staande achter het spreekgestoelte in de extra beveiligde rechtbank in Osdorp. Holleeder en Soerel behoren tot die toplaag. Zij proberen zo goed als dat gaat zo ver mogelijk weg te blijven van de mannen op straat die de moorden uitvoeren. Daarom is er ook een tussenlaag. Hierin lopen mannen rond die de opdrachten van boven doorgeven aan de schutters. Die tussenlaagfiguren kunnen best een positie hebben bereikt in de onderwereld. Zo is iemand als Ali Akgün bijvoorbeeld, rijk geworden in de drugshandel. En daarmee is hij misschien wel nog welvarender dan Soerel en Holleeder bij elkaar.

Maar in deze organisatie zegt dat weinig. Akgün moet doen wat Soerel hem zegt in de organisatie, zoals het OM dat schetst. Akgün heeft in 2005 en 2006 een liquidatiegroep op straat aangestuurd die uiteindelijk verantwoordelijk is gehouden voor de moorden op Kees Houtman en Thomas van der Bijl, volgens het OM.

Een andere tussenlaagpersoon volgens het OM is Donald Groen. Hij komt uit de oude organisatie rondom Stanley Hillis en zit volgens justitie in een ánder coördinerend team dat in 2004 betrokken is bij de liquidatie op Willem Endstra, die volgens justitie is uitgevoerd door een Turks-Azerbeidzjaans moordcommando. Naast, en vlak onder Groen, lopen nog meer personen rond. Lieden die allemaal een steentje in de organisatie bij dragen.

Alles op alles

De organisatie staat zo piekfijn ‘op papier’. Maar is hij ook voor de rechter hard te maken? Het lijkt erop dat justitie va banque speelt op dit moment. Ofwel: alles op alles. De druk wordt opgevoerd middels een nieuw deeldossier dat Vandros2 wordt gedoopt. Verdachten die nog niet eerder in dit verband voor de rechter verschenen worden van de straat geplukt en in de cel gegooid. Het vormt er vermoedelijk de reden toe dat justitie oktober dit jaar onder anderen Groen in Spanje op laat pakken, op verdenking van betrokkenheid bij de moord op Endstra – maar nadrukkelijk ook op basis van Artikel 140.

Ook de Turkse Tilburger Murat K. wordt in zijn cel aangehouden, in zijn geval voor de moord op Mieremet. En nog een andere Turkse crimineel – Özgür C. - wordt aangehouden, eveneens voor betrokkenheid bij de liquidatie op Mieremet. Allen zijn ook aangehouden in het kader van Artikel 140.

Soerel wordt in zijn cel ‘in voorarrest’ gezet voor het opdracht geven van de moord op Endstra – al wordt dat voorarrest na twee weken weer ‘om persoonlijke omstandigheden’ opgeheven nadat bekend is gemaakt dat hij wel verdachte blijft, maar geen contact mag hebben met de anderen die in deze zaak terecht- staan. Niet veel later komt ook Donald Groen trouwens weer op vrije voeten. Het bewijsmateriaal is in zijn geval summier, zo heeft de rechter-commissaris volgens dagblad Het Parool geconcludeerd. Ook het Gerechtshof komt even later tot die conclusie.

Maar wel blijven alle hierboven genoemde mannen verdachte in hun zaken. 

Het lijkt er ondertussen op dat de aanklachten in het Vandros2-proces vooral wijzen op een nieuwe wijze van presenteren, in plaats van keihard nieuw bewijs. Maar daar zal de rechter ooit maar over moeten beslissen.

Commentaar kantoor Ficq & Partners: Een strategie van vooruit verdedigen

We vroegen Christian Flokstra en Nico Meijering, de advocaten van Dino Soerel om een reactie op dit verhaal omdat het hier niet alleen om hun cliënt Soerel gaat maar ook over hun kantoor Ficq & Partners. Dit was hun antwoord: "Het onderwerp leent zich niet voor een korte reactie maar toch een enkel woord over het getuigenverhoor van Holleeder dat op verzoek van de verdediging van Dino Soerel in Passage heeft plaatsgevonden. Uit de verklaringen van Astrid Holleeder bleek ons later dat Holleeder de verklaring namens Soerel heeft omgezet naar een vermeende bedreiging door Soerel om zo Holleeder te dwingen in gunstige zin voor Soerel te verklaren. Tevens zou Holleeder voor Soerel belastende brieven hebben gemaakt om deze later mogelijk in te kunnen zetten. Een van die brieven is kennelijk bij Peter R. De Vries terecht gekomen. Ook zou Holleeder over de telefoon in de gevangenis bewust over onder meer deze verzonnen bedreiging hebben gesproken, omdat hij wist dat deze gesprekken worden opgenomen. Volgens Astrid Holleeder betrof deze verdraaiing van feiten een strategie die neer- komt op vooruit verdedigen voor het geval Holleeder strafrechtelijk in de problemen zou komen.

Wij kunnen die stelling onderschrijven, omdat een andere verklaring volstrekt ondenkbaar is.”