Pinoso in Spanje, op zo’n drie kwartier landinwaarts van Alicante.
“Weet je wat we gaan doen?” zegt Johan met het enthousiasme van een kind. “We gaan naar de Chinees!”
Het is begin april, even voor twaalven in de ochtend. De zon gloeit en mijn ontbijt is nog amper verteerd, dus een bak bami met saté is nou niet het eerste waar ik zin in heb. Johan lacht: “Geen paniek, je krijgt er niks te eten hoor!”
De ‘Chinees’ is geen wokpaleis aan de provinciale weg in Pinoso, maar een soort Action, gerund door een Chinese man en vrouw bij wie je werkelijk alles kunt kopen: servies, pannen, gereedschap, potgrond, schoolspullen, rugzakken, rubberen laarzen, speelgoed, vlaggen, bestek, ondergoed, telefoonhoesjes, horloges, noem het maar op. Allesbehalve een afhaalmenu welteverstaan. Het is de favoriete winkel van Johan in heel Pinoso en omstreken: “Het liefst kom ik hier elke dag!”
Moed en daadkracht
Bijna anderhalf jaar geleden verlieten Johan (47) en Janneke (41) samen met hun kinderen Jennie (18), Aida (17), Jantine (15), Albertine (13), Harrie (11), Carolien (9), Janna (7), Williene (5) en Johni (3) hun woonplaats Tollebeek, bij Urk, voor een nieuw leven onder de Spaanse zon. Wie dat avontuur volgde op de vrijdagavond, gemiddeld meer dan een miljoen kijkers per aflevering, zag hoeveel voeten het in de aarde had om met z’n elven naar een ander land te verhuizen, naar een huis waar geen water uit de kraan kwam en dat maar twee slaapkamers had.
Zoals goede emigratie-tv in de stijl van Ik Vertrek betaamt zat je het ene moment hoofdschuddend voor de tv, omdat er meer fout dan goed leek te gaan, en op het andere moment zat je te applaudisseren, omdat ze het toch maar allemaal voor elkaar kregen. Hoe langer je keek, hoe meer bewondering je kreeg voor de moed en de daadkracht die met zo’n grote en rigoureuze stap gepaard gaan.
Net als al die andere fans van het programma had ik duizend vragen toen ik naar het gezin keek. Wat doe je jezelf aan, was de vraag die ik mijzelf het vaakst stelde. Want wat bezielt het je ook om met negen kinderen naar Spanje te verhuizen? En vooral ook: hoe blijf je altijd zo relaxed zoals Johan en Janneke overkomen op tv? Zijn ze dan écht niet gek te krijgen? Of hebben ze gewoon mazzel dat ze negen voorbeeldige kinderen hebben? Zit er niet ergens een addertje onder het gras? Hoe meer vragen ik stelde, hoe meer ik dacht: hoe goed kennen we die familie nou werkelijk? En vooral ook: waarom hebben die mensen nog geen boek?
Ooit schreef ik een boek over een avonturier uit Wassenaar, Mark Slats, die het wereldrecord solo oceaanroeien in handen heeft en al meerdere malen solo non-stop rond de wereld zeilde, de laatste keer zonder navigatie of andere vormen van moderne technologie. Wist ik iets van zeilen? Minder dan niks. Ik word ook al zeeziek als ik door een plas water loop. Maar hoe verder iets van mij af staat, hoe interessanter ik het over het algemeen vind.
Dat had ik met de familie Jelies ook. Hun leven kan niet verder afstaan dan dat van mij. Ik heb geen kinderen, zij hebben er negen. Ik ben niet gelovig, zij laten zich door de Bijbel leiden. Ik neem weinig risico, zij springen zonder angst in het diepe. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Twee uitersten op het brede spectrum van het leven: zou je die ooit dichter bij elkaar kunnen krijgen? Hoe zouden ze het überhaupt vinden dat een ongelovige, ongehuwde, kinderloze man uit het reservaat dat de Randstad heet over hen een boek wil schrijven? Daar kom je natuurlijk maar op één manier achter: bellen.
Wat bezielt het je om met negen kinderen naar Spanje te verhuizen? En vooral ook: hoe blijf je altijd zo relaxed zoals Johan en Janneke overkomen op tv?
‘Lekker joch’
Eind februari van dit jaar, even voor tienen in de avond.
“Hola!”
Op het scherm van mijn laptop verschijnen de vrolijke, zongebruinde hoofden van Johan en Janneke. Ze zitten binnen aan hun eettafel in Pinoso, want de wintermaanden kunnen ook daar fris zijn. Pinoso ligt op een hoogte van zo’n 350 meter en hun huis ligt ook nog eens tussen twee heuvels ingeklemd.
Johan, aannemer, is pas net thuis van zijn werk. Hij verontschuldigt zich voor het feit dat hij zijn werkkleren nog aan heeft en dat zijn pet onder de stucvlekken zit. Ondertussen neemt hij een paar happen van zijn pizza. De Spaanse eettijden heeft hij zich al helemaal eigen gemaakt.
We facetimen op het moment dat de tv-serie, waarin de Jelies worden gevolgd tijdens hun verhuizing van Nederland naar Spanje, in volle gang is. Het is een spin-off van het programma over grote gezinnen waar ze in de jaren hiervoor al een prominente plek innamen.
Janneke lijkt qua uiterlijk nauwelijks op de vrouw die ik op tv zie. Het verschil met het moment dat de serie werd opgenomen, in de zomer van 2023, is op dat moment zeker twintig kilo.
“En we gaan voor de dertig!” zegt ze met een grote glimlach op haar blakende gezicht.
Johan stikt bijna in zijn pizza: “Als je het maar laat! Ik vind het meer dan genoeg zo!”
Meteen daarna liggen ze in een deuk met z’n tweeën.
“Lekker joch ben je,” zegt ze.
Of ze weleens hebben nagedacht over een boek, vraag ik ze. Leuk voor de fans, maar zeker ook voor henzelf. Ja, ze hebben daar al vaker over nagedacht en ja, ze vinden ook dat het tijd is om dingen uit hun verleden op tafel te gooien. Niet omdat ze het gevoel hebben dat ze dat ei per se moeten leggen, maar vooral om hun kinderen te vertellen hoe hun eigen jeugd was. En zij weer aan hun kinderen, zij weer aan die van hen enzovoorts. Een boek is wat dat betreft voor de eeuwigheid, zegt Johan: “In een boek krijgen we de kans om te vertellen wie we zijn, waar we vandaan komen en wat we allemaal hebben meegemaakt om tot het gezin te komen dat we nu zijn. Zodat ons verhaal nooit verloren gaat.”
Mijn nieuwsgierigheid is gewekt.
“Mooi!” zeg ik. “Wanneer gaan we beginnen?”
“Zijn we al niet begonnen?” lacht Johan. “Als jij zegt: spring! Dan zeg ik: hoe hoog?”
Dat laat ik mij niet twee keer zeggen: amper een maand later zit ik voor het eerst in het vliegtuig naar Spanje. Het boekcontract zit in mijn handbagage.
Begin april.
“Kijk nou toch!” zegt Johan vanaf de berg achter het huis. “Dit uitzicht is echt onbetaalbaar.”
Voor hem ligt de Cabeçó de la Sal, letterlijk vertaald de kop van zout, de ovalen berg waar al eeuwenlang zout wordt gewonnen en van Pinoso, dat aan de andere kant van de berg ligt, een welvarend en bloeiend dorp maakt. Naast zout komt hier ook veel marmer vandaan, meer dan een kwart van al het marmer in Spanje. Daarnaast vind je hier ook talloze wijngaarden die van Pinoso ook een zeer geliefd wijndorp maken.
Janneke Jelies: ‘Het voelde alsof ik nergens controle over had. Het enige dat ik wel in de hand had, was wat ik mijn mond stopte’
Het huis is een witte stip in een groene oase. De lap grond waarop het staat is meer dan vier voetbalvelden groot. Voor het huis en op de verschillende terrassen daarachter staan olijf-, amandel- en fruitbomen zover je kunt kijken. Op de grond liggen kilometerslange rubberen buizen van het irrigatiesysteem dat de vorige Spaanse eigenaar hier al had aangelegd en dat de bomen van water voorziet. Water is hier namelijk geen vanzelfsprekendheid: het grondwater komt van diep en uit de lucht valt het nauwelijks. De zon schijnt hier zo’n 350 dagen per jaar.
Even hiervoor is onze eerste kennismaking allervriendelijkst. In het huis van de Jelies word je omarmd alsof je ze al jaren kent, ook al kom je er voor het eerst. Dat je ze al denkt te kennen komt vooral ook omdat Janneke, de moeder van het gezin, elke dag een inkijkje in hun leven geeft op social media. We zien hoe de kinderen, op de twee oudsten na, naar hun Spaanse school gaan; hoe Johan niet alleen zijn eigen huis, maar ook andere panden in de buurt opknapt en zo een eigen paradijs voor zijn gezin maakt; hoe Janneke in Spanje haar leven op de schop gooit en met padellen en met een afslankmethode inmiddels al op meer dan 30 kilo is afgevallen; kortom, hoe goed de transformatie van het Urkse naar het Spaanse eigenlijk verloopt. Met horten en stoten, dat wel, maar dat maakt het ook zo leuk.
Niet alleen vermakelijk en inspirerend voor hun fans, maar ook interessant voor de bladen en de showbizzrubrieken die af en toe als bijen op een pot honing op het gezin afvliegen. Janneke hoeft maar iets te posten of amper een paar uur later staan de sites er al mee vol. Da’s de keerzijde van hun populariteit, dat weten ze zelf ook, maar hun leven in de schijnwerpers heeft ook een gunstig effect, zegt Janneke: “Het klinkt misschien gek, maar die camera geeft mij eigenlijk heel veel zelfvertrouwen.”
Machteloos
Voordat de Jelies in 2019 voor het eerst op tv waren en het gezin in Tollebeek woonde, waar iedereen elkaar kent en de sociale controle groot is, leefde Janneke een teruggetrokken bestaan. Zeker toen Johan en zij net twee kinderen hadden kroop ze steeds verder in haar schulp. In De Jelies praat ze daar eigenlijk voor het eerst over: “Het was af en toe best donker in mijn hoofd, wat eigenlijk al in mijn tienerjaren begon. Het voelde alsof ik nergens controle over had, dat ik machteloos stond toe te kijken bij mijn eigen leven. Het enige dat ik wel in de hand had, was wat ik mijn mond stopte.” Voor ze het in de gaten had, ontwikkelde ze een eetstoornis. Die leek te stoppen toen ze zwanger raakte van Jennie, haar eerste kind, maar eigenlijk worstelt ze daar nog steeds mee. Dat dwangmatige, dat alsmaar meer wil willen, in dit geval afvallen, zit er nog altijd in. “Alleen sport ik nu veel meer, padel ik een paar keer per week en leef ik veel gezonder,” zegt ze. “Bovendien geeft ons leven in Spanje mij veel meer rust.”
Zoveel rust dat ze haar verleden steeds meer een plekje kan geven en daarover ook steeds meer durft te praten. Ook over de relatietherapie die Johan en zij ooit ondergingen, waarom ze drie jaar geleden een nieuwe geloofsgemeente vonden op Urk die veel vrijer is dan het geloof waarmee zowel Johan als zij zijn opgevoed en dat elk huisje dus zijn kruisje heeft. Tóch dat addertje in het gras. “Maar laten we er vooral geen therapeutisch boek van maken,” lacht Janneke. “Daarvoor is het leven eigenlijk te mooi.”
In de afgelopen maanden namen ze mij mee naar hun geloofsgemeente op Urk waarvan de leden niet samenkwamen in een kerk maar in een sporthal, bezochten we het jaarlijkse dorpsfeest van Pinoso, vergaapten we ons aan de stieren in de stierenring, gingen we op jacht naar een quad in het nabijgelegen Murcia en dronken we jenever op de Amsterdamse Zeedijk. Waar zij gingen, ging ik, met een boek als resultaat. Toch gek, vindt Janneke: “Als ik het boek lees, is het net alsof het over iemand anders gaat. Maar het gaat toch echt over ons.”
Johan verwoordt dat iets anders: “Het leven lijkt van de buitenkant misschien wel mooi, maar ga het gesprek aan als het tegenzit. Los het niet in je eentje op, maar met elkaar.”
Opeens schrikt hij op: “Trouwens, moet je nog iets hebben van de Chinees?”
Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Privé-archief