Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Micha Jacobs & Edwin Struis

SPORTCOLUMN: Ook jeugdidool Neeskens is opgenomen in het hemelse Oranje-team

Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers samen een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: Johan Neeskens. 

Micha Jacobs & Edwin Struis

Edwin Struis

Het is niet moeilijk het beeld op te roepen: Rinus Michels wachtend bij de hemelpoort om zijn laatste aanwinst te begroeten. De zesde uit de basisopstelling van de WK-finale uit 1974. Na Johan Cruijff, Jan Jongbloed, Rob Rensenbrink, Wim Jansen en Wim Suurbier is nu ook Johan Neeskens aan het hemelen geslagen. Totaal onverwacht, want als je van iemand verwachtte de man met de zeis te slim af te zijn, dan was het De Nees wel. De man die binnen de lijnen vaak zelf de zeis hanteerde.

Dat maakte de schok des te groter. ‘Eterno Neeskens’ stond er op de voorpagina van Mundo Deportivo, de sportkrant uit Barcelona. Eeuwig Neeskens. Wat volgde was een prachtig eerbetoon van meerdere pagina’s over de man die enigszins oneerbiedig Johan II werd genoemd. Maar dat betekende niet dat hij in de schaduw van de allergrootste Johan vertoefde, integendeel. Cruijffs ster kon zo schijnen vanwege de aanwezigheid van de ‘eerste totaalvoetballer ooit’, zoals hij liefdevol werd omschreven. Neeskens was overal op het veld, een box-to-box-speler avant la lettre. Met wie iedereen wegliep, zowel mannen als vrouwen. Hij zette met zijn imposante voorkomen en wapperende manen de vrouwen in vuur en vlam, aan zijn vechtersmentaliteit trok het mannelijke smaldeel zich op.

Zijn populariteit kende geen grenzen, zeker niet toen hij vlak na het succesvolle WK van 1974 in het huwelijk trad met Marianne Schiphof. Heel Heemstede was op 16 juli 1974 uitgelopen om het duo te aanschouwen en toe te juichen. Het dorp zag echt zwart van de mensen op die bewuste dag. Op foto’s zie je hele mensenmassa’s uiteenwijken om plaats te maken voor het bruidspaar.

Heel Heemstede is op 16 juli 1974 uitgelopen voor het huwelijk van Johan Neeskens met Marianne Schiphof.

Zelf trof ik hem in mei 1990 toen zijn biografie het levenslicht zag, in alle eenvoud Neeskens getiteld. Een niemendalletje, maar wel met een voorwoord van niemand minder dan Johan Cruijff. I beschrijft II als ‘een man met niet alleen het hart op de goede plaats, maar ook met hart voor de zaak’. Van die dag in de Heemsteedse boekhandel Blokker herinner ik me nog dat Neeskens voor iedereen de tijd nam, aan elk verzoek voldeed en jonge fans zomaar op de arm nam. Een door hem gesigneerd exemplaar heb ik nog steeds in de boekenkast staan.

En nu is ook dit jeugdidool opgenomen in het hemelse Oranje-team. Ze kunnen met WK-finale-reserve Piet Keizer zich alvast inschrijven voor een 7x7-toernooi. Op de Duitsers uit 1974 is het nog even wachten. Die zijn pas met vier.

Micha Jacobs

Winnen we tóch nog een keer van die Duitsers, zeg ik, al had ik in dit geval liever met 6-4 verloren, dat begrijp je wel. Over de doden niets dan goeds natuurlijk, maar ik heb de afgelopen week zelden zoveel goeds gehoord als over Neeskens. En dat is maar ‘goeds’ ook, want ik ben van een generatie waarin mijn voetbalidolen nog springlevend zijn (en als twee oud-Wereldvoetballers van het Jaar aan tafel zitten bij Rondo op Ziggo) en ik over legendes als Neeskens alleen maar kan lezen.

Zoals ik het een dag na een gewonnen interland of Europese wedstrijd het ook mooi vind om te lezen hoe goed het buitenland ‘ons’ vond, zo las ik afgelopen week ook met groot genoegen hoe de buitenlandse kranten over Neeskens schreven. Alsof we alleen bij de gratie van het buitenland, of liever nog: de aanbidding van het buitenland, de grootsheid van onszelf kunnen afmeten. Grootsheid die we pas zien of erkennen als een ander het zegt.

De Nees presenteert zijn biografie, mei 1990.

Met valse bescheidenheid kan het weinig te maken hebben, daar is de gemiddelde Nederlander te arrogant voor, maar misschien is onze taal te gebrekkig om iemand poëtisch de hemel in te prijzen, ik weet het niet. Met plaatsvervangende trots las ik schitterende Franse en Spaanse volzinnen als: “Zijn penalty’s waren niet zoals die van Panenka: hij schoot de doelman met kanonschoten dwars door het doel” (uit de Spaanse sportkrant AS) en “Michels bedacht het totaalvoetbal, Cruijff was daarin dirigent én solist, maar Neeskens was het complete orkest” (het Franse L’Équipe).

En ik dacht alleen maar: wat schitterend, wat mooi, wat een ongelooflijke ode aan iemand die ik als voetballer nooit heb gekend, maar die ik vooral herinner door de beelden van die exploderende penaltystip in München toen hij vanaf elf meter aanlegde voor die pingel tegen de Duitsers. De opspattende kalk van die penaltystip plakt voor altijd op mijn netvlies, terwijl ik de euforie van dat moment nooit live heb gevoeld. En die ik ook nooit zal voelen aangezien ik weet hoe die wedstrijd eindigde.

Maar het meest ongelooflijke dat ik over die penalty las, was dat Neeskens op dat moment pas 22 was. Met toen al drie Europacups I, één wereldbeker voor clubteams, één Europese Supercup, twee landstitels en twee KNVB-bekers op zak: 22! Ik besefte opeens weer dat de mensen vroeger, en voetballers in het bijzonder, al heel jong ‘oud’ waren. Veel ouder dan nu. Kijk maar naar iemand als Kenneth ‘Babyface’ Taylor die nu even oud is als Neeskens tijdens die WK-finale van 1974 en op ongeveer dezelfde plek op het middenveld van Ajax staat. Een kerel versus een guppy.

Sport
  • Noord Hollands Archief