Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Premium

Acteur Kenneth Herdigein (65): 'Ik kreeg brieven van vrouwen die mij wilden uitwonen, ook p*rno'

Herdigein kennen we natuurlijk uit de serie Zeg 'ns Aaa en is nog altijd op de buis te zien. Zo heeft de acteur nu een rol in het allerlaatste seizoen van Mocro Maffia

Kenneth Herdigein

Van Mandela tot drugsbaas
Kenneth Herdigein (65) is acteur en woont in Amsterdam. Hij is geboren op 12 juni 1959 in Paramaribo, Suriname en kwam op zijn 13de naar Nederland. Voordat naar de toneelschool ging, speelde hij al in diverse theaterproducties. In 1977 zette hij zijn eerste professionele schreden op het toneel. Hij is getrouwd en heeft een dochter: Nina (22). Herdigein is bij het grote publiek bekend van rollen in tv-series als Zeg ’ns Aaa, GTST, Rampvlucht en SpangaS. In het theater nam hij in Amandla! Mandela de rol van Nelson Mandela voor zijn rekening. Op dit moment is hij te zien in seizoen 6 van de misdaadserie Mocro Maffia op Videoland. Hij speelt een clubeigenaar die vanuit Paramaribo een drugsnetwerk runt.

Proost! Op je rol in Mocro Maffia.
“Ja, proost! Mijn karakter in de serie heet Kronto, dat betekent kokosnoot, maar het is ook een ander woord voor cocaïne. Je ziet me voor het eerst in aflevering twee, als je als kijker binnenkomt in een discotheek in Suriname. Kronto heeft in dat land een heleboel discotheken en Tatta, die wordt gespeeld door de magistrale Robert de Hoog, is helemaal uit Nederland gekomen om stennis te schoppen in mijn discotheek. Ik zit daar met een paar mooie vrouwen, maar ze laten eerst alleen mijn hand zien en mijn pols met een gouden horloge. Je ziet vervolgens dat Tatta ruzie krijgt en dan zie je een deel van mijn bril. En zo kom ik stukje bij beetje in beeld. Ze gaan nu echt vechten en ik laat ze oppakken. Als ze door mijn beveiligers in de auto geladen zijn, dan kom ik de achterdeur uit en dan zie je me levensgroot… BAM!”

‘Ik moest grensoverschrijdend gedrag vertonen. Dat is best even wennen voor iemand die zelf eigenlijk een watje is’

Heerlijk, hoe gaat het verhaal verder?
“Dat kan ik je nu natuurlijk nog niet vertellen, hahaha! Maar geloof me: er wordt veel moeite voor gedaan om ervoor te zorgen dat je een goed verhaal te zien krijgt. We hebben bijvoorbeeld een hele dag gewerkt aan het stukje dat ik je net beschreef. Mocro Maffia is ón-Nederlands goed. Ik heb in het begin van mijn acteerloopbaan weleens een lans gebroken voor rollen voor donkere mensen die nou eens niet verbonden zouden zijn aan geweld of criminaliteit. Maar daar stap ik met liefde overheen voor deze rol. Oké, het is geweld en criminaliteit, maar dat zij dan maar even zo, want bij Mocro Maffia doen ze het wel fantastisch. Enorm respect voor de jongens en meisjes die deze serie ooit zijn begonnen. Ze vonden dat ze te veel bot en te weinig vlees kregen in dit vak en daar zijn ze zelf wat aan gaan doen. Ze hebben dat dapper aangepakt en verdomd, het werd een groot succes.”

Klinkt alsof je enorm genoten hebt van deze schurkenrol
“Ja, het was een machtig mooie ervaring. Ik heb genoten op de set, al was het ook wel even wennen, hoor. Zo’n rol als die van Kronto brengt best wat uitdagingen met zich mee. Ik moest grensoverschrijdend gedrag vertonen. De baas van Paramaribo spelen, zo’n man die niet met zich laat sollen. Ik ben zelf eigenlijk een watje, maar die Kronto is zo’n beetje het tegendeel. En ik moest vanaf de allereerste seconde inhaken en inspelen, zoals ze dat noemen. Normaal bereid je een rol voor en maak je afspraken over hoe je het gaat doen, maar merkwaardig genoeg werkte het hier niet als je bij die afspraken bleef. Je moet improviseren, spontaan reageren op wat er gebeurt. Robert de Hoog is daar een meester in. Dat schelden, de smerige taal die uit z’n mond komt, het is allemaal zó verschrikkelijk geloofwaardig. En vergeet ook niet wat de grime doet: één oog van Robert wordt gefixeerd en dat geeft hem die valse look van Tatta. Je gelooft het meteen dat hij de grootste drugsdealer van de wereld is. Een briljant acteur.”

Wat kunnen we van je tegemoet zien na Mocro Maffia?
“Ik ga weer Anoniem doen, een televisieserie van BNNVARA waarin Jeroen Spitzenbergen en Anniek Pheiffer een stel speelt dat een geheim dubbelleven voor elkaar verborgen houdt. Hij is een geschiedenisleraar die betrokken raakt bij criminele zaken, zij is een officier van justitie. Het vorige seizoen was een enorm succes. Verder begin ik deze maand met een televisieserie die wordt gemaakt ter gelegenheid van 750 jaar Schiedam. Een verhaal gebaseerd op Hamlet, maar het draait niet om een koningshuis maar om een jeneverfamilie. Dat past beter bij Schiedam. Het verhaal van Shakespeare wordt aangehouden, maar dan in de jeneversfeer. Ik heb er veel zin in.”

Als je terugkijkt op de personages die je hebt gespeeld, wat is dan de rol die het meest indruk op je gemaakt heeft?
“Die in de musical Amandla! Mandela uit 2009 is zonder enige twijfel mijn mooiste ervaring op acteergebied. De nominatie die ik in 2010 ontving als Beste Acteur voor de korte film Johnny Bingo was ook heel bijzonder. Maar wat de meeste impact had, is mijn hoofdrol in de televisieserie Op zoek naar Jolanda van Wim T. Schippers, geproduceerd door de VPRO in 1984. Voor het eerst speelde er toen iemand van Surinaamse afkomst de hoofdrol in een witte serie.”

In de film Paramaribo Papers speelde je de rol van een bevelhebber in de tijd van de Decembermoorden. Een rol die heel dicht bij je persoonlijke leven kwam.
“Mijn vader was Olton van Genderen, hij was minister van Binnenlandse Zaken en viceminister-president van Suriname toen op 25 februari 1980 de zogeheten ‘Sergeantencoup’ plaatsvond, waarbij militairen onder leiding van Desi Bouterse aan de macht kwamen. Op 8 december 1982 werden in Fort Zeelandia vijftien tegenstanders van dit militaire regime zonder vorm van proces gemarteld en geëxecuteerd. Mijn vader werd in die periode door het militair gezag vastgezet en mishandeld. Hij kwam uiteindelijk met een geldboete vrij.”

‘In een klap was er niets meer over van dat fantastische land waar alle bevolkingsgroepen vredig met elkaar samenleefden’  

Jij was toen al in Nederland. Dat moet niet makkelijk geweest zijn.
“Nee. Ik ben één van die Surinamers die er persoonlijk op werd afgerekend. Maar het was voor geen enkele Surinamer in Nederland makkelijk. Het kwam allemaal als een donderslag bij heldere hemel. We waren altijd een fantastisch land, waar alle bevolkingsgroepen met elkaar samenleefden. Op het plein stonden een moskee, een kathedraal en een synagoge. We waren zo verschillend als de pest, maar we vormden één vredelievend volk. En dat was opeens allemaal weg. Je kunt het wel vergelijken met wat Nederlanders is overkomen door de moord op van Gogh en Fortuyn: de onschuld ging naar de kloten. We waren in Nederland in de jaren 60 en 70 echt toleranter. We waren een voortrekker. Komt dat ooit terug? De mensen die nu aan de bal zijn, moeten laten zien dat ze kunnen toveren. Je houdt je hart vast. Het zit me wel dwars. Alles wat je op school hebt geleerd over de oorlog: je ziet het nu weer druppelsgewijs overal binnenkomen. Ook racisme wordt erger. Maar ik geloof niet in mensen de mond snoeren. Dat is nooit een optie. Je moet er wel tegen opstaan, vind ik. Ik geloof in een zelfreinigend mechanisme: als je te ver gaat, doe je op een gegeven ogenblik vanzelf niet meer mee.”

Voel je je eigenlijk een echte Surinamer?
“Ik zeg weleens dat ik een nep-Surinamer ben, want ik ben altijd op tijd. Hahaha! Ik ben heel plichtsgetrouw: als ik weet dat ik aan het werk ga over zes weken dan studeer ik dag en nacht op de tekst en dan heb ik het overmorgen in mijn hoofd. Maar ik ben zeker Surinamer als het op eten en koken aankomt. Mijn favoriete gerechten? Alle recepten van mijn moeders hand. Daar horen groentesoorten bij die je echt moet leren eten van kinds af aan. Antroewa, sopropo, hmmm… Door je moeder gemaakt is dat het lekkerste. Maar ook voor pom mag je me wakker maken. Dat is in feite een geraspte wortel – niet te verwarren met onze oranje wortel – gevuld met kip en zoutvlees en soepgroente, die je in de oven doet. Dat eet je pas de volgende dag. Mijn moeder is 96 jaar. Ik bel iedere dag met haar. Ook om even een recept samen door te nemen.”

Onlangs overleed regisseur Pim de la Parra, een man van wie je weleens hebt gezegd dat je hem als een soort vader beschouwde.
“Het nieuws van zijn dood greep me enorm bij de keel. Mijn hoofd is er nog steeds vol van. Je beseft opeens hoeveel hij voor je betekende. Een soort van vader, ja, maar veel meer nog: broertje, kind, oma, opa, dochter, zoon. Dat was hij allemaal voor me. En nu is hij er niet meer. Hij gaat dus nooit meer… Hij gaat me dus nooit meer op mijn verjaardag bellen en dan een mooi lied voor me zingen.”

En je dochter, hoe gaat het met haar?
“Heel goed! Ze is mijn grootste schatje. Ook al laat ze tot mijn grote ergernis de afwas gewoon op het aanrecht staan. Dan leg ik een briefje voor haar neer: ‘Ruim je troep op als je hebt gegeten! Als je troep maakt, moet je het opruimen en niet het lekker laten staan omdat je moeder er toevallig niet is.’ Een heel A4-tje met mijn klachten schrijf ik dan vol.”

Leest ze het echt?
“Ja, ze leest het en ze gooit het ook meteen weg. Maar de troep wordt dan wel opgeruimd. Ik ben er inmiddels achter dat ze het niet doet uit balorigheid. Helemaal niet zelfs: ze is een echte kokkin en die heeft gewoon alles nodig! Haha! Nee hoor, ze is echt een schat. Iemand die het juk van de hele wereld op zich neemt. Palestina, Israël, racisme, seksisme, alles neemt ze zo mee. Best zwaar voor haar. Soms denk ik: misschien had ik haar toch niet totaal zonder geloof moeten opvoeden. Geloof, ook al is het bedrog, ook al is het ingebeeld, kan je toch troost geven. Troost waar ze soms op zoek lijkt.”

Ben je zelf eigenlijk religieus?
“Ik ben religieus opgevoed en wel zodanig dat het beklemmend was, dat het een juk was. Ik ben zo vaak bang gemaakt met het geloof, echt geterroriseerd. ‘God gaat je straffen! Doe je het niet? God gaat je straffen, wacht maar!’ Dus toen ik op eigen benen kwam te staan dacht ik: bekijk het maar met je kutgeloof.”

‘Bij de kraam duwde ik haar een bos bloemen in de armen en toen ben ik er als een haas vandoor gegaan’

Vrouwen lopen nogal met je weg, horen we.
“Ik heb altijd wel veel aandacht gehad van vrouwelijke fans. Toen ik dokter John Wijntak speelde in Zeg ’ns Aaa kreeg ik brieven van elfjarige meisjes die met allerlei psychische klachten zaten en die dachten dat ik dat voor ze kon oplossen. Maar ik kreeg ook brieven van vrouwen die mij wilden uitwonen. Ook porno. Hahaha!”

Jij kreeg pornobrieven?
“Ja. Veel ook wel.”

En wat deed je daar mee?
“Nou niets, ik was te schijterig. Ik deed er totaal niets mee in vergelijking tot wat ik er nu mee zou doen. Ik had ook haters, trouwens. Toen ik Zeg ’ns AAA deed, schreven ze bijvoorbeeld: ‘Wat doet die neger in m’n huiskamer?’ Dat soort brieven.”

Daar zakt je broek van af natuurlijk.
“Ja, zeker. Maar er waren meer gekke dingen. Ik herinner me ook cassettebandjes van een vrouw die een kwartier lang mijn hele verleden doornam en ook nog mijn toekomst ging voorspellen. Ze was psychiater. Ja, echt waar. Ik was zo onder de indruk dat ik haar wilde ontmoeten. Toen kwam ze bij me thuis en wilde ze niet meer weg. Toen moest ik mijn vrienden gaan vertellen dat ik niet kon komen omdat ik een vrouw had die mijn huis niet meer uit wilde en die zeiden: ‘Ja, Kenneth, het is ook te stom voor woorden dat je haar binnen hebt gelaten!’ En toen is ze de hele nacht gebleven.”

Je kreeg haar de deur niet uit?
“Inderdaad, ik kreeg haar de deur niet uit. Dus ik moest iets verzinnen. Het was zaterdag en dan haalde ik altijd witte rozen van de bloemenstand op de Lindengracht. Dus ik zei: ‘Ik moet even bloemen ophalen, ga je mee?’ Nou, ze ging mee. Bij de kraam heb ik haar die bos bloemen in de armen geduwd, ik riep ‘De mazzel!’ en ben er toen als een haas vandoor gegaan.”

Lijkt wel een stoute jongensdroom. Had je zulke dromen? En zijn die een beetje uitgekomen?
“Jazeker, toen ik populair dreigde te worden, stond ik in bladen als Panorama en Nieuwe Revu. Mooie, grote foto’s en daarnaast een beetje tekst. De mooiste was de foto op de cover van Playboy in mei 1990. Stond ik achter Kiki Classen in haar spijkerjasje en zag je tussen mijn vingers haar tepels. Mooie tijden waren dat!”

Tot slot: heb je nog een boodschap voor de mensheid?
“Ik hoop dat we onszelf minder belangrijk gaan vinden en anderen juist meer. En dat hoop ik voor iedereen. Dat neppe gedoe, daar is toch niks aan? Je eigen mening zo verschrikkelijk belangrijk vinden. Altijd maar roepen: ‘Daar heb ik recht op!’ Rot toch op, wees empathisch. Denk eens aan een ander.”

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Entertainment
  • Ivo van der Bent