Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Week van Toen: Desi speelt verstoppertje (1986)

Elke week poetsen we een pareltje op uit het rijke archief van Panorama (anno 1913). Deze week, uit editie 38, 1986: 'Ik geef nooit op: ik ben een winner'

Desi

Na decennialang getouwtrek en als gevolg daarvan diplomatieke spanningen tussen Suriname en Nederland werd Desi Bouterse, oud-president van Suriname, eind vorig jaar dan definitief veroordeeld tot twintig jaar cel voor zijn betrokkenheid bij de Decembermoorden van 1982. De rechter achtte eindelijk bewezen dat onder leiding van Bouterse vijftien tegenstanders van zijn militaire regime begin jaren tachtig zonder proces uit de weg werden geruimd. Normaal betekent dat linea recta de gevangenis in, of in zijn geval ongetwijfeld een luxe gevangenis, maar dat liep anders. Nog steeds. Want waar is Bouterse eigenlijk?

In januari van dit jaar werd hij voor het laatst gezien in Suriname, in april kwam opeens het bericht dat hij niet meer welkom is in Amerika en als klap op de vuurpijl zette Interpol hem ook nog eens op hun most wanted-lijst van voortvluchtige criminelen. Zou hij zich dan tóch ergens in het onherbergzame binnenland van Suriname ophouden, ver weg van alle beschaving? Is dat de enige plek waar de autoriteiten hem niet te pakken krijgen? Of is hij altijd al een moeilijk te bereiken legerleider, bevelhebber en, zoals hij zelf altijd graag aangesproken wilde worden, commandant geweest?

In 1986 was Bouterse al behoorlijk onbereikbaar, tegenwoordig al helemaal 

In 1986 mochten we bij hoge uitzondering bij hem ‘op audiëntie’ in Paramaribo, geïnitieerd door niemand minder dan journalist Willem Oltmans die, zoals hij het zelf zei, ‘close friends’ was met ‘de bevel’. Wij stuurden John Drieskens eropaf, onze verslaggever van toen, die eenmaal aangekomen op vliegveld Zanderij begon aan ‘de gekste 46 uur van zijn leven’.

Eerst zou het interview op zondag plaatsvinden, toen pas op maandag, maar niet voordat we een uitgebreide rondleiding kregen van de chef-staf op de kazerne waar Bouterse en zijn zestien onderofficieren zes jaar eerder, in 1980, hun militaire coup pleegden. Theater van de bovenste plank natuurlijk en een niet zo subtiele poging om de ‘grootsheid’ van Bouterse te laten zien aan het buitenlandse bezoek, zoals het gevolg van Vladimir Poetin je ongetwijfeld ook probeert te intimideren als je op bezoek mag in het Kremlin, maar daar waren we uiteraard niet gevoelig voor. Of toch wel?

Drieskens legde weliswaar kleine waakvlammetjes aan de schenen van Bouterse – over zijn tegenstander Ronnie Brunswijk bijvoorbeeld over wie Bouterse zei: “Hij is omringd door een legertje van junks die voor hem doden, maar als de bosnegers stop zeggen, is het gedaan met hem” – maar hoeveel vragen hij ook stelde, Bouterse bleef maar als een gladde aal uit zijn handen glijden. Met succes blijkbaar, want aan het einde van het interview moest Drieskens toegeven dat Bouterse, zelfs als de dictator die hij was en is, ‘best een aardige vent was’.

Drieskens: “Terwijl ik weet dat hij tenminste verantwoordelijk is voor vijftien doden die in de nacht van 8 op 9 december 1982 in Fort Zeelandia vielen en dat hij nooit het achterste van zijn tong zal laten zien.” En toch gingen we, want zo’n kans krijg je niet vaak. Nu hij op de vlucht is al helemaal niet meer.