Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Premium

Panorama brengt een (teleurstellend) bezoekje aan Maradona's eerste woning

Op 22 juni 1986, nu meer dan 38 jaar geleden, maakte Diego Maradona in de WK-kwartfinale tegen Engeland zijn wereldberoemde doelpunt met zijn linkerhand. Onze verslaggever Marco van Nugteren bezocht het huis waar ‘Pluisje’ vanaf zijn achttiende twee jaar lang heeft gewoond.

Maradona

In 1972, jaren voordat hij met zijn voeten de Italiaanse stad Napoli betovert, vermaakt een 12-jarige Diego Maradona in de rust van wedstrijden van Argentinos Juniors het publiek al door op de middenstip een bal hoog te houden. Op zijn 16de debuteert hij in het eerste elftal van de club uit Buenos Aires. Twee weken later maakt hij zijn eerste doelpunt in het profvoetbal. En binnen een jaar draagt hij voor het eerst het shirt van het Argentijnse nationale elftal.

Wil Argentinos Juniors voorkomen dat hun grootste parel zwicht voor aanbiedingen van topclubs als Boca Juniors en River Plate, dan moet de club hem zien te verleiden met een aanbod dat hij niet kan weigeren. Ter ere van zijn 18de verjaardag doet het bestuur hem een lucratief voorstel. Zet hij zijn handtekening onder een contract met Argentinos Juniors, dan betaalt de club hem niet alleen een redelijk salaris, maar schenkt het hem ook iets anders waardevols: een arbeiderswoning in de wijk La Paternal in Buenos Aires, op steenworp afstand van het stadion van de club. Een enorme sprong vooruit vergeleken met waar Diego al zijn leven lang woont: de krottenwijk Villa Fiorito, in het zuiden van Buenos Aires.

Over dit voorstel hoeft de jonge Diego niet lang na te denken. Hij zet een krabbel, neemt de sleutel in ontvangst en verhuist niet alleen met zijn vader Diego sr. en zijn moeder Dalma naar het huis, maar ook met zijn vijf zussen María Rosa, Rita, Elsa, Ana María en Claudia én zijn twee broers Raúl en Hugo. Met z’n tienen wonen ze twee jaar lang, totdat Diego alsnog overstapt naar Boca Juniors, onder het dak van een rijtjeshuis aan de Lascano 2257 in de rustige arbeiderswijk, ver buiten het drukke centrum van Buenos Aires.

Bij dát huis bel ik nu aan. Als eerbetoon aan de man die Argentinië op het WK van 1986 een godsgeschenk bezorgde, is de woning sinds een paar jaar ingericht als museum: La Casa de D10S (met een verwijzing naar zijn rugnummer). Oftewel: Het huis van God. Een kleine vrouw van in de dertig, met donker haar en een bril, doet open.
Hello!” glimlacht ze vriendelijk. “Twelve dollar please.”

Op een plat televisiescherm is een interview met Maradona te zien toen hij al minstens vijftig jaar oud was. Het is alsof een middeleeuws paleis is aangekleed met laminaat

Standbeeld

Onze ‘eigen’ Diego Maradona, de in 2016 overleden Johan Cruijf, groeide op in zijn ouderlijk huis aan de Akkerstraat 32 in Betondorp, een buurt in Amsterdam-Oost. Nog altijd is dat een sociale huurwoning. Om de zoveel tijd zijn er plannen om het huis om te toveren tot een museum over de legendarische nummer 14. Plannen die mij als Ajacied altijd als muziek in de oren klonken, maar waarvan ik me op deze ochtend als bezoeker van La Casa de D10S ernstig begin af te vragen of ze niet beter definitief bij het grofvuil kunnen worden gegooid. Vanaf de eerste seconde stelt mijn bezoek aan het museum teleur. Nadat ik mijn eerste voetstap in het huis heb gezet en achter me de deur in het slot valt, begint Brenda, de vrouw aan wie ik twaalf dollar heb gegeven en die mij als gids door de woning leidt, in de gang direct met praten. Woord voor woord dreunt ze uit haar hoofd een ingestudeerde tekst op.

“Welkom in het huis van Diego. Dit huis is een aantal jaar geleden in het bezit gekomen van de Raad voor Historische Studies van de wijk La Paternal. Onder leiding van voorzitter Alberto Miguel Perez Martin heeft het huis een nieuwe functie gekregen en is het een plek geworden die dient als eerbetoon aan de beste voetballer aller tijden.”

Dit gouden beeld moet Maradona voorstellen.

Brenda praat net zo monotoon als de stem van de audiotour van het Rijksmuseum. Nog altijd in de gang leidt ze me direct naar een tafel in een donkere hoek met daarop een goudkleurig standbeeld van de in 2020 op 60-jarige leeftijd overleden Maradona. Een standbeeld zoals de meeste standbeelden: spuuglelijk. Om te beginnen lijkt zijn gezicht helemaal niet. Voor iemand die nogal vaak liep te vloeken en te tieren (op journalisten, op de scheidsrechter, op wie dan ook) heeft hij een veel te grote glimlach. Zijn gezicht is zó kinderlijk dat het eerder lijkt op het gelaat van Lionel Messi. Óók gek is dat het goudkleurige standbeeld het blauwwitte shirt van het nationale elftal van Argentinië lijkt te dragen, maar op zijn borst pronkt dan weer het logo van Argentinos Juniors.

Verder hangt er om zijn nek een enorme ketting met daaraan een kruis en twee religieuze figuren. Een van hen zal vermoedelijk wel God zijn, maar wie is die ander? En waarom ligt er tussen zijn voeten een soort masker? Een afdruk van een gezicht: is het zijn eigen gezicht, of dat van iemand anders? Vragen die op mijn lippen branden en die ik dolgraag aan Brenda wil stellen. Maar zodra ik me omdraai, zie ik dat ze al in de deuropening staat naar de volgende ruimte. Met haar hand wenkt ze me. Ik ben amper een minuut binnen. “Kom,” zegt ze, “we gaan naar de woonkamer.”

Het keukentje mag slechts van afstand bekeken worden.

Fles drank

In de woonkamer dreunt Brenda direct het volgende riedeltje op. “Deze kamer is de enige ruimte in dit pand die niet meer in zijn originele staat is. Vroeger stond hier een extra wand tussen die de woonkamer scheidde van een extra slaapkamer. Daar sliepen de zussen van Diego.”

Bij de eerste aanblik op de woonkamer bekruipt mij direct het gevoel dat het museum hinkt op twee gedachten. Aan de ene kant is het net alsof ik binnenstap in het huis van mijn eigen oma. Het roept de sfeer op van de jaren zeventig, toen de familie Maradona hier woonde. Tegen de muur staan antieke kasten, in het midden van de kamer een oude eettafel met ouderwetse stoelen. Tegelijkertijd hangen er, om Maradona te eren, ook allerlei relikwieën aan de muren, die er in de jaren zeventig nooit gehangen kunnen hebben. De muren zijn versierd met voetbalshirts. Schilderijen van Maradona, die pas zijn gemaakt járen nadat hij hier woonde, hangen links en rechts in de kamer. Op een plat televisiescherm, dus géén toestel uit de jaren zeventig, is een interview met Maradona te zien toen hij al minstens vijftig jaar oud was. Het is alsof een middeleeuws paleis is aangekleed met laminaat.

Ondertussen wil ik de kasten met Maradona-prullaria van dichtbij bestuderen, maar Brenda denkt daar kennelijk anders over. Elke keer als ik voor een kast of een vitrine blijf staan, loopt de ‘gastvrouw’ een paar stappen door. Pas een paar meter verderop blijft ze stilstaan en draait ze zich demonstratief naar me toe. Alsof ze wil zeggen: opschieten! Binnen slechts een paar minuten verlaten we de woonkamer alweer en leidt Brenda me naar de keuken. Een ruimte waarvan de deuropening wordt geblokkeerd door een ketting. Alleen vanachter die ketting mag ik de keuken in me opnemen. Op de eettafel in het midden van de keuken staat een lege fles drank. Aan de wand hangt een foto van pa en ma Maradona met twee van hun dochters en twee van hun zoons, zittend aan diezelfde eettafel. Het liefst wil ik erheen lopen om te zien wie van de kinderen Diego is, maar dat mag dus niet. Bovendien is Brenda niet van plan om het vandaag laat te gaan maken. Ze loopt alweer door.

Copa Libertadores

Onderaan de trap naar de bovenverdieping valt mijn blik op een zilveren beker die in een hoek tegen de muur staat. Het is een nagemaakte versie van de Copa Libertadores, de Zuid-Amerikaanse variant van de Champions League-trofee.
“Huh? Maradona heeft de Copa Libertadores toch nooit gewonnen?” vraag ik aan Brenda.
Driftig begint ze met haar hoofd te knikken. “Jawel hoor.”
“Met welke club dan?” vraag ik.

Brenda en een replica van de Copa Libertadores. Klein detail: Maradona heeft die trofee nooit gewonnen.

Voor een gids in een museum over Maradona weet Brenda verrassend weinig over Maradona. Als een actrice heeft ze haar teksten uit haar hoofd geleerd, maar nu ik eindelijk mijn kans heb gezien om haar een vraag te stellen, staat ze direct met haar mond vol tanden. In zijn vijf seizoenen als speler van Argentinos Juniors (1976-1981) slaagde Maradona er niet in om de club naar de Copa Libertadores te leiden. Het jaar daarop maakte hij Boca Juniors landskampioen, waarmee de club zich wel kwalificéérde voor de Copa Libertadores, maar voordat het daaraan deelnam, stapte hij al in het vliegtuig naar Europa. Daar droeg hij het shirt van FC Barcelona (1982-1984), Napoli (1984-1991) en Sevilla (1992-1993). Toen hij in de herfst van zijn carrière terugkeerde naar Argentinië, speelde hij nog voor Newell’s Old Boys (1993-1994) en opnieuw voor Boca Juniors (1995-1997), maar wederom niet in de Copa Libertadores. Zijn hele leven lang speelde hij nog geen seconde in het prestigieuze clubtoernooi. Toch staat hier een nagemaakte kopie van de beker in vol ornaat te glimmen.

“Ik was altijd in de veronderstelling dat Maradona nooit een wedstrijd in de Copa Libertadores heeft gespeeld,” doe ik maar net alsof ik het zelf ook niet honderd procent zeker weet.

Nonchalant haalt Brenda haar schouders op. “Volgens mij won ie ‘m met Boca,” besluit ze.

Maradona krijgt schoppen tegen Bilbao.

‘Gracias 10’

Nadat we bovenaan de trap een kijkje hebben genomen in de oude slaapkamer van Maradona, bereiken we het deel van de rondleiding waarover ik me misschien wel het meest verbaas. Een klein kamertje is ingericht als een soort heilige plek. Bijna elke vierkante centimeter van de muren is beplakt met foto’s, stickers, kaartjes of iets anders van Maradona. De zeldzame delen van de muren waarop níets hangt, zijn met een stift voorzien van een persoonlijke boodschap. Zoals ‘Gracias, Diego’. Of: ‘Viva Napoli!’ Brenda: “Welkom in het kapel van La Casa de D10S. Deze ruimte is ingericht met spullen die aanbidders van Maradona hier als eerbetoon aan hem achter hebben gelaten. Uit alle delen van Argentinië, maar ook uit allerlei andere landen komen zij hiernaartoe met iets dat voor hen veel waarde heeft en waarvan zij vinden dat het hier thuishoort.”

De slaapkamer van Pluisje.

Tussen de tientallen foto’s van Maradona, waarvan de meeste als speler van Argentinië, bevinden zich allerlei attributen. Een vaantje van Argentinos Juniors. Een cover van het muziekblad Rolling Stone met daarop een foto van Maradona. Een tekening waarop Maradona is afgebeeld als Jezus aan het Laatste Avondmaal met de twaalf discipelen. Twee sneakers waarop met een stift is geschreven: ‘Gracias 10’.

Gek genoeg zijn er onder de attributen ook enkele ‘pronkstukken’ die helemaal niets met Maradona te maken hebben. Een kaartje van de bootreis van Montevideo naar Buenos Aires. Een vlag van Groot-Brittannië. Een foto van Marco van Basten als speler van AC Milan. Een basketbalshirt met op de achterkant de naam van Michael Jordan. Een sticker van De Graafschap! Brenda: “Onlangs belde hier een vrouw aan uit Mendoza, hier duizend kilometer vandaan. Ze wilde graag iets aan het museum overhandigen. Een plattegrond van Argentinië. Voor haar was dat symbolisch voor het feit dat heel het land van hem hield.”

Het Laatste Avondmaal met Diego pontificaal in het midden.

Zou het echt waar zijn? Zouden al deze attributen hier zijn achtergelaten door aanbidders van Maradona, nota bene uit alle hoeken van de wereld? Of is het vooral een leuk verhaal om te vertellen? En zijn de foto’s aan de muren en alle andere prullaria in het echt het werk van de makers van het museum? Eerlijk gezegd weet ik inmiddels niet meer wat ik moet geloven. De vraag of ik ook iets wil achterlaten, stelt Brenda me in ieder geval niet. “Kom,” zegt ze. “We gaan weer verder.”

Dit museum is geen ode aan Diego Maradona, dit museum is vooral een manier om zoveel en zo snel mogelijk de zakken van de eigenaar te vullen

Fanshop

Snel laat Brenda me nog even het dakterras zien, met als klein hoogtepunt een muurschildering met de afbeelding van Maradona, waarna ik alweer naar de laatste kamer van het museum word gedirigeerd. Aan rekken hangen tientallen voetbalshirts: niet uit de jaren zeventig of tachtig, maar moderne. Op een tafel liggen petjes. In een glazen vitrine staan witte mokken. Pas als ik ontdek dat er ook een balie is, waar een vrouw achter zit van in de vijftig, valt bij mij het kwartje. Dit is de fanshop. “Hier kun je iets kopen,” verduidelijkt Brenda me voor de zekerheid ook nog maar. Tactisch blijft ze in de deuropening staan. Nu lijkt ze ineens alle tijd van de wereld te hebben. Terwijl ik stap voor stap langs de rekken met voetbalshirts schuifel en mijn interesse veins in een shirt van Napoli, priemen haar ogen in mijn rug. Voorzichtig laat ik mijn blik over het prijskaartje glijden. ‘80.000 Argentijnse peso’, staat erop. Omgerekend: 70 euro. Mij iets te duur voor een shirt dat ik nooit ga dragen. Een petje dan maar? Een mok? Ik voel de druk van Brenda om iets te kopen. Maar wat moet ik ermee?

In de fanshop kunnen peperdure shirts aangeschaft worden.

Uiteindelijk valt mijn blik op waarschijnlijk het goedkoopste attribuut in de shop: een reep chocolade, met op de folie een afbeelding van Maradona. Prijs: 800 Argentijnse peso. Omgerekend 70 cent. Ik besluit om die dan maar te kopen. Terwijl ik aan de kassa sta af te rekenen, klinkt ondertussen de deurbel. “Dit was het einde van de rondleiding,” zegt Brenda. “Bedankt voor je komst. Ik leid je nog even naar de uitgang.”

Met een reep chocolade in mijn hand loop ik achter Brenda aan, die mij via de trap naar beneden en terug door de woonkamer naar de voordeur leidt. Ik ben nog geen half uur binnen geweest. Dit museum is geen ode aan Diego Maradona, dit museum is vooral een manier om zoveel en zo snel mogelijk de zakken van de eigenaar te vullen.

“Tot ziens!” zegt Brenda en ze trekt de deur voor me open. Buiten staat de volgende groep van vijf toeristen al te wachten tot het naar binnen mag.

Hello!” glimlacht Brenda vriendelijk naar ze. “Twelve dollar please.”

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Sport
  • Marco van Nugteren, ANP