Na The Voice en DWDD vorig jaar lazerde dit jaar wéér een tv-instituut keihard van zijn voetstuk: Studio Sport. Want op die redactie, zo onthulde de Volkskrant, zou al decennialang een onveilige werksfeer heersen door het machtsmisbruik, pestgedrag en intimidatie van met name prominente verslaggevers en presentatoren. Een sfeer die verder zou gaan dan ‘kantinepraat’ en waar voornamelijk (jonge) vrouwen en stagiaires het slachtoffer van werden. Een prominente dader werd al snel aangewezen: Tom Egbers, al sinds 1984 werkzaam bij Studio Sport.
In 1987, toen Egbers nog werd gezien als een jong talent en van de recente aantijgingen nog geen sprake was, namen onze verslaggever Rolf Stallinga en fotograaf Hans Heus er al een kijkje achter de schermen. Niet zomaar natuurlijk: in de jaren daarvoor was het al hommeles daar, dus we wilden hoogstpersoonlijk poolshoogte nemen. De eerste zinnen van onze reportage van toen zijn, zeker met de wetenschap van nu, redelijk opmerkelijk: “Nog niet zo lang geleden was het een merkwaardige bende bij Studio Sport: de bijlen vlogen door de redactielokalen.” Historicus en journalist Ad van Liempt was net aangesteld als puinruimer waarna er ‘weer werd gelachen’ op de redactie, al was dat buiten het humeur van Mart Smeets gerekend.
De openingsscène van toen levert met terugwerkende kracht een prachtig tijdsbeeld op, al zeggen we het zelf: “Terwijl Tom Egbers tien minuten voor de uitzending in de studio een sigaret wegpaffend zijn tekst doorneemt, zakt Mart Smeets met een glas rode wijn in de hand breed grijnzend achterover in een stoel: ‘Jongens,’ spreekt hij, ‘er kan nu niets meer aan het programma veranderd worden en dat is héél erg! (…) Nou, alleen als Cruijff zijn been breekt.’”
Even later begon Smeets hartgrondig te vloeken, want er kwamen op het allerlaatste moment tóch nog beelden binnen van de tennistoernooien van Parijs en Stockholm en die móésten erin. Want beelden waren heilig in die tijd, heiliger dan de praatjes in de studio. “Het zal toch niet waar zijn,” vloekte Smeets. “Ai ai ai, wat een kuttekoppen!”
We keken, luisterden en schreven mee, een volle week die vooral bol stond van eredivisie- en Europacupvoetbal en waar het eeuwige cliché dat de Studio Sport-redactie vooral uit Ajax-supporters bestond werd bevestigd. Als Ajax-spits John Bosman scoorde, veerde de hele redactie op, als Feyenoord scoorde begon het getier: “Die vieze mazzelaars van Feyenoord!”
Saillant is wel, zeker met de ogen van nu, hoe Tom Egbers werd gezien door zijn collega’s: “Tommy moet Tom worden: hij is nog te veel het jochie dat je over zijn bol aait.” Uiteraard werd hij op straat herkend, maar wat wil je ook in een tijd waarin we nog maar twee Nederlandse tv-zenders hadden en Studio Sport wekelijks door maar liefst zes (!) miljoen mensen werd bekeken. Egbers destijds: “De reacties die ik krijg zijn onbenullig of aardig, maar zelden kwaadaardig.” Zou hij tegenwoordig hetzelfde zeggen, denk je?