Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Micha Jacobs & Edwin Struis

Gluren naar Becks en Posh in het spelershome van Manchester United

Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers samen een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: David beckham.

Micha Jacobs & Edwin Struis

Edwin Struis

Omdat ik me toch hoog boven de Atlantische Oceaan bevond, en dus redelijk verstoken van communicatie, vond ik het de hoogste tijd worden om, naast wat geplastificeerd eten, de avonturen van David Beckham tot me te nemen. Er was zojuist namelijk een vierdelige serie over het voetballende model verschenen op Netflix, die door velen met de nodige loftuitingen werd begroet.

Ik moest meteen terugdenken aan een gedenkwaardige avond op Old Trafford, na een Champions League-kwartfinale tussen Manchester United en Internazionale in het voorjaar van 1999. The Red Devils waren onderweg naar een al even gedenkwaardige finale in Barcelona, waar Bayern München op de knieën ging via twee late doelpunten, en in de aanloop erheen volgde ik voor Sportweek de Rots van Kampen, bijgenaamd Jaap Stam.

Onvergetelijk zijn de beelden van Jaap die continu in de clinch ligt met Inter-spits Ivan Zamorano, en zich daarbij van zijn meest onverzettelijke kant laat zien. De Chileen krijgt werkelijk geen millimeter ruimte van de stoere stopper met het imago van een skinhead. In die zin had hij nog iets gemeens met David Beckham die zichzelf ooit ook van zo’n coupe voorzag, naast een stuk of veertig andere. Verder houden de overeenkomsten natuurlijk op. Waar Jaap Stam ’s ochtends keurig de flessen buitenzette voor de melkboer, moest mooiboy Beckham de paparazzi van zich afschudden, vaak letterlijk. Waarbij hij het zichzelf niet makkelijk maakte door een relatie aan te gaan met een Spice Girl, de meest chique (posh) van het spul.

Na de wedstrijd tegen Internazionale smokkelde Stam mij de krap bemeten ruimte binnen die dienstdeed als een soort spelershome. En hield me voor om vooral op de entourage van het duo Becks/Posh te letten. En inderdaad: iedereen hield het showkoppel angstvallig in de gaten. Als zij bewogen, meanderde bijna iedereen mee. “Wat een leven,” verzuchtte Stam. “Dit zou helemaal niks voor mij zijn.”

En toen moest de apotheose nog komen. Waar elke Mancunian door de voordeur vertrok gewapend met een viltstift om de handtekeningenjagers op hun wenken te bedienen, werd voor David & Victoria de achterdeur op een kier gezet, waarvoor hun (vlucht)auto op een millimeter afstand werd geparkeerd, zodat de paparazzi geen ruimte werd gegund om hun verderfelijke werk te doen. Ik stond erbij, keek ernaar, deed de deur voor ze open en vermaakte me verder kostelijk. Net als trouwens met de Netflix-documentaire Beckham. Dit is even wat anders dan Volendam, een dorp in de eredivisie. Kijken, Jacobs!

Micha Jacobs

Ja ja ja... als ik een euro zou krijgen van iedereen die deze serie tipt, dan had ik allang drie weken Bahama’s kunnen boeken. Terwijl elke tip, hoe goedbedoeld ook, compleet overbodig is: uiteráárd heb ik ’m gezien. Samen met mijn vriendin nog wel, maar dat moet je natuurlijk nooit doen. Uit bescherming van haar, welteverstaan.

Als je net als ik elke voetbalwedstrijd uit de jaren negentig kunt dromen en elk detail kent van die legendarische Engeland-Argentinië op het WK van 1998, de daaropvolgende heksenjacht op ‘zondaar’ Beckham en vooral zijn herrijzenis daarna, met die onwaarschijnlijke apotheose in Camp Nou waar Beckham met United de treble voltooide (Premier League, FA Cup, Champions League), dan verander je tijdens het kijken al snel in één grote spoiler-alert. Zeker toen Diego Simeone in beeld verscheen, met zijn geniepige, schuldbewuste kraaloogjes.

Ik: “Ach ja, Simeone. Klootzak!”

Zij: “Wie?”

Ik: “Huidige trainer van Atlético Madrid, Argentijnse bloedhond die Beckham zo meteen een rode kaart aansmeert.”

Zij: “Ah.”

Ik: “Die kaart die Beckham tot de meest gehate man van Engeland maakte.”

Zij: “Fijn dat ik dat nu al weet.”

Ik: “Ja, sorry.”

Toen Ole Gunnar Solskjaer met zijn olijke hoofd begon te vertellen over die Champions League-finale in Barcelona, beet ik mijn lip kapot om mijn mond niet voorbij te praten. Zeker toen de wedstrijdbeelden voorbijkwamen, hij tien minuten voor tijd als invaller het veld inkwam, een eerste kopbal richting Oliver Kahn vuurde en de commentator van toen zei ‘wat een verhaal dat geweest zou zijn’ als Solskjaer met zijn eerste balcontact zou hebben gescoord. En de Solskjaer van nu maar lachen, want iedereen weet natuurlijk wat er daarna nog allemaal gebeurde. Nou ja, bijna iedereen.

Ik: “Solskjaer, heerlijk.”

Zij: “Ik wil het niet weten!”

Dus daar lag ik op de bank, mij verheugend op die legendarische blessuretijd, alsof het de eerste keer was dat ik de beelden zag, maar dan zonder de opwinding van toen. Al was de pret van korte duur door die veel te overdadige Hollywood-saus die over die scène was gegooid. Alsof de voetbalgeschiedenis al niet mooier is dan Hitchcock ooit had kunnen bedenken. Daar hadden ze mij dus niet mee lastig hoeven te vallen, met zoveel bombast. En met Victoria evenmin trouwens. Maar daar veerde mijn vriendin dan weer van op: “Ah, Spice Girls, da’s míjn tijd!”

Sport
  • Netflix