Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Micha Jacobs & Edwin Struis

'Lijdt Joep Schreuder soms aan Parkinson?'

Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers samen een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: Joep Schreuder

Micha Jacobs & Edwin Struis

Micha Jacobs

Geloof het of niet, maar mijn vriendin maakte zich vorige week zorgen om Joep Schreuder. “Lijdt hij soms aan parkinson?” vroeg ze toen ze een interview van hem met Feyenoord-spits Santiago Giménez zag. Zijn microfoon trilde inderdaad als een malle, maar dat kwam vooral omdat hij die maar met twee vingers vasthield.

“Welnee,” zei ik, “Joep staat er gewoon lekker ontspannen bij.”

Dat werd bevestigd door het feit dat Joep, ook weer zo semi-nonchalant, Giménez vragen stelde in het Spaans terwijl de Mexicaan zijn god ook in perfect Engels kan bedanken voor zijn doelpunten. Wat hij ook doet bij andere verslaggevers, maar dat geheel terzijde. Nee, Joep moest zijn vragen per se in het Spaans stellen, want dat is zo lekker anders dan zijn collega’s die niet zo goed Spaans spreken als hij. En bovendien, in de wereld van Joep haal je nét iets meer uit een voetballer als je hem in zijn moedertaal aanspreekt, al valt daar zelden iets van te merken. Het is gewoon koketteren met je eigen talenknobbel, een ziekte waar Frans Timmermans en Ivo Niehe ook chronisch aan lijden, maar ach: Joep is gewoon Joep, lekker anders, lekker zichzelf. En een ontzettende streber bovendien.

Ik zag toevallig hoe hij, Joep, zichzelf voorstelt op de site van NOS: “Ik ben Joep Schreuder, ik heb geen enkele journalistieke opleiding gevolgd, toch werk ik bij NOS Studio Sport als verslaggever/presentator, waarbij ik de eredivisie nauw vanuit de catacomben en de diepste krochten volg.” Ik zou er heel erg om kunnen lachen als het niet zo treurig was geweest.

Joep Schreuder is niet alleen de grootste streber in het voetbal, maar ook nog eens de belichaming van valse bescheidenheid, misschien wel het vervelendste karaktertrekje dat een mens kan hebben. Ik heb liever dat je zo arrogant bent als Noa Lang dan zo vals bescheiden als Joep Schreuder. Want wat Joep wil horen is natuurlijk: goh, geen opleiding? Alles zelf gedaan en geleerd? Heel knap van je, Joep. Wil je een sticker van de meester?

Een voetbalcrisis zoals nu bij Ajax is een zegen voor verslaggevers en stukjesschrijvers zoals wij, maar nadeel is ook dat je dan Joep Schreuder elke dag voor je kiezen krijgt met zijn opgeblazen ego. Ik verdenk hem er zelfs van dat hij elke dag voor de spiegel staat, zijn presentatieteksten oefent en na vijf minuten toe is aan een nieuwe onderbroek als hij weer naar de Arena wordt gestuurd, jij niet?

Edwin Struis

Het contract van Joep Schreuder heb ik nooit van dichtbij gezien, maar er schijnt een passage in te staan dat hij tijdens een interview zelf ook altijd in beeld te zien moet zijn. Dat het Nederlandse volk beseft dat de unieke vragen die oprijzen uit dat zuigerige Brabantse mondje toebehoren aan een van de mooiste parels uit de Nederlandse voetbaljournalistiek, die inderdaad geen journalistieke opleiding heeft genoten en waarvan je je afvraagt of hij überhaupt enige opleiding gevolgd heeft, naast een cursus betweterigheid. Tja, hoe ijdeltuiterig wil je het hebben? Elk Schreuder-interview is derhalve een aanslag op het incasseringsvermogen van de kijker, want je krijgt er altijd die quasi-guitige blik van: ‘kijk nou eens wat ik durf te vragen’, bij cadeau.

Rond de gestaakte Klassieker was Schreuder ook weer zijn irritante zelf. Zelfs de doorgaans zo gemoedelijke Maurice Steijn werd lichtelijk onpasselijk van Schreuders kleutervragen, alle ingeleid met dat zoetgevooisde ‘Zeg Maurice’, alsof de twee elkaar al kennen van de lagere school. En dan vier keer vragen naar de te volgen tactiek, ook al liet Steijn al na de eerste vraag weten dat dat iets was dat intern besproken zou worden. Na vraag 3: “Joep, het gaat jou niks aan hoe wij dat afspreken.” En dan zien we Schreuder half in de camera kijken, als een mislukte imitatie van Oliver Hardy, en nog eens naar de bekende weg vragen. In huize-Struis gaan dan al de eerste kotszakjes rond.

Dat hijgerige ook. Zie ’m staan voor aanvang van de Klassieker met analist van dienst Rafael van der Vaart. Verbaasd zijn dat technisch directeur Sven Mislintat in plaats van op de tribune op een supplank in het Haarlemse Spaarne balanceert. “Rafael, hé Rafael, wat vind jij daar nou van, hè Rafael?” Rafael kreeg er spontaan jeuk van, en niet alleen hij, wij allemaal. In vroeger tijden zag je hooguit een hand die de microfoon vasthield in beeld, meer kreeg je van de vragensteller niet te zien. En zo hoort het natuurlijk ook. De interviewer van dienst moet volstrekt neutraal zijn en niet zwelgen in eigen koketterie.

Daarom zijn die achterdeschermenfilmpjes bij het Nederlands elftal (zowel bij de mannen als de vrouwen) zo rete-irritant. Wat kan mij het bommen dat ene Rivkah het zo goed kan vinden met vrouwenbondscoach Andries Jonker of dat Jeroen Stekelenburg meehelpt bij het sjouwen van de camera’s en ondertussen wat zinnen brabbelt? Ik weet niet precies welke doelgroep de NOS precies op het oog heeft, maar het zou ze sieren als deze uitingen van zelfverheerlijking voortaan alleen op verjaardagspartijtjes van de verslaggevers zelf worden vertoond.