In de lange geschiedenis van ons land werd Nederland bevolkt door een keur aan beesten. Gaat het in de politiek over stikstof, opwarming en ‘de natuur die op omvallen staat’, volgens prof. dr. Ronald Plasterk is dat laatste niet wetenschappelijk onderbouwd en zal ‘op geschmier dat de overleving van de eigen soort in gevaar is over veertig jaar net zo kritisch teruggekeken worden als op de Club van Rome, die in 1980 voorspelde dat in 1990 de olie op zou zijn’, schreef hij in De Telegraaf.
Met het Haagse beleid dat de natuur precies moet blijven zoals die nu is, met alle beestjes die daarbij horen, gaan politici er totaal aan voorbij dat ons land er vroeger heel anders uitzag dan nu, met volstrekt andere dieren. Nederland had niet altijd een gemiddelde temperatuur van slechts 11 graden. Vrezen alarmisten nu een opwarming van 1 à 2 graden, naar de achtergrond is geraakt is dat het in Nederland ooit gemiddeld zo’n 19 graden warmer was - het was jaarrond 30 graden - en dat de natuur toen floreerde.
Paleontoloog Jelle Reumer, oud-directeur van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam en emeritus hoogleraar in Utrecht, is schrijver van boeken als Stadsfossielen en Gids voor de Winterswijkse steengroeve, waarin hij opgravingen laat zien. “Er wordt altijd gesproken van ‘een ecologisch evenwicht’, maar eigenlijk is dat fictie, want ecologie is per definitie dynamisch,” zegt hij. “Niks is in evenwicht, het is altijd een dynamiek waaraan soorten zich aanpassen. Een deel evolueert, een deel migreert en een deel sterft uit, dat is altijd zo geweest en is heel normaal.”
Benieuwd naar de rest van het artikel? Bekijk 'm in de nieuwste Panorama of check het via Blendle.
- ANP, Natuurhistorisch Museum