Statiegeld op blikjes, wat een gedoe, hè? Het ene blikje wordt wél door het emballagesysteem van de supermarkt herkend, het andere blikje weer níét waardoor de prullenbak bij het apparaat stampvol zit, de vloer plakt door alle restjes energiedrank en cola die uit de blikjes druppelen en je plastic tasje waarin je het allemaal hebt verzameld waarschijnlijk ook kleeft als kauwgom onder je schoen. Alleen het schoonmaken van het apparaat kost tegenwoordig al een uur, zei een supermarkteigenaar uit Zwolle vorige week tegen de NOS: “Maar het zwerfafval in de buurt is wel een stuk minder.” O ja? Op andere plekken in Nederland worden steeds vaker prullenbakken opengebroken, vooral in stadsparken, omdat mensen juist daar op zoek gaan naar blikjes. Toch 15 cent per blikje hè, als er tenminste het juiste statiegeldlogo op staat.
Meer dan dertig jaar geleden, in 1992 om precies te zijn, hadden we al een verhaal over statiegeld, en wel uit New York. Daar werd toen al 5 dollarcent statiegeld op elk blikje en glazen flesje geheven, maar van de miljoenen blikjes die er elke dag werden verkocht, werd nog minder dan de helft ingeleverd. Een grove schatting van hoeveel geld de drankindustrie daarmee in zijn eigen zak hield, kwam destijds uit op zo’n 130 miljoen gulden (nu 58,5 miljoen euro). Geld dat dus letterlijk gewoon op straat lag en ook werd opgepikt door de tienduizenden daklozen in de stad, maar die werden vaak in winkels geweigerd als ze een zak vol blikjes wilden inleveren.
Dat moest anders, dacht ene Guy Polhemus die als keukenhulp in een restaurant nauwelijks iets verdiende, maar wel een zakelijk brein had waar menigeen een puntje aan kon zuigen. Want wat als hij samen met alle daklozen in de stad alle blikjes zou verzamelen en zélf zou terugbrengen naar de fabrikant? Hij richtte een stichting op, huurde een flatje in Manhattan, nam tien daklozen in dienst en binnen de kortste keren haalden ze elke dag voor zo’n 10.000 euro aan blik op waarna de berg blik tot boven het Empire State Building groeide (als je alles op elkaar zou stapelen). En nu? De drankindustrie had eigenlijk helemaal geen zin om alles weer terug te nemen (want: weg winst), maar na een paar rechtszaken en zelfs de bemiddeling van een priester ging de eerste drankgigant overstag: Coca-Cola. Pepsi en Budweiser volgden al snel. Dat de actie van Polhemus een doorslaand succes was, is een understatement: “Dit is goed voor de allerarmsten en voor de hele stad.”
‘Dit is goed voor de allerarmsten en goed voor de hele stad’
Misschien een idee voor alle daklozenstichtingen en wellicht zelfs voor het Leger des Heils om de handen ineen te slaan, alle blikjes te verzamelen en zelf terug te brengen naar de fabrieken van Heineken, Bavaria, Coca-Cola en al die andere blikproducenten. Want wat ze dertig jaar geleden in New York konden, dat kan hier, met een beetje goede wil, ongetwijfeld ook.