'Boek over The Champ doet het prima in de open haard'
Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers samen een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: 'The Champ' Pieter de Jongh.
Edwin Struis
Ik kreeg laatst een boekwerkje in m’n handen gedrukt, getiteld The Champ. Nou, dan weet jij wel hoe laat het is. Tot voor twee jaar geleden had werkelijk niemand ooit van de goede man gehoord, maar sinds Pieter de Jongh figureerde in een filmpje dat viral ging, raken we maar niet van deze ‘trainer’ af. Ik zet het woord tussen aanhalingstekens, want hij mag zichzelf dan wel een betere coach vinden dan Ronald Koeman, in werkelijkheid dekt ‘charlatan’, ‘koekwaus’ of ‘schuinsmarcheerder’ beter de lading.
Je kent dit soort paradijsvogels wel. In Nederland komen ze niet eens aan de bak bij Schubbekuttersveen, in verre buitenlanden presenteren ze zich als verre familie van Johan Cruijff, wapperend met een veterstrikdiploma, waarna ze aan de slag gaan bij clubs met namen die zelfs geen flard van herkenning opleveren. Zoals FC Platinum in Zimbabwe, waar The Champ in naam van het Nederlandse voetbal de hele boel bedot en er prat op gaat dat hij de directie voor een paar wedstrijden een flinke zak met geld heeft afgetroggeld.
Dat zou allemaal nog niet zo erg zijn geweest als dit zich allemaal anoniem had afgespeeld in de krochten van het internationale voetbal. Maar eerst was er dus dat filmpje waarin de hoofdpersoon als een neokoloniaal de pers om hem heen afblaft in een soort Engels waarvoor zelfs Louis van Gaal zich zou schamen. ‘I am heppie wiz the purfurmance of de team’ en ‘This is de first cup for Platinum and d’r komme d’r nog more’. Met als uitsmijter: ‘I hur niet what you say, dus I can no answer give als je not clear Englisj spiek.’
Typisch zo’n filmpje dat uiteraard door dat ranzige Vandaag Inside werd opgepikt, waarna ijdeltuit Chris Woerts er ook nog eens mee aan de haal ging en zich opwierp als een soort zaakwaarnemer van De Jongh. Binnenkort kunnen we dus een hele The Champ-lijn bij de Aldi of Lidl begroeten.
In afwachting daarvan is het eerste wangedrocht al op de markt: een boek over deze hapsnurker, vol met treurigmakende anekdotes over bordeelbezoek, ‘Afrikaanse veroveringen’ (hier worden waarschijnlijk vrouwen mee bedoeld) en, o ja, ook nog wat voetbalanekdotes. Er zijn nog net geen spiegeltjes en kraaltjes meegeseald.
Ik geef toe: ik heb ’m even doorgebladerd, ook om de schenker ervan niet te bruuskeren, maar ik kan je verzekeren: het boek doet het uitstekend in de open haard. Culttrainer wordt hij ergens genoemd, kultrainer dekt de lading beter.
Micha Jacobs
We hebben in Nederland nogal de neiging om te lachen om volslagen randdebielen, of ze nu Zanger Rinus heten, Rapper Sjors of Pieter ‘The Champ’ de Jongh. Na het eerste filmpje kan ik een glimlach vaak ook niet onderdrukken, maar daarna krijg ik al vrij snel medelijden met die lui. Omdat ze hun populariteit alleen maar te danken hebben aan het feit dat ze worden uitgelachen om hun ridicule gedrag, zonder dat ze dat zelf in de gaten hebben. Leedvermaak op z’n allerlelijkst.
Nu wil ik Zanger Rinus, Rapper Sjors en The Champ natuurlijk niet over één kam scheren: het gedrag van Pieter de Jongh is natuurlijk veel verwerpelijker dan dat van die eerste twee. Zij, Rinus en Sjors, lijden waarschijnlijk aan een zekere vorm van zwakzinnigheid, terwijl onze Champ vooral lijdt aan een zeldzame vorm van narcisme. En hoe harder wij lachen, hoe meer dat wordt gevoed.
But hie is not rielie stoepid hè? Hij weet natuurlijk ook wel dat zo’n onderontwikkelde ‘trainer’ als hij nooit ergens voet aan de grond krijgt, behalve in een onderontwikkeld land als Zimbabwe, waar ze pas net verlost waren van dictator Robert Mugabe (Satan hebbe zijn ziel). De Jongh gooit het altijd op z’n avontuurlijke inborst, ik gooi het op gebruikmaken van mensen die, na decennialang onderdrukt te zijn geweest, zich vastklampen aan een Nederlandse dorpsgek in wie zij een chique westerling zien die ook goed is voor hun eigen aanzien. Wat jij zegt: neokoloniaal. Iemand van wie zij denken dat hij hen verder kan helpen, terwijl hij daar alleen maar komt voor die Afrikaanse ‘veroveringen’, omdat hij anders droger zou staan dan de dichtstbijzijnde waterput. Dat vind ik misschien nog wel het ergste: het lukt hem ook nog. En als het bij de ene niet lukt, dan is er wel een ander wanhopig genoeg om zich in te laten met dit krapuul. En maar opscheppen en wij maar lachen.
Het dedain waarmee hij de pers daar te woord stond, met een volkomen belachelijk accent waar een dronken Australiër met een door wespen lekgeprikte tong nog jaloers op kan zijn, was inderdaad om te janken. Niet van het lachen uiteraard. Het schijnt dat De Jongh tegenwoordig onder contract staat bij een club uit Malawi, een land met meer inwoners dan Nederland, maar wat het gros van ons niet op de kaart kan aanwijzen. Misschien moeten we Pieter daar eens naar de weg vragen, al weet hij waarschijnlijk alleen maar de weg naar het dichtstbijzijnde bordeel. Lachen!