De gebroeders Lyle en Erik Menéndez zijn in het najaar van 1989 misschien wel de twee populairste inwoners van het zonovergoten Los Angeles. Overal waar ze komen legt men de rode loper uit en worden ze als helden onthaald. Wanneer ze winkels bezoeken, opduiken in het bruisende nachtleven of uit eten gaan bij de betere restaurants die de City of Angels huisvest. De broers geven in korte tijd immers bakken met geld uit en in het kapitalistische Californië maakt weinig anders je zó geliefd.
In nog geen half jaar koopt de 21-jarige Lyle een limited edition Porsche Carrera, een drietal Rolex-horloges, tientallen pakken, honderd paar schoenen, een Sony home cinema set én een restaurant dat hij omdoopt tot Mr. Buffalo’s. Zijn 18-jarige broer Erik hangt zijn portemonnee ook flink uit de broek en koopt naast kleding, schoenen en horloges een legerbruine Jeep Wrangler en een minderheidsbelang in een geflopt rockconcert. De twee huren ook twee aangrenzende appartementen in een luxe appartementencomplex in het peperdure havengebied Marina Del Rey.
Om de droom van een tenniscarrière vooruit te helpen, schakelen ze de hulp in van privé-tennisleraar Mark Heffernan voor de lieve som van 6000 dollar per maand. Lyle haakt al snel af, maar Erik neemt vervolgens daadwerkelijk deel aan een aantal toernooien in Israël. De reis per privéjet tikt hij cash af. In krap zes maanden geven de broers omgerekend ruim een half miljoen euro uit. Geld dat ze via een verzekeringsmaatschappij hebben ontvangen, kort na de brute moord op hun ouders. Een vreemde manier van rouwen, zo vinden velen. Waaronder de rechercheurs die belast zijn met de zaak. Ook zij beginnen te vermoeden dat de gebroeders Menéndez meer weten over de exacte toedracht van de moord. Véél meer...
‘Iedereen dacht altijd dat wij een perfecte familie waren. Maar we waren een ramp’
Amerikaanse droom
In veel opzichten is het gezin dat eind jaren 80 van de vorige eeuw op 722 North Elm Drive in de heuvels van Los Angeles woont voor de buitenwacht een toonbeeld van succes. De luxe villa op dat adres ligt in Beverly Hills, heeft een woonoppervlakte van 836 vierkante meter en een tuin van veertig meter breed bij veertig meter diep mét gastenverblijf en een groot verwarmd zwembad. Als je dat stukje paradijs op aarde thuis kunt noemen, dan heb je het ogenschijnlijk goed voor elkaar. Het pand wordt gehuurd door het gezin Menéndez, bestaande uit vader José, moeder Kitty en zoons Lyle en Erik.
Vader José is eind jaren 50 tijdens de Cubaanse revolutie als 15-jarige bootvluchteling in de Verenigde Staten terechtgekomen, waar hij als student aan de Southern Illinois University de Amerikaanse Mary Louise ‘Kitty’ Anderson tegen het lijf loopt. De twee krijgen een relatie en stappen in 1963 in het huwelijksbootje. Nadat José zijn diploma als accountant op zak heeft en een goede baan krijgt aangeboden bij autoverhuurbedrijf Hertz vertrekt het stel naar New York, waar Kitty op woensdag 10 januari 1968 het leven schenkt aan hun eerste zoon Joseph Lyle Menéndez. Twee jaar later, op vrijdag 27 november 1970 volgt tweede zoon Erik Galen Menéndez.
Het zakelijk inzicht van vader José maakt dat hij op zijn werk al snel promotie maakt en in 1980 volgt de overstap van vestigingsmanager bij Hertz naar RCA Records waar hij bij het entertainmentbedrijf verantwoordelijk wordt voor de afdeling verhuur en als producer internationale acts als Eurythmics en Duran Duran aan het label weet te binden. Hij bouwt een reputatie op als keihard en gewiekst zakenman en wanneer men hem in 1986 vraagt om de leiding op zich te nemen bij filmproductiebedrijf Carcolo – voorloper van het huidige Lionsgate Films – hapt José gretig toe. Logisch, want de low budget studio heeft dan net twee uiterst succesvolle Rambo-films uitgebracht waarmee het ineens een groeiende ster in Hollywood is: First Blood en Rambo: First Blood Part II. In de zomer van 1986 verlaat het gezin Menéndez New York voor een nieuw bestaan aan de Amerikaanse westkust. De Cubaanse bootvluchteling die het schopt tot filmbaas in Hollywood. Het klinkt als een succesvol voorbeeld van de Amerikaanse Droom. Maar het blijkt een droom die al snel zou veranderen in een nachtmerrie...
Bloedzuigers
Het gezin Menéndez strijkt in 1986 neer in Calabasas, onderdeel van Los Angeles County en betrekt er een luxe villa op Mulholland Drive met zes slaapkamers, een zwembad en een tennisbaan. Vooral dat laatste is een must voor de familie, want Lyle en vooral Erik blijken begenadigd sporters. Erik staat eind jaren 80 op plaats 44 van de meest talentvolle jonge Amerikaanse tennissers en droomt hardop van een carrière als prof.
Oudere broer Lyle gelooft het op zijn beurt wel. Met het geld van zijn ouders is zijn toekomst allang veiliggesteld, dus waarom zou hij extra moeite doen om eigen ambities na te streven? De oudste Menéndez-broer is voor de verhuizing nog wel aan een opleiding op de wereldberoemde Princeton Universiteit in New Jersey begonnen, maar krijgt een jaar schorsing aan zijn broek wanneer hij wordt betrapt op plagiaat. Eenmaal fulltime in Californië besluit Lyle het er maar van te nemen op kosten van pa en ma en de lakse houding van de oudste zoon werkt ook door in de jongste Menéndez. Al snel brengen de broers hun middagen door in luxe restaurants rond Malibu Beach en de avonden en nachten in de hipste nachtclubs van Los Angeles, om overdag tot ver na lunchtijd hun roes uit te slapen.
Kitty’s gezicht wordt door rechercheurs ter plaatse omschreven als ‘weinig meer dan bloedrode gelatine met wat haar en huid’
Het is vader José een doorn in het oog dat zijn kinderen zo verwend en ongeïnteresseerd hun leven leiden, zeker omdat hij zelf alles eigenhandig heeft moeten opbouwen en het zijn zuurverdiende dollars zijn. In diverse woede-uitbarstingen die buurtbewoners later optekenen noemt hij de twee regelmatig ‘bloedzuigers’ en ‘luie donders’, maar omdat de jongens in de ogen van hun moeder niets verkeerd kunnen doen én José alles overheeft voor zijn geliefde Kitty laat hij de twee ondanks alles hun gang gaan.
Ondertussen laat vader José op zijn werk bij Carcolo niet alleen filmster Sylvester Stallone een filmdeal voor tien actiefilms tekenen, maar bindt hij ook Arnold Schwarzenegger aan zijn stal om met hem de tweede Terminator-film van de grond te krijgen. Om het succes te vieren besluit José dat de woning aan Mulholland Drive dringend opgeknapt moet worden en terwijl hij Kitty de leiding over de ruim 2 miljoen dollar kostende renovatie geeft, betrekt het gezin in het voorjaar van 1989 een villa aan Elm Drive in het luxe Beverly Hills. De villa heeft een maandelijkse huurprijs van ruim 35.000 dollar en was in het verleden ook het tijdelijke thuis van zangers Elton John en Prince. Lyle en Erik reageren woest op de gedwongen verhuizing, omdat het verder reizen is naar hun favoriete kroegen rond Malibu Beach. Vader José zucht en slikt zijn woede in. Hij gedoogt zijn aartsluie en verwende zoons. Maar hoelang tolereren zij hem nog?
911-gesprek
Zondag 20 augustus 1989. Een medewerker van het Amerikaanse noodnummer 911 neemt even voor middernacht een telefoongesprek aan.
911: “Beverly Hills noodnummer.”
Lyle: “Wij zijn de zoons van eh... wij zijn de zoons van...”
911: “Wat is het probleem?”
Lyle: “Iemand heeft mijn ouders vermoord!”
911: “Pardon?”
Lyle: “”Iemand heeft mijn ouders vermoord!”
911: “Wat – wie? Zijn zij daar nog?”
Lyle: “Ja!”
911: “De mensen die hen hebben vermoord?”
Lyle: “Nee, nee, nee.”
911: “Zijn ze neergeschoten?”
Lyle: “Ja. Erik, houd je kop dicht!”
911: “Wat is er gebeurd? Weet je wat er is gebeurd?”
Lyle: “...”
911: “Wie schoot op wie?”
Lyle: “Ik weet het niet. Ik kwam thuis en ik vond hen zo.”
911: “Je kwam thuis en vond twee mensen neergeschoten?”
Lyle: “Mijn moeder en vader.”
911: “Je moeder en vader?”
Lyle: “Mijn moeder en vader.”
911: “Oké, wacht even een seconde.”
Lyle: “...”
911: “Oké, een ambulance is onderweg naar jullie huis.”
[Lyle hangt op. Einde gesprek]
Bloedrode gelatine
Wanneer ambulancebroeders kort na middernacht arriveren bij de woning treffen zij binnen een waar bloedbad aan. In de televisiekamer hangt José Menendez levenloos onderuitgezakt op een met bloed besmeurde witte bank. Zijn vrouw Kitty ligt aan zijn voeten in onnatuurlijke houding net zo levenloos op de grond. De film die ze keken, de Bondfilm The Spy Who Loved Me, draait nog altijd op de enorme televisie. Op de salontafel staan twee bakjes met aardbeien en gesmolten vanille-ijs. José Menéndez heeft schotwonden in zijn borstkas, linkerdij, linker bovenarm en linker elleboog. Over het mogelijke kill shot, de kogel die hem zijn leven kost, is weinig twijfel. Hij is van achteren met een shotgun door zijn hoofd geschoten, waardoor hij gedeeltelijk is onthoofd en zijn gezicht onherkenbaar is toegetakeld.
Ook Kitty is aan gort geschoten door maar liefst negen, mogelijk tien, shotgunkogels. Vooral haar gezicht heeft het moeten ontgelden en wordt door rechercheurs ter plaatse omschreven als ‘weinig meer dan bloedrode gelatine met wat haar en huid’. Haar linkerbeen is overduidelijk gebroken en hangt in een onnatuurlijke hoek van 45 graden langs haar lichaam. Ook zijn ze allebei in hun knieschijven geschoten.
Patrouille-agenten Mike Butkus en zijn partner John Czarnocki zijn als eerste ter plaatse en treffen Lyle en Erik Menéndez buiten in de tuin van de villa in complete shock aan. Butkus: “Ze schreeuwden de hele tijd dat ze het niet konden geloven en op een gegeven moment knielde één van de broers om met zijn vuisten op het gras te slaan. Het deed theatraal aan, maar omdat de plaats delict zo gruwelijk was en de jongens zo in paniek leken, was er niemand die er iets vreemds van dacht.”
De moord op de filmstudiobaas en zijn vrouw slaat in als een bom in het doorgaans doodstille Beverly Hills. Buren verklaren later dat ze rond tien uur ’s avonds ‘een serie vuurwerkrotjes hebben horen afgaan’, maar er is niemand die ook maar enigszins argwaan had. Doordat de twee slachtoffers ook in hun knieschijven zijn geschoten, een beproefde methode in het de Amerikaanse onderwereld om mensen aan het praten te krijgen alvorens hen te doden, denken onderzoekers even aan een afrekening in het criminele circuit.
Mogelijk had José Menéndez zaken gedaan met verkeerde lui in ruil voor de financiering van een van zijn films? De maffia gebruikt Hollywood immers al jaren om op die manier regelmatig zwart geld wit te wassen. Maar stel nou dat de film waarin een crimineel had geïnvesteerd een grote flop was geworden? Zou diegene dan op zo’n brute manier wraak nemen in de wetenschap dat hij dan voorgoed naar zijn geld zou kunnen fluiten? Het motief past niet helemaal en zonder duidelijke link naar mogelijke daders dreigt de moordzaak een zoveelste cold case te worden in de uitpuilende archieven van de politie van Los Angeles.
Maar dan beginnen de twee zoons zich kort na de moorden verdacht te gedragen en het uitgekeerde geld van de levensverzekering van hun ouders – ongeveer een half miljoen euro – er in onvoorstelbaar tempo doorheen te jagen. Een bizarre uiting van rouw? Of een manier om schuldgevoel af te kopen? Het zet onderzoekers ertoe om nogmaals de handel en wandel van de gebroeders Menéndez door te nemen...
Maagzweer en een minnares
Tijdens het oorspronkelijke verhoor vlak na de moord op hun ouders geven Lyle en Erik Menéndez aan dat ze die avond rond tien uur eerst in Century City naar de bioscoop zijn gegaan. Eigenlijk willen ze naar Batman, maar na het zien van de lange rij voor die film besluiten ze de Bondfilm Licence to Kill opnieuw te kijken. De jongens hebben de bioscoopkaartjes nog in hun portemonnee zitten en omdat buurtbewoners rond 10 uur de schoten horen, wanneer de jongens in de bios zitten, én het gegeven dat zij even voor middernacht de reddingsdiensten bellen maakt hun alibi waterdicht. Maar de bizarre uitgaven die de broers in de weken na de dood van hun ouders doen kloppen niet.
Op donderdag 24 augustus 1989, de dag voor de begrafenis van hun ouders, geeft het duo 15.000 dollar uit aan Rolex-horloges, die ze op de dag van de uitvaart pontificaal showen. En dan zijn er de vreemde opmerkingen die de twee te pas en te onpas maken. Zoals in de limousine op weg naar de uitvaart, wanneer Lyle zijn vaders secretaresse Marzi Eisenberg op de schoenen wijst die hij draagt en zegt: “Hé Marzi, zie je wel dat de schoenen van mijn vader niet te groot zijn?”
Kort na de moord verlaten de broers het familiehuis en verblijven ze eerst enkele weken in een reeks peperdure hotels in LA, voordat ze twee aangrenzende appartementen huren in Marina Del Rey. Maandenlang doen de twee zich tegoed aan wilde feesten en allerhande vreemde uitspattingen, maar bij Erik vindt schuldgevoel steeds weer een manier om naar boven te komen. Hij krijgt er een maagzweer van en besluit in therapie te gaan bij therapeut dr. Jerome Oziel, waar hij tijdens één van hun sessies breekt en begint te praten over wat er die avond werkelijk is gebeurd op 722 North Elm Drive.
Erik geeft in gesprek met zijn therapeut toe dat hij en Lyle hun ouders hebben doodgeschoten, de wapens hebben begraven, bioscoopkaartjes hebben gekocht en vervolgens via een zijuitgang kort na het begin van de voorstelling naar buiten zijn gevlucht. Hoewel de dokter gebonden is aan medisch beroepsgeheim, blijkt zijn minnares Judalon Smyth dat niet. Nadat zij op een bandopname van de sessie hoort hoe de jongste Menéndez de moorden claimt, stapt ze naar de politie.
Op donderdag 8 maart 1990 arresteert de politie Lyle Menéndez in zijn appartement in Los Angeles. Erik neemt op dat moment deel aan een tennistoernooi in Israël, maar vliegt direct nadat hij hoort van zijn broers arrestatie huiswaarts om zichzelf aan te geven. Geconfronteerd met de bekentenis op band beginnen beide broers te praten, maar mede door de vraag of de bandopnames wel wettig verkregen zijn en de bizarre en naar later blijkt valse bekentenis van de jongens dat hun vader hen jarenlang gemolesteerd zou hebben en ze uit noodweer handelden duurt het érg lang voordat de twee hun straf te horen krijgen.
Het proces, dat via Court TV net als de zaak rond O.J. Simpson in heel Amerika live wordt uitgezonden, krijgt extreem veel aandacht maar op 17 april 1996, bijna zeven jaar na de moord op José en Kitty Menéndez, is daar dan eindelijk het vonnis: de jury legt beide broers een levenslange gevangenisstraf op. Ondanks talloze verzoeken om hun tijd achter de tralies samen door te brengen zijn de broers jarenlang gescheiden gehouden. Tot februari vorig jaar, wanneer de gebroeders Menéndez na bijna 22 jaar herenigd werden. Tot in lengte van dagen kunnen ze in de Richard J. Donovan Correctional Facility in San Diego met zijn tweetjes hun zonden en de moord op hun ouders overdenken.
Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- ANP, HH e.a.