'Alvast van harte met de landstitel!'
Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers samen een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: de landstitel.
Edwin Struis
Afgelopen zondag zag ik iemand fietsen met z’n handen weliswaar aan het stuur, maar met de rest van het lichaam erboven, compleet met gelukzalige blik op het gezicht geplakt. Omdat een dag eerder jouw favoriete buitenlandse club (Borussia Mönchengladbach) koploper Bayern München een loer had gedraaid en jouw favoriete binnenlandse club (Feyenoord) een aanval op de koppositie in de eredivisie had afgeslagen, meende ik jou in de fietser te herkennen. Als het Nederlandse equivalent van een Chinese weerballon zweefde je langs de grachten, pas weer neerkomend op de dag dat Feyenoord op de Coolsingel wordt verwacht om de kampioensschaal in ontvangst te nemen.
Ik neem aan dat je het nu nog niet durft uit te spreken, ook om de goden(zonen) niet te verzoeken, maar nu we op twee derde van de competitie zijn aanbeland, durf ik wel te voorspellen dat Slots samenraapsel, zoals ik het een half jaar geleden nog omschreef, nu de beste papieren heeft om de statistieken, die voorschrijven dat Feyenoord gemiddeld één keer in de tien jaar kampioen wordt, bij te stellen.
Want het is nog maar zes jaar geleden dat Kuijt en consorten zich toe lieten juichen, toch? Die vorige titel kwam zelfs na een 18-jarige droogte, dus in die zin mag er voorzichtig gedacht worden aan minimaal een buste (standbeeld, kasteel?) voor Slot. Ik zie in hem toch de grondlegger van deze stunt, want zo mag je deze machtsgreep toch best omschrijven. Zelfs jij had niet kunnen bevroeden dat het seizoen zo zou verlopen toen Feyenoord afgelopen zomer besloot zijn beste spelers van de hand te doen om er wat onbekend spul voor terug te kopen. Maar zie, onder Slot rendeert alles en iedereen, hij heeft zelfs Jahanbakhsh weer aan het lopen, en scoren, gekregen. Maar bovenal regeert de teamgeest in Rotterdam. Die over-mijn-lijk-mentaliteit die voorkwam dat NEC, zoals laatst in de KNVB-beker, of afgelopen zaterdag AZ, juichend de Kuip verlieten.
Als je dat vergelijkt met Ajax dat het tegen Union Berlin presteert om niet één keer fatsoenlijk op doel te schieten of PSV dat op alle fronten wordt afgetroefd door Sevilla, de nummer 12 van Spanje.
Nee, dan Feyenoord. Telkens kopjeonder, maar toch steeds weer boven komen drijven. Ik heb het resterende programma nog even besnuffeld, nog één hobbeltje te gaan (19 maart Ajax-uit) en dan kan ergens in mei de kampioensvlag in top. Gefeliciteerd alvast!
Micha Jacobs
Doe mij één plezier, waarde Struis: hou op met deze onzin. Iemand in februari feliciteren met een landstitel? Dat doe je maar in Napels, niet in Rotterdam. Ik hoef je de stand toch niet te spellen, of wel soms? Drie punten voorsprong heeft Feyenoord op Ajax, wat voor mij, en ik hoop ook voor andere weldenkende Feyenoorders, geen reden is om nu al met een Euromast in mijn broek rond te lopen. Ja, ik weet het: Slot is een wondertrainer, hij maakt van een kreupele knol nog een onverwoestbaar raspaard, maar hoe meer hij de hemel in wordt geprezen, hoe huiveriger ik word. Ik bedoel: het kan ook té goed gaan.
In de Feyenoord-kringen waarin ik mij begeef gaat het ook al weken nergens anders meer over. Och, wat speelt Feyenoord toch goed, och, welke konijnen haalt Slot nou weer uit zijn hoge hoed en man, man, man, wat een veerkracht hebben ze toch in de Kuip. Maar ik weiger om mee te gaan in die euforie. Laatste vier competitiewedstrijden van Feyenoord? Acht uit vier. Laatste vier wedstrijden van Ajax? Twaalf uit vier. Ik hoef je niet uit te leggen dat als dit de tendens is, dat Ajax binnen vier speelronden Feyenoord voorbij is. Daar sta je dan met je Slot.
Afgelopen weekend zei iemand over hem: “Die man weet altijd alles zo goed uit te leggen en te verwoorden. Wat een held.” Dat is nou precies het probleem: als iemand zoiets zegt – ik herhaal het nog maar eens: in februari! –dan ben ik op mijn hoede. Zelfs het Legioen vloekt zich niet meer de longen uit het lijf: hoe dan? Slot is niet alleen een wondertrainer, maar ook een Legioenfluisteraar, een man met glijmiddel op zijn stembanden die de bas in de keel extra aanzet om nog rustiger en indringender over te komen. Alsof hij zonder het te zeggen zegt: het komt wel goed. Opeens is iedereen, inclusief het Legioen, als was in zijn handen, totdat Feyenoord eens níet een achterstand in de laatste minuut ombuigt, dan staat iedereen weer op z’n achterste benen het schuim op de bek te schreeuwen. Begrijp me niet verkeerd: Slot is de beste trainer van Nederland en staat niet voor niks op menig verlanglijstje in de Premier League, en ja, ook ik ben fan van ’m, maar als doemdenkende Feyenoorder hoor ik hem liever niet meer praten tot het einde van het seizoen. Straks ga ook ik nog geloven in een titel van Feyenoord, en dat wil ik niet. Ik spring pas in mei in de fontein, eerder niet. Ondertussen mag iedereen van mij in de polonaise lopen, als ze mij er maar buiten laten.
- Pro Shots