Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

We werden opgepakt (vanwege een indianenverhaal!)

Uit Panorama nr. 32, 1989: ‘Op visite bij de Buré’s’

Indianen

Er waren tijden dat we kosten noch moeite spaarden voor een avontuur waarvan we de uitkomst onmogelijk konden voorspellen, laat staan hoe lang het ging duren (lang leve 1989!). Soms was één klein nieuwsberichtje in de krant al genoeg om naar de andere kant van de wereld af te reizen, zoals dat bericht uit mei 1989. ‘Nieuwe indianenstam ontdekt in Amazonegebied’ luidde de kop. “Het Braziliaanse bureau voor indianenzaken, Funay, maakte bekend een indianenstam ontdekt te hebben die nooit eerder contact heeft gehad met ‘de beschaving.’ Vlak onder de Braziliaans-Surinaamse grens, in het laatste nog onontsloten gebied in het Amazoneregenwoud, werden de Buré-indianen gevonden. Drie dorpen, 130 mensen en een eigen taal, verwant aan het Tupi. Sinds 1982 vermoedden Funay-specialisten het bestaan van een stam in dit gebied.”

“Wereldnieuws!” riep onze toenmalige hoofdredacteur en belde meteen met onze verslaggever Aat den Ouden die op dat moment ergens op het platteland in Marokko woonde, tot de islam was bekeerd en wachtte totdat hij met zijn Berbervrouw mocht trouwen.

Een avontuurlijke jongen dus die in afwachting van zijn bruiloft best even naar Brazilië kon vliegen om bij die indianen langs te gaan, dacht onze hoofdredacteur. Goed gedacht: via een tussenstop op onze redactie waar hij contact legde met de lokale Braziliaanse autoriteiten (die alles over de indianen ontkenden en ook niks van onze komst wilden weten) vlogen Aat en fotograaf Deen van der Zaken naar het Amazonegebied, naar de stad Manaus waar hij een vliegtuig, piloot, gids en de benodigde vergunningen regelde om überhaupt het gebied in te komen. Daar kwam hij na bijna een week aan waar hij op de landingsbaan middenin de jungle meteen werd begroet door een paar leden van de stam.

De cultuurclash was zoals verwacht groot: bij wijze van begroeting moest Aat de borsten van een vrouw masseren en op het vuur in het dorp werden apen met haar en al gegrild, maar er werd hem geen strobreed in de weg gelegd door de nieuwsgierige inheemse indianen. Hoe anders was dat bij dat indianenzakenbureau Funay: via een meereizende missionaris die de contactpersoon was voor zowel Funay als de indianen, kreeg Aat te horen dat zijn papieren niet in orde zouden zijn en hij onmiddellijk het gebied moest verlaten. Een smoes natuurlijk: het bureau wilde gewoon geen pottenkijkers en de eerste reportage over de Buré-indianen zelf regisseren. En dus niet de scoop weggeven aan een blad uit Nederland.

Er volgde een politiek spel waarin Aat en Deen in de plaats Santarem werden opgepakt toen ze na een aantal dagen terugkeerden uit de jungle en de Braziliaanse politie, om hun zaak kracht bij te zetten, verzonnen dat onze mannen met anderhalve kilo cocaïne op pad waren. Niks van waar natuurlijk, en bluf bovendien, dus we maakten dat we wegkwamen. Gelukkig hebben we een deel van de beelden nog, want niet alles werd door de Braziliaanse politie geconfisqueerd.