Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Hoe de Spaanse Escobar in de val liep

Uit de editie van 23 januari 2019: José Ramon Prado Bugallo alias ‘Sito Miñanco’ (63) wordt ook wel de Spaanse Escobar genoemd. Nadat hij in 2015 vrijkwam startte hij een nieuwe cocaïneoperatie die in twee jaar volledig op de klippen is gelopen. Daar waren ook Nederlanders bij betrokken. Een exclusief verhaal.

Sito Miñanco

In het Spaanse Galicië hebben ze een heel speciale manier om drugs aan land te brengen. De illegale waar wordt midden op zee overgeladen op een speciale speedboot met een platte onderkant die veel vracht kan dragen. Deze ‘Narcolanchas’ scheuren vervolgens naar de kust en meren daar op het strand aan, soms wel tientallen meters over het zand. Dergelijke buikschuiflandingen zijn niet zonder gevaar. Meer nog dan dat moeten de bestuurders van dergelijke boten de weg kennen op zee langs de Spaanse kust, die aan Atlantische zijde vol zit met rotsen en inhammen. De Galiciër José Ramon Prado Bugallo was ooit een kei in dergelijke transporten. Eind jaren 70 van de vorige eeuw brengt de in 1955 geboren kapitein voor miljoenen Spaanse peso’s aan sigaretten op het droge. Dat zit zo: in de nadagen van de Spaanse dictatuur wordt alleen een staatsmerk als rookwaren verkocht. Smokkelaars als Bugallo – bijgenaamd ‘Sito Miñanco’, wat Galicisch dialect is voor ‘zoon van de Miñanco’s’ – importeren daarom buitenlandse merken, die als warme broodjes verkocht worden. Miñanco is de man die de zee op zijn duimpje kent, die door de baai kan varen met een blinddoek om. Een man die meer kan dan alleen sigarettensmokkel, zo zou spoedig blijken. Zijn doorbraak in de drugshandel beleeft hij kort nadat hij in 1983 in de gevangenis contact legt met een voornaam lid van het Medellín-kar-tel. Cocaïne is veel lucratiever dan sigarettensmokkel. En Miñanco stapt over naar de harddrugs, hoewel hij de sigaretten er altijd naast blijft doen.

Op de thee bij Noriega

Sindsdien heeft hij zijn netwerk consequent uitgebouwd, zozeer dat er gesproken kan worden van een trans-Atlantisch verband. Geld van de narco’s uit Zuid Amerika verdwijnt in Galicië in bouwprojecten. De Noordwestelijke Spaanse regio maakt zo mede met Sito’s drugsgeld gedurende de jaren 80 een enorme economische boost door. Zelf heeft hij op dat moment huizen in Zwitserland, Panama, Costa Rica en Spanje. Ook sponsort hij een voetbalteam uit zijn geboorteplaats Cambados. Het onbeduidende ploegje promoveert in enkele jaren van de vijfde divisie naar het derde niveau. De totale investering bedraagt een slordige 180.000 euro per seizoen. Geld dat cash via koffers bij de spelers en coaches belandt. De spelers weten niet wat ze meemaken. Naast hun lucratieve salaris laat ‘voorzitter’ Miñanco ze regelmatig meevaren op zijn kolossale jacht. En op een dag neemt hij ze zelfs mee op ‘tournee’ door Panama, waar ze bij president-dictator Manuel Noriega op de thee komen. Dat is een vriendje van Miñanco. In alles is hij in die jaren de Spaanse Pablo Escobar. Net als de Colombiaanse drugsbaron laat Miñanco zich omringen door mooie vrouwen, kleedt zich in opvallende pakken en smijt hij met geld op door hem georganiseerde dorpsfeesten. Ook staat hij de pers te woord. Het zijn gesprekken waarbij hij zich voordoet als successvolle zakenman. Bugallo is nooit aangeklaagd voor moord. Dat wil niet zeggen dat er in zijn omgeving nooit een dode is gevallen. In de loop der jaren sneuvelen heel wat zakenrelaties op het slagveld. Spaanse rechercheurs en journalisten zoeken nog altijd naar aanknopingspunten. De vraag is of hij zelf ooit opdracht heeft gegeven of dat het meer zo is geweest dat mensen met wie hij werkte er zelf een ‘Colombiaanse moraal’ op nahielden. Deskundigen vermoeden dat Sito Miñanco heeft kunnen profiteren van machtige Galicische clans – zoals de Charlín-familie – die hem vanwege zijn ‘zakelijke succes’ bescherming bieden.

Per ‘Narcolancha’ worden drugs naar Spanje gebracht.

Het omslagpunt

Het jaar 1990 vormt de top van zijn loopbaan. Het is tevens een omslagpunt. Het is het jaar dat de DEA en Interpol hem op de Most Wanted List plaatsen. En ook het jaar dat de Spaanse officier van justitie Baltasar Garzón de jacht op hem opent. Hetgeen resulteert in een serie aanhoudingen – Operatie Andrès - waarbij tientallen leden uit zijn organisatie in de gevangenis belanden. Hij is verraden door een aantal Colombianen, leert hij later via zijn dossier. Miñanco wordt in een van zijn Spaanse villa’s gearresteerd. Kort voordat het arrestatieteam binnenvalt zegt hij door de telefoon: “Shit, ze hebben me te pakken.” Vandaag de dag is Miñanco beroemder dan ooit. Wat Holleeder is in Nederland, is Miñanco in Spanje. Hij is de crimineel die voortdurend de pers haalt, of het nu om criminele feiten gaat, zijn kleding, perikelen omtrent zijn vastgoed of om zijn liefdesleven.

Het team van Club Juventud Cambados. De Spaanse Escobar draagt een stropdas.

HUN HOLLANDER IN MARBELLA ZOU DE PARTIJ COCAÏNE VAN MIÑANCO EN ARANGO VIA DE HAVEN VAN ROTTERDAM BINNENTREKKEN. MAAR DAT IS DUS COMPLEET MISGELOPEN

Vrijwel alles is interessant. Dat hij dan ook nog eens begin dit jaar is gearresteerd in een groot drugsonderzoek zorgt daarbij voor een absoluut record aan krantenartikelen en televisie-items. Die arrestatie vond namelijk zo ongeveer tegelijk plaats met de lancering van een boek over het Noord-Spaanse drugsmilieu – waarin hij uiteraard volop figureert – en de daarop gebaseerde televisieserie Fariña, wat Spaans is voor meel. Die gefilmde serie is weer verkocht aan Netflix. Ook Nederlandse abonnees kunnen onder de naam Cocaine Coast meekijken naar de belevenissen van de visserszoon uit Cambados. Maar hoe verging het de drugsbaron verder sinds 1990? Niet heel florissant eigenlijk. Sito blijft een illuster figuur in de drugshandel maar zit vele jaren vast. Zo wordt hij in 2004 veroordeeld tot zestien jaar gevangenisstraf wegens drugshandel en het leiden van een criminele organisatie. Eind 2014 gloort voor hem de vrijheid. Miñanco zit dan in een halfopen kamp en werkt als parkeerwacht voor de reclassering. Hij kan bij goed gedrag rekenen op  een vervroegde vrijlating enkele maanden later.

De Spaanse Escobar in zijn jongere jaren.

Back in business

José Bugallo is in de eindfase van zijn detentie volop gefilmd en gefotografeerd bij bezoeken aan steden en dorpen waar hij ooit groot werd in de drugshandel, de omgeving van Cambados en Pontevedra. Hij laat zich met name zien in het kustplaatsje Meaño, op de kade bij scheepsbouwer Facho, waar experts al decennialang boten prepareren voor de smokkel van sigaretten en cocaïne. De Pablo Escobar van Spanje laat er geen gras over groeien. Hij smijt in de periode dat hij ogenschijnlijk in opdracht van de reclassering werkt als parkeerwacht met geld. Rechercheurs nemen waar dat de patron 700.000 euro betaalt om communicatieapparatuur in boten te laten installeren. Ook zet hij een contra-observatie-team op dat verdachte kentekens natrekt. Tevens laat hij antennes op Galicische heuveltoppen installeren om zo met een eigen netwerk naar schepen op zee te kunnen communiceren. Ook is gezien dat Miñanco in die eindfase van zijn detentie - en kort daarna opvallend veel contact onderhoudt met Nederlanders. Zo laat hij op 21 februari 2017, als hij dus al vrij is, twee Nederlanders een speedboot nalopen op track and trace-apparatuur, in Meaño. Verder nemen rechercheurs waar dat hij in een plaatselijke kroeg een verhandeling houdt over de wijze waarop satellietsystemen werken waarmee op zee schepen worden gevolgd.

Contact met Nederlanders

Ook heeft hij in dezelfde periode bij het Zuid-Spaanse Cordoba een ontmoeting met twee Nederlanders – de Brabanders Ronald S. en Martius G. Hij ontvangt van deze Nederlanders een grote partij Encrochat-encryptie-telefoontoestellen. Het gaat om leden van een clan van Noord-Brabanders, veelal woonachtig in Benalmádena en in de Marbella-regio. Wat niemand weet: hun groep ligt al maanden onder observatie van de Spaanse autoriteiten. Encrochat is niet de enige encryptiedienst waar de Spanjaard gebruik van maakt, zo zullen de Spaanse rechercheurs later ontdekken. Miñanco werkt ook met Prencom, een internationaal actief netwerk waarbij ook Nederlanders betrokken zijn; niet uit Brabant, maar uit de regio Den Haag. Tot slot rekent de Spaanse justitie de in 1965 geboren Nederlander Raymond van R. tot de top van Miñanco’s nieuwe drugsorganisatie. Deze man met halflang haar en een wat gezet postuur heeft in het milieu de bijnaam ‘Kit’. Van R. heeft een blanco strafblad, maar is bij de Spaanse narcoticarecherche al sinds 1997 in beeld als iemand die hasjroutes bedenkt van Spanje naar Nederland, en cocaïneroutes van Nederland naar Spanje.

De Spaanse politie jaagt fanatiek op drugscriminelen.

Zakendoen in Bernabéu

Begin 2017 zien Spaanse observatierechercheurs Miñanco en Van R. achter een tafel vol tapas in La Moraga Bistro, in het mondaine haventje van Puerto Banús, bij Marbella. Na het etentje wandelen de twee drugshandelaren naar café Eric, gerund door een Belg, waar ze nog een kopje espresso drinken. Daarna verdwijnt de Nederlander in zijn compacte witte Mercedes GLE 350, niet te volgen voor de politie. Miñanco rijdt terug naar Algeciras, waar hij een villa heeft. Later dat jaar registreert de politie Miñanco en de Nederlander in Puerta 57, een restaurant in het Madrileense Berna-béu-stadion, samen met vier andere mannen. Het restaurant in de catacomben van de voetbaltempel is dé plek waar niet alleen de high society graag komt, maar waar ook de top van de drugshandel zich laat zien. De volgende ochtend stapt Van R. in Madrid op een vliegtuig naar Nederland. Spaanse rechercheurs zien Van R. niet alleen. Ze horen ook over hem. Ze luisteren af hoe andere leden uit de entourage een beetje mopperend over ‘die Hollander’ spreken. Hij zou niet willen werken met Ecuadorianen omdat hij daar ‘altijd problemen mee heeft’, zo vangen de rechercheurs op. Via een insider bij de Spaanse nationale politie komt de informatie dat ‘Miñanco inderdaad zwaar heeft proberen te leunen op deze Hollander’. De reden zou zijn dat Van R. douanemedewerkers in de haven van Rotterdam plat zou hebben, zo luidt de theorie die op dit moment leeft bij het Spaanse Openbaar Ministerie. Op 1 oktober 2017 begint Operacion Mito, de actie om de Galicische drugsbaron opnieuw op te pakken. De Spaanse douane entert op die dag midden op zee bij de Azoren het vrachtschip Thoran dat op weg is naar Turkije. In een laadruimte onder het keukentje bevindt zich een partij van 165 pakketten cocaïne, elk goed voor twintig blokken per stuk. In totaal gaat het om 3800 kilo cocaïne, goed voor een astronomische straatwaarde van meer dan 100 miljoen euro. Aan boord worden zes Turken en een persoon uit Azerbeidzjan gearresteerd. In de buurt blijken twee speedboten op zee te zijn gevaren. Het is de politie duidelijk: dit zijn Sito’s geprepareerde narcolanchas. De Spaanse justitie wacht dan nog steeds om Miñanco te arresteren, hoewel de verdenking dat hij meedoet aan dit transport enorm groot is.

Arrestaties in Nederland

De volgende grote slag die de opsporingsdiensten slaan in de strijd tegen de drugsbaas volgt op 10 november 2017. Op een bedrijventerrein in het Nederlandse Den Hoorn, tussen Den Haag en Delft, ontdekt de Nederlandse politie – mogelijk getipt door de Spanjaarden – 615 blokken pure cocaïne met een straatwaarde van 16 miljoen euro, voorzien van rode etiketten met het Apple-logo, paarse etiketten met het Rolex-logo en zelfs een blok met het logo van postbezorger DHL. Het is een grote vondst in de regio Den Haag, de grootste van 2017, zo maakt de Nederlandse politie kort daarop bekend. Voor de Spaanse opsporingsdiensten is het op dat moment duidelijk dat er vermoedelijk al eerder een transport via de haven van Rotterdam naar Den Haag is gegaan, dat door de mazen van het net is geglipt. De mannen die door justitie in Nederland worden opgepakt zijn: Brent van D., Stefano Z. en Bart M. Twee van de drie verdachten komen uit de Haagse regio. Deze Haagse groep kan via TCI-in-fo gelinkt worden aan Emile B., een vooraanstaand lid van Satudarah Trailer Trash MC, die in 2016 is opgepakt. Het groepje heeft steken laten vallen bij het aannemen van de cocaïne: zo vindt de Nederlandse recherche gedurende het ‘Schuimbloem-onderzoek’ een briefje met aantekeningen bij een van de verdachten. Het betreft een administratieve registratie van de totale hoeveelheid cocaïne, en alle stempels waarmee de blokken zijn getagged. Ook is de Nederlandse politie er in geslaagd een aantal WhatsApp-gesprek-ken tussen verdachten te achterhalen. Communicatie waarin ze in bedekte termen de laatste halte van de import bespreken. Het drietal komt in het najaar van 2018 voor de rechter in Den Haag. Twee van hen worden veroordeeld tot straffen van drieëneenhalf en vier jaar gevangenis.

In de stress

Miñanco schiet na de onderschepping in Den Haag geweldig in de stress, zo noteren de Spaanse opsporingsdiensten. Dat heeft voor een belangrijk deel te maken met zijn andere partner in dit drugstransport, een oudgediende uit zijn milieu: Luis Enrique Garciá Arango, zo stelt het Spaanse Openbaar Ministerie. Deze van oorsprong Colombiaanse veteraan – die al sinds de jaren 80 met Miñanco werkt – onderhoudt de directe contacten met Colombia. Het is ‘ergens’ misgegaan in Nederland, zo concluderen Miñanco en Arango. Hun Hollander in Marbella zou de partij cocaïne op de juiste manier – met de Haagse groep – via de haven van Rotterdam binnentrekken. Maar dat is dus compleet misgelopen. En omdat Van R. zelf niet is opgepakt willen Sito en zijn partner dat hij zo snel mogelijk tekst en uitleg geeft. Letterlijk schrijft de Colombiaan – via een onderschept bericht – met zijn Blackberry aan Miñanco: “De koopwaar is ingepikt en was van ons. Je zult nu een beetje tijd moeten investeren om hem (volgens de Spaanse justitie de Nederlander Raymond van R., red.) even uit te leggen dat hij ons een verklaring schuldig is. Kijk, als we al dat spul overzetten, dan is het feest. Maar als het misgaat, dan komen ze vanuit Zuid-Amerika allemaal met vragen aanzetten. Dat begrijp je.” Het probleem is dat er mensen ‘geofferd’ kunnen worden.

Dat weet Miñanco maar al te goed. De Zuid-Amerikaanse leveranciers van de harddrugs zijn geen fijngevoelige types. Miñanco voelt dat hij in de problemen zit. Op 19 december 2017 zegt hij duidelijk geërgerd tegen zijn vriendin Leonor Ivanova, in zijn met microfoons volgehangen Saab: “Schatje. Luister! Je kent de hele dimensie van dit probleem niet.” De Policía Nacional zet ondertussen vol door op de organisatie van Miñanco. Al snel heeft men weer beet. Begin januari 2018 ontmoeten Arango en Van R. een Colombiaan en proberen ze uit te leggen hoe ze in de penarie zijn gekomen. Ze geven de Haagse partij de schuld. Maar wie van die groep de schudige is weten ze niet precies. Arango verzucht later in een ander afgeluisterd gesprek: “Niet mee te praten, met die Colombiaan. Ik heb gezegd dat ze me op een goede dag in Ecuador, in Colombia, of waar dan ook mogen doodschieten. Weet je: Raymond is gewoon door iets of iemand belazerd. Meer kan ik er ook niet van maken.”

Oktober 2018: Sito Miñanco arriveert bij de rechtbank in het Spaanse Vigo.

MIÑANCO HAALT VOORTDUREND DE PERS, OF HET NU OM CRIMINELE FEITEN GAAT, ZIJN KLEDING, ZIJN VASTGOED OF ZIJN LIEFDESLEVEN. VRIJWEL ALLES IS INTERESSANT

Is dit het einde?

Februari 2018 volgt de klap, het sluitstuk van Operacion Mito. Miñanco wordt in Algeciras opgepakt. Tegelijk met hem doet de Policía Nacional in heel Spanje een groot aantal invallen, waarbij 43 mannen worden vastgezet, waaronder Raymond Van R., bij zijn woning aan het fraai gelegen Urbanización Monte Paraíso Golf in Marbella. Ook Luis Enrique Garci Arango wordt vastgezet en nog een groot aantal bekende namen uit de Galicische drugswereld. De Spaanse Escobar zelf reageert eenmaal achter in de arrestantenbus kalm, zo zal een officier van justitie later verklaren tegenover de Spaanse krant El País. Zijn eerste opmerking tegen de hoofdinspecteur: “Denkt u dat Real Madrid deze week nog een kans heeft?” Miñanco wordt bij de rechtbank in zijn geboorteomgeving – in de stad Pontevedra – aangeklaagd voor witwassen, drugshandel en het leiding geven aan een criminele organisatie. Alleen al de witwasverdenking kan hem zes jaar cel opleveren. De straffen voor drugssmokkel zijn in Spanje daarnaast bepaald niet mals. Niet alleen de onderschepping van 3800 kilo cocaïne bij de Azoren wordt hem ten laste gelegd. Samen met andere verdachten als Raymond van R. en Luis Enrique Garciá Arango wordt hij ook aangeklaagd voor transport van 615 kilo cocaïne naar Den Haag. Enkele weken na zijn arrestatie begint de drugsbaron in de gevangenis een hongerstaking omdat hij het niet eens is met de wijze waarop hij wordt behandeld. Hij klaagt erover dat de gesprekken die hij met zijn advocaat voert worden afgeluisterd. Daarnaast wijst hij op herniaklachten en baalt hij dat hij telkens wordt gevisiteerd. De autoriteiten zijn niet onder de indruk. Het protest levert hem een paar nachten isoleercel op. De drugscrimineel is terug bij af. Tussen vier muren, in handen van justitie met de spotlights van de media feller dan ooit op hem gericht.

De Nederlandse politie valt een bedrijf in Den Hoorn binnen.

De mysterieuze dode in Den Haag

Op maandag 1 oktober 2018 doet de de politie onderzoek naar een dode man die is aangetroffen op de vierde verdieping van een gebouw met luxe huurappartementen in Scheveningen. De informatie die naar buiten komt is summier: de 31-jarige zou met een schot in de rug net achter de voordeur van het appartement gevonden zijn. Hulpdiensten hebben hem nog gereanimeerd, maar dat is tevergeefs. Omwonenden vertellen toegesnelde journalisten dat het appartement in het Résidence Lido-com-plex gehuurd werd door een vriendelijk doch zwijgzaam Nederlands stel dat rondreed in dure wagens. Zij zouden hun naambordje hebben verwijderd. De doodgeschoten man – de zoon des huizes – zou een sleutel hebben gehad. Hij zou in eerste instantie zijn gevonden door zijn moeder, die even over was uit Spanje. Het appartementencomplex is goed beveiligd en er hangen meerdere camera’s. In het verleden zouden ook Willem Endstra en Willem Holleeder een appartement hebben gehuurd in het gebouw, zo meldt Omroep West. Opmerkelijk: enkele maanden eerder, in juni, is ook al een brandbom afgegaan bij de voordeur van Résidence Lido. Een eerste gerichte bedreiging, zo klinkt het aan de boulevard van Scheveningen. De vader van de doodgeschoten man zou volgens eigen zeggen in de autohandel zitten, zo heeft hij zijn buurtgenoten verteld. Maar het AD meldt een dag later, op 2 oktober, dat er in criminele kringen wordt gesteld dat deze man in de cokehandel zit. Hij zit nu vast in Spanje. Gaat het hier om een represaillemaatregel na de mislukte transport van 615 kilo cocaïne, precies een jaar eerder? En is de vader van de dode man wellicht Raymond van R.? Het is een vraag die Panorama tijdens het maken van dit verhaal neerlegt bij verschillende instanties waaronder het Openbaar Ministerie, maar niemand wil daar ook maar iets over zeggen. De advocaat van Sito Miñanco – Gonzalo Boye – zegt tegen Panorama: “Ik heb ook gelezen dat er in Den Haag iets is voorgevallen met een dode man. Maar verder weet ik niks van dit incident af. Of dat ook geldt voor mijn cliënt? Voor de heer Bugallo is het niet makkelijk om hier uitspraken over te doen. Hij zit, net als Raymond van R., op een geïsoleerde afdeling. Beiden worden continu in de gaten gehouden.” Boye laat tevens weten dat hij de advocaat van Raymond van R. heeft benaderd en dat deze niet wenst te reageren.

Misdaad
  • MÓNICA PATXOT-PONTEVEDRAVIVA, ANP, DISTRICT8, EL ESPAÑOL, E.A.