The Rolling Stones, minus drummer Charlie Watts uiteraard die vorig jaar overleed, doen in juni weer eens Amsterdam aan, dus als je bereid bent om een astronomisch bedrag voor een kaartje te betalen (via de reguliere weg kost het goedkoopste kaartje 84 euro, het duurste 350 euro), dan wensen we je alvast veel plezier. Niet vergeten om een paar zakdoekjes mee te nemen als je voor 350 euro in de ‘diamond pit’ staat, want naar verluidt sta je zo dicht op het podium dat ontsnappen aan het zweet en misschien de klamme klodders kwijl van Mick Jagger onmogelijk is. Stukje beleving mag wat kosten, nietwaar?
Dat Mick Jagger, Keith Richards en Ron Wood er überhaupt nog staan – Jagger en Richards zijn 78 en Wood 74 – is al een wonder op zich, zeker als je bedenkt dat het 35 jaar geleden al over had kunnen zijn voor de band. Sterker nog: de Stones lagen destijds als een kasplantje te vegeteren, het enige wat er voor nodig was om er een einde aan te maken, was de stekker uit het beademingsapparaat trekken. “Misschien dat bidden nog helpt,” zo begonnen we in 1987 ons Stones-verhaal, dat meer weg had van een necrologie dan van een bloemrijk epistel over een band in de bloei van zijn leven: “Het gezonde verstand zegt dat redding niet meer mogelijk is: het grootste rock-’n-rollorkest aller tijden is in coma geraakt.”
Wat er aan de hand was? Dikke vette ruzie. Tussen wie? Twee keer raden.
Jagger wilde weleens iets anders, dus hij tekende in 1984 een contract voor een soloplaat zonder de rest van de band daarvan op de hoogte te stellen. Richards natuurlijk over de pis, maar wat Jagger kan, kan ik ook, dacht hij. Daar begon het kleutergedrag eigenlijk al, gedrag dat alleen maar werd uitvergroot tijdens Live Aid in 1985, waar Jagger optrad met Tina Turner en Hall & Oates, en Richards en Wood samen met Bob Dylan. Geen optreden van de Stones dus op het grootste muziekevenement tot dan toe in de wereld, puur door ego en infantiliteit. Toen het daaropvolgende album Dirty Work (1986) niet door Jagger en Richards samen werd geschreven, maar door een ieder afzonderlijk, leek een zekere dood van de band aanstaande. Geïrriteerd, uitgedoofd, noem het allemaal maar op.
Maar kijk ze nu eens staan, de tyrannosaurus rexen van de rock-’n-roll, minus één. 35 jaar later, nu dus, bestaan ze precies vijftig jaar: de meeste huwelijken houden niet eens zo lang stand. Gelukkig voegde Richards niet de daad bij het woord toen hem in die comateuze toestand van de band werd gevraagd wat hij ervan vond dat Jagger met anderen optrad, en dus niet met de Stones: “Als hij geen zin meer zou hebben in touren, valt daar nog wel wat voor te zeggen. Maar zonder de Stones, nee… ik snij hem verdomme zijn keel door.” Stel je voor zeg: de muziekgeschiedenis zou er opeens heel anders hebben uitgezien.
- PhotoShot/Brunopress.nl