Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Bij de politierechter: Een boze Aut(omobil)ist

Behalve automobilist is Sander ook autist. Dat gaat niet altijd even goed samen.

Bij de politierechter: Een boze Aut(omobil)ist

Dit werkt dus niet, hè,” zegt de moeder van Sander* met een grondig doorrookte shagstem.

“Wat werkt niet?” vraagt de rechter.

“Nou, met die andere mensen hier in de zaal,” antwoordt de vrouw, wijzend op het slachtoffer en de rechtbankverslaggever en -tekenares achter haar in de zaal. “Mijn zoon had verwacht hier alleen met mij te zitten. Met deze mensen erbij klapt ie dicht.”

“Het is een openbare zitting, mevrouw. Deze mensen mogen hier zijn,” legt de rechter haar uit.

“Wat u wilt. Ik waarschuw alleen maar.”

Naast haar zit de 34-jarige Sander er inderdaad weinig actief bij. Voorovergebogen, met zijn kruin naar de rechter, hangt hij over zijn tafel. Zijn langharige hoofd rustend op zijn onderarmen. ‘Dutch Panzer Group’ staat er op de rug van zijn donkere hoodie boven een gevleugeld doodshoofd. Twee jaar geleden werd er bij hem autisme vastgesteld. Sindsdien is zijn moeder niet meer alleen zijn moeder, maar staat ze ook officieel als zijn mentor geregistreerd. Ze kent hem door en door en weet als geen ander dat zijn manier van reageren niet altijd de meest wenselijke is. Al lijkt haar inschatting dit keer niet de juiste. Zodra de rechter zich rechtstreeks tot Sander richt, lijkt hij de overige aanwezigen op slag vergeten.

“Of ik er spijt van heb?” herhaalt hij de vraag van de rechter traag en monotoon. “Nee, ik heb er geen spijt van. Ik zou het zo weer doen. Ik heb nog nooit iemand zó asociaal zien parkeren.”

Op een dag komt Sander met de auto de straat in rijden waar hij samen met zijn moeder woont. Een taxibusje blokkeert de weg. Een bejaarde vrouw wordt door de chauffeur, zelf ook niet meer de jongste, uit de auto geholpen. Achter het stuur verbijt Sander zijn frustratie, maar die wordt er niet minder op wanneer de taxichauffeur, zonder hem een blik waardig te keuren, daarna ook nog eens uitgebreid in de laadruimte van zijn busje gaat staan rommelen. Als Sander geïrriteerd zijn hoofd uit het raam steekt en hem dringend verzoekt plaats te maken, kijkt de man niet op of om.

‘Die auto is van mijn moeder, dus daar ga ik niet expres mee botsen. Blijkbaar stond hij nog in de versnelling of zoiets’

Wanneer hij eindelijk weer achter het stuur zit, maar nog altijd niet van plan lijkt te gaan rijden, slaan bij Sander de stoppen door. Hij rijdt op de achterkant van het busje in en stapt uit. Ook de taxichauffeur, zich rotgeschrokken van de klap, stapt uit. Witheet en tierend beent Sander op hem af en slaat hem zonder omwegen met zijn vuist vol in het gezicht.

“Het was niet de bedoeling om tegen hem aan te rijden,” zegt Sander. “Die auto is van mijn moeder, dus daar ga ik niet expres mee botsen. Blijkbaar stond hij nog in de versnelling of zoiets.”

“U heeft eerder een agressieregulatietraining gevolgd,” mengt de officier van justitie zich in het gesprek. “Daar heeft u als het goed geleerd om weg te lopen van dit soort situaties...”

“Ik ben ook weggelopen,” pareert Sander. “Er stond alleen iemand in de weg.”

“Bril kapot... kroon kapot... een paar dagen nauwelijks kunnen eten en drinken, wekenlang slecht geslapen, enige tijd niet kunnen werken... sinds het incident angstiger in het leven..,” grasduint de rechter hardop door de slachtofferverklaring van de taxichauffeur die nog altijd zwijgzaam achterin de zaal zit. “Wat doet het met u als u dat allemaal zo hoort?”

“Niets,” zegt Sander. “Dan moet ie voortaan wat nadenken voordat ie weer zo asociaal parkeert.”

Tot overmaat van ramp bleef het die dag niet bij die ene mishandeling. Omdat het incident op klaarlichte dag plaatsvond waren meerdere mensen er getuige van. Een van hen, een man die Sander aansprak op zijn gedrag en op hem af liep, kreeg eveneens de volle laag. Volgens Sander zou hij een mes hebben getrokken, maar geen enkele getuige bevestigt dat. Al trof de politie later in de werkbroek van de man, naast ander gereedschap, wel een stanleymes aan.

Voor beide mishandelingen en het moedwillig inrijden op het taxibusje legt de rechter hem een taakstraf op van 100 uur, waarvan 60 voorwaardelijk, en een meld-en behandelplicht bij de reclassering. Ook zal hij het slachtoffer een schadevergoeding moeten betalen van 1490 euro. Tot slot wordt melding gedaan bij het CBR. Mocht hij nog een keer dusdanig ontploffen in het verkeer, dan kan hem dat zijn rijbewijs kosten. Nog voor de rechter klaar is met haar uitspraak heeft Sander zijn beginpose weer aangenomen. Voorover gebogen ligt hij op tafel. Vanonder zijn lange haren klinkt onbedaarlijk gehuil. “Waarom moet u nu zo huilen?” vraagt de rechter.

“Omdat het niet eerlijk is,” snikt Sander.

*Alle namen in deze rubriek zijn om privacyredenen gefingeerd.

Misdaad
  • Petra Urban