Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Zanger André Pronk: ‘Geen programma wil mij meer hebben’

Geen Nederlander die erin gelooft dat carnaval dit jaar wél doorgaat, behalve één dan. Zanger André Pronk – ‘bekend’ van zijn hilarisch slechte audities in X-Factor en Popstars, meer dan tien jaar geleden – heeft alvast een carnavalsplaat uitgebracht: Een druppel aan mijn knuppel.

André Pronk

“Hé, hallo! Goed dat je belt, zeg. Bij de televisie lig ik er helemaal uit.”

Oh, hoezo dan?

“Geen programma wil mij meer hebben. Als Gordon of Gerard Joling een nieuwe videoclip heeft, weten Boulevard en Shownieuws niet hoe snel ze bij hen langs moeten gaan. Maar bel ik een keer, dan komen ze niet. Laatst ook al niet. Terwijl ik groot nieuws te melden had. Ik had ontdekt dat een onbekend persoon onder mijn naam allerlei accounts op Facebook, Twitter en Instagram had aangemaakt. Ach, daar hebben zoveel artiesten last van, reageerden ze. Ze deden er niets mee. Keek ik een dag later naar Boulevard, zag ik Frans Duijts zitten. Met precies hetzelfde nieuws.”

Je bent niet groot genoeg, André.

“Nee, dat blijkt. Aan de andere kant: ik kan lekker mijn werk doen. Om de zoveel tijd breng ik nieuwe muziek uit. Eén van mijn laatste singles – Ik zie een aap – was helaas niet zo’n groot succes. Dat nummer daarvoor ook niet echt: Laat je likkuh. Maar je wilt niet weten hoeveel optredens ik normaal gesproken heb, buiten de lockdowns om. Waar ik allemaal wel niet naartoe rijd… Groningen, Friesland, Drenthe, dat soort uithoeken kom ik allemaal. En dat voor een gewone Vlaardinger, hè. Dat heb ik niet aan de televisie te danken. Dat heb ik allemaal aan mezelf te danken. Aan mijn eigen social media. Ik heb nu alweer een boeking binnen van de Kamping Kitsch Club, dus ik mag zeker niet klagen.”

Van de wat?

“De Kamping Kitsch Club. Ken je dat niet? Dat is een groot festival in Eindhoven. Dat zal straks in juni vast wel weer doorgaan. Ik geloof dat ze zestig- tot zeventigduizend man verwachten. Niet allemaal voor mij natuurlijk. Er komt een podium voor foute artiesten, zoals Zanger Rinus, Rapper Sjors, nou, en ik dan. Daar sta ik wel mooi tussen.”

En dan heb je ook nog een nieuwe single uitgebracht.

“Mooi, toch? Hij gaat als volgt: Ik heb een druppel aan mijn knuppel/Oh, het doet zo’n pijn/Ik loop de hele dag te druppelen/Het zal toch niet een soa zijn? Hahaha. Er zit ook een videoclip bij. Die heb ik laten maken door Ron Schmid, een goede vriend van me. Die is bekend van Ik geloof in Mij, dat tv-programma met René le Blanc. Hij heeft geprobeerd mij ook nog een rol te bezorgen in Ik Geloof in Mij, maar dat is hem niet gelukt. Ze wilden mij niet hebben, helaas.”

Vroeger kwam je nog weleens in het nieuws omdat je een tatoeage van Henkjan Smits op je rug liet zetten.

“Precies. Die wees mij tijdens mijn audities zó vaak af dat ik op een gegeven moment tegen hem zei: Henkjan, je kan mijn rug op. Hahaha! Na Henkjan Smits heb ik trouwens van nog meer Bekende Nederlanders een tatoeage genomen. Na het WK van 2014 van Louis van Gaal en van Robin van Persie. En ik heb er één van Giel Beelen, omdat ik vaak bij hem op de radio te gast was. Inmiddels zit mijn rug zó vol dat er nog maar één plekje over is. Na de laatste Grand Prix twijfelde ik even of ik een tatoeage van Max Verstappen moest laten zetten, maar uiteindelijk was iemand anders me net voor. Daarom bewaar ik dat plekje maar voor een andere BN’er. Ik moet toch ergens de publiciteit mee zoeken.”

Of je moet weer meedoen aan een talentenjacht.

“Nee, die tijd heb ik gehad. Ik heb één keer meegedaan aan X-Factor en drie keer aan Popstars. Op den duur kent iedereen je alleen maar van dat soort programma’s. Terwijl ik veel meer in mijn mars heb dan dat. Ik zie het bijvoorbeeld wel zitten om een eigen talkshow te presenteren.”

Een eigen talkshow? Jij?!

“Ja, waarom niet? Binnenkort wil ik eens wat pilots op YouTube opnemen. Kijken of het aanslaat. Ik zie mezelf wel meelullen over het nieuwe kabinet, hoor.”

Ik begrijp echt niet waarom Boulevard jou nooit terugbelt…

“Ik ook niet. Maar nog even geduld. Dat kunnen ze niet meer om me heen.”