"Willen jullie, in deze stad en in Nederland, meer of minder Marokkanen?” vroeg Geert Wilders tijdens de verkiezingsavond in 2014. De reactie van het aanwezige publiek: "Minder! Minder!", waarop Wilders zei: "Nou... dan gaan we dat regelen." Het voorval leidde tot veel ophef en een proces waarbij het zo nu en dan knetterde tussen Wilders en zijn advocaat in de ene hoek, en het Openbaar Ministerie in de andere. Met name door het inbrengen van nieuwe stukken en een wraking sleepte de zaak jarenlang voort.
Veroordeling september
Eind vorig jaar was daar dan toch een uitspraak. In hoger beroep werd de PVV-leider door het gerechtshof veroordeeld voor groepsbelediging. Onder andere omdat zijn uitspraken tijdens de verkiezingsavond "onnodig grievend" zouden zijn. Al erkende het Hof wel dat het allemaal "in de context van het politieke debat" gebeurde.
Maar ondanks dat Wilders verder geen straf kreeg opgelegd, ging de politicus direct na deze uitspraak in cassatie. In de hoop dat de hoogste rechtsprekende instantie in Nederland anders zou oordelen. Volgens de PVV-man zelf had hij op die avond in 2014 immers enkel problemen benoemd en oplossingen aangedragen. Niet anders dan in zijn verkiezingsprogramma. Bovendien is Wilders van mening dat het een kwestie voor in de Kamer was, niet de rechtbank.
Definitief oordeel
Echter is ook de Hoge Raad van mening dat Geert Wilders zich schuldig heeft gemaakt aan 'groepsbelediging'. Daarbovenop komt nu nog een veroordeling voor het 'aanzetten tot discriminatie'.
"De heer Wilders zal schuldig worden bevonden zonder oplegging van straf", aldus de Hoge Raad. In dat opzicht valt de uitspraak samen met die van de rechtbank in september 2020. Het oordeel is definitief. Er kan dus niet meer in hoger beroep worden gegaan.
- NOS
- Pro Shots / Koen Laureij