E. werd in 2019 al veroordeeld voor de moord op het meisje, dat hij daarvoor veelvuldig met de dood had bedreigd. Destijds kreeg hij veertien jaar cel en dwangverpleging met tbs, omdat het hof oordeelde dat er sprake was van doodslag. De uitspraak zorgde voor veel verontwaardiging, omdat er volgens het OM duidelijk sprake zou zijn van moord. Het ministerie ging dan ook in hoger beroep, waarop vanochtend een uitspraak volgde.
Bekir E. zocht Hümeyra, met wie hij een kortstondige relatie had gehad, op haar school in Rotterdam op, waarna hij het meisje van dichtbij met zeven kogels om het leven bracht. Beelden van de ‘executie’, zoals Bekir het zelf noemde, werden in de rechtszaal getoond om de aanwezigen te overtuigen dat er wel degelijk sprake was van moord. Daarnaast werden er foto’s opgevist van berichten die Bekir aan Hümeyra gestuurd had, met bedreigingen en foto’s van wapens.
Dwangverpleging
Het OM slaagde er zo in om de rechtbank alsnog te overtuigen van moord met voorbedachte rade, waarna Bekir E. veroordeeld werd tot 20 jaar celstraf. E., die licht verstandelijk beperkt is en een ernstige persoonlijkheidsstoornis heeft, weigerde om mee te werken aan behandeling voor zijn geestelijke problemen, die hij alleen maar versterkte door het gebruik van drugs en alcohol. Het hof oordeelde daarom ook dat dwangverpleging noodzakelijk is.
- telegraaf.nl