Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Bij de politierechter: 'Rara wie reed er?'

Bij een rokende auto die zwaar beschadigd tegen een paal aan staat, treft de politie drie stomdronken jongeren. Rara, wie reed er?

Bij de politierechter: 'Rara wie reed er?'

Zijn haar zit goed, net als zijn feilloos gestreken overhemd. Het is een belangrijke dag voor Gino (22). Hij houdt er serieus rekening mee dat de officier, die bij binnenkomst nog zo vriendelijk naar hem knikt, straks zijn rijbewijs ingevorderd wil zien, of toch op z’n minst een tijdelijke ontzegging van zijn rijbevoegdheid eist. En dat zou hem zijn baan kosten.

“Zat u nou achter het stuur of niet?” vraagt de rechter.

“Ik heb niet gereden,” zegt Gino stellig en met een dik Amsterdams accent. “Ik zat links achterin, op de achterbank.”

“Weet u dat zeker?”

“Voor mijn gevoel wel,” zegt Gino.

“Voor uw gevoel weet u het zeker?” herhaalt de rechter.

“Ik heb niet alles meer even helder,” bekent Gino. “Ik had nogal veel gedronken.”

Biertje of vijftien

Dat laatste is een feit. Een biertje of vijftien, afgaande op het promillage (1,84) dat hij blies toen de politie hem die nacht te pakken kreeg. Aanvankelijk was hij nergens te bekennen geweest. Naast de auto, die rokend en met flink wat schade tegen een paal voor uitgaansgelegenheid Koekenbier in Abcoude ‘geparkeerd’ stond, troffen de agenten wel twee vrienden van Gino. Ook die meurden danig naar alcohol. De een hing een lulverhaal op over dat de auto door onbekenden van hen gestolen zou zijn. Maar de ander, die zo mogelijk nog zatter was, ontkrachtte dat al snel door te zeggen dat hun vriend Gino nog geen kwartier eerder dronken achter het stuur was gekropen, na amper honderd meter vol op een paal was gereden, en het daarna op een lopen had gezet. De nacht in.

Ver kwam hij niet. Ergens in de buurt werd hij door de politie in zijn kraag gevat. De auto bleek een huurauto te zijn die op Gino’s naam stond. Toch ontkende hij tijdens het politieverhoor elke betrokkenheid bij het ongeval. Hij zat niet eens in de auto, beweerde hij. Op dat laatste komt hij dus vandaag terug. Hij zat wél in de auto, maar niet achter het stuur.

“Wie reed er dan wel?” wil de officier van justitie weten.

“Dat weet ik niet meer,” zegt Gino.

“En waarom rende u na het ongeval weg?”

“Dat weet ik ook niet meer,” zegt Gino.

“Eerst wist u zeker dat u niet in de auto zat, en nu weet u zeker dat u er wel in zat,” vat de officier samen. “U weet niet meer wie er achter het stuur zat, en waarom u wegrende, maar u weet wel heel zeker dat u niet degene was die reed?”

“Precies,” beaamt Gino.

“Snapt u dat ik daar een beetje moeite mee heb?” vraagt de officier.

Gino haalt zijn schouders op. Dan volgt de gevreesde eis: een boete van 1350 euro en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van zeven maanden. Maar daar gaat de rechter niet in mee. Betrouwbare getuigen zijn er niet, althans, ze zijn door de politie niet gehoord. De dronken verklaring van een van zijn vrienden is het enige. En hoewel Gino een aannemelijke dader is, kan precies hetzelfde worden gezegd van zijn twee vrienden. Een van hen moet de auto kacheltje lam tegen die paal hebben gereden, maar wie, dat durft de rechter niet te zeggen.

Gino gaat opgelucht vrijuit.

Misdaad
  • Petra Urban