Mourad (53)* is geboren in Tunesië, maar trouwe Panorama-lezers zouden zweren dat hij rechtstreeks uit Willems Wereld komt gestapt, de strip die tot voor kort ruim een decennium lang de laatste pagina van dit weekblad sierde. Mourad en Willem zijn als twee druppels water: dunne benen en een dikke buik in een keurig pak, sjaaltje om de nek en de glanzend zwart geverfde haren zorgvuldig achterover gekamd. Zelfs de tenlastelegging lijkt rechtstreeks afkomstig uit de strip: stalking.
Zelf vindt Mourad de aanklacht te zot voor woorden, een mening die hij kracht bijzet met een onuitputtelijk arsenaal van weidse armgebaren. Geen woord verlaat zijn mond zonder de begeleiding van een hand, arm of vinger.
“Die vrouw heeft een probleem hier,” zegt hij tegen de rechter terwijl een wijsvinger hard tegen zijn eigen voorhoofd tikt. Toen zijn vrouw vrij plotseling overleed, had hij veel steun aan zijn getrouwde buurvrouw Ciska. Al snel had ze zijn huissleutel en kwam ze dagelijks bij haar buurman over de vloer om hem te helpen met het huishouden, met de kinderen, met de afhandeling van administratieve zaken en met wat er verder ook gebeuren moest.
Vreemde berichtjes
“Maar toen ineens ging u haar vreemde berichtjes sturen,” houdt de officier van justitie hem voor.
“Onzin!” roept Mourad uit.
“Jij lekker ding,” leest de officier uit het dossier op.
“Dat is een liedje van Lange Frans. Dat was gewoon om te lachen!” zegt Mourad.
“Volgens haar dochter zou u tegen haar hebben gezegd dat u verliefd op Ciska was,” weet de officier.
“Wat denk u zelf? Ik had net mijn vrouw begraven!”
“Wat Ciska ook heel vervelend vond was dat u ineens lid werd van dezelfde sportschool,” zegt de officier.
“Het is de dichtstbijzijnde sportschool. Waarom zou ik ergens anders moeten sporten?”
“Ze heeft daarom wel haar lidmaatschap moeten opzeggen...”
“Dat heeft ze gedaan, dat heeft ze niet móéten doen!” benadrukt Mourad het verschil.
“U liet uw fiets repareren bij de fietsenmaker waar haar zoon werkt...”
“Omdat mijn fiets kapot was!”
“U ging eten bij het restaurant waar haar dochter in de bediening werkt...”
“Omdat je daar lekker kunt eten!”
“U verstopte bossen bloemen en andere cadeautjes in haar fietstas...”
“Dat heb ik nooit gedaan!”
“U heeft haar een keer opgewacht aan de overkant van de straat...”
“Toen stond ik voor een rood stoplicht.
Dat zij dan vervolgens de politie belt...”
“Collega’s van haar zagen u regelmatig grijnzend voorbij fietsen...”
“Ik doe mijn boodschappen in hetzelfde winkelcentrum.
Dan fiets ik daar langs. Het zou kunnen dat ik daar soms bij grijns.”
“U postte een foto van een kat op Facebook die volgens Ciska erg veel leek op haar eigen kat...”
Bij de laatste, tamelijk bizarre aantijging gaan alleen Mourads handen nog moedeloos de lucht in. Moet hij zich hier serieus tegen verweren?
“Die vrouw is niet goed,” verzucht hij. “Ik ben niet voor niets verhuisd. Ik wil niets meer met haar te maken hebben.”
Ook de rechter trekt bij het verzamelde bewijs dat zich in het dossier bevindt vooral haar wenkbrauwen op. Dit kan ze met de beste wil van de wereld geen stalking noemen.
“Dank u,” verzucht Mourad.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.
- Petra Urban