Na de stageperiode maakt zij met twee medestudenten een safari door het Afrikaanse land. Op een van de eerste dagen van de tocht vertelt Sophia dat ze een bipolaire stoornis heeft. Mensen met een dergelijke stoornis hebben last van wisselende stemmingen. Depressieve periodes worden afgewisseld met manische perioden waarin sprake kan zijn van overmoed en uitermate veel energie. Sophia heeft alleen manische episodes. Ze heeft er medicijnen voor, vertelt ze haar reisgenoten, en die werken goed. Meestentijds functioneert ze prima. Haar arts in Nederland zag geen problemen in de trip naar Afrika. Tot dan hebben de studentes ook niets van Sophia’s stoornis gemerkt.
Dat verandert in de loop van trip. Sophia slaapt steeds minder en gedraagt zich soms onvoorspelbaar. Tegen zes uur in de avond van 28 oktober arriveren de reisgenotes op hun accommodatie voor die nacht, in een wildpark. Er zijn nijlpaarden, krokodillen en leeuwen in het park. De omstandigheden zijn primitief. De wc is een gat in de grond. Korte tijd na aankomst ziet de chauffeur van het drietal Sophia niet meer. Hij slaat alarm en samen met een paar aanwezige rangers zoeken ze in de omgeving, tot het donker wordt.
De dag na de verdwijning wordt gezocht door rangers die een lege plastic waterfles vinden die aan Sophia toebehoort. De volgende dag worden diverse andere dingen gevonden, zoals een schoen, een klein etuitje, een half bankbiljet en een zonnebril. Ook zijn er gescheurde reepjes stof, waarvan er een paar om takken op de grond zijn geknoopt. Dit spoor begint bij een boom waarin, op een hoogte van zo’n vijf meter een zwart onderbroekje hangt. Niemand begrijpt hoe dat daar gekomen is, gezien de geringe stevigheid van de takken. Alles ligt, netjes uitgestald en schoon over een lengte van zo’n veertig meter, aan de oever van de Nijl, dichtbij de plek waar de fles de vorige dag gevonden is. Er is geen enkele aanwijzing dat Sophia zou zijn aangevallen door een wild dier. Die dag komen ook de moeder van Sophia en medewerkers van de Nederlandse ambassade ter plekke om te zoeken, maar Sophia wordt niet gevonden.
Wat wij niet weten is of wij ons kind werkelijk verloren zijn, of zij werkelijk niet meer thuiskomt.’
Enkele maanden later vertrekt vanuit Nederland een zoekteam. Ook zij vinden Sophia niet, maar gaan ervan uit dat zij bij de boom aan de rivier is geweest. Daarna zou ze te water kunnen zijn geraakt. Een hypothese, bewijs hiervoor ontbreekt. Sophia’s ouders hebben voor deze zoekactie de stichting Find Sophia opgericht. Op de website van de stichting schrijft de moeder van Sophia: ‘Een kind verliezen is het ergste wat een mens kan overkomen, dat weten alle ouders. Wat wij niet weten is of wij ons kind werkelijk verloren zijn, of zij werkelijk niet meer thuiskomt.’
Dit is een voorstukje van ons blad. Wil je het hele artikel van Timo van der Eng over Sophia en vijf andere vermiste meisjes lezen? Bestel Panorama dan hier, of lees het op Blendle.