De originele justitiedossiers van de vermoorde Monique Roossien uit Groningen en Mirela Mos zijn niet meer beschikbaar, zegt advocaat Maarten Pijnenburg, die de vermeende seriemoordenaar Sjonny W. uit Amsterdam bijstaat in het Dagblad Van Het Noorden vandaag. Mirela Mos werd in 2004 vermoord, Monique Roossien in 2003.
'Voorzichtiger'
De vraag is of de soep net zo heet wordt gegeten als hij is opgediend. Het oorspronkelijke proces-verbaal in het geval van Monique Roosien zou net als in de zaak van Mirela Mos niet meer beschikbaar zijn. Slechts een deel van de stukken is voorhanden. Advocaat Pijnenburg beweert daarom dat er door de rechter 'voorzichtiger' zal moeten worden omgesprongen met het bewijsmateriaal.
Toegetakeld
Op het lichaam van de Groningse Roossien is een spermaspoor gevonden waarvan het DNA overeenkomt met dat van Sjonny W. Haar stoffelijk overschot werd in 2003 in Amsterdam aangetroffen. Ze was behoorlijk toegetakeld en nauwelijks nog herkenbaar. Het lichaam woog nog geen 40 kilo.
Prostituees
Justitie verdenkt de klusjesman W. - oorspronkelijk uit het Duitse Rijnstadje Emmerich - van moord op drugsverslaafde prostituees. Sjonny W. had volgens justitie als laatste contact met de spoorloos verdwenen Sabrina Oosterbeek (30) uit Amsterdam, de in stukken gezaagde Roemeense prostituee Mirela Mos (30) en dus ook met de doodgeslagen Groningse Monique Roossien (26).