Het dagelijks EU-bestuur was in 2016 na een onderzoek van drie jaar tot de conclusie gekomen dat de stad Madrid bij een grondtransactie met Real Madrid 18,4 miljoen euro aan overwaarde aan de club had betaald. De commissie oordeelde dat dit illegale staatssteun betrof en sommeerde de club het geld terug te storten. Daarop stapte 'De Koninklijke’ naar de Europese rechter.
De zaak was onderdeel van een reeks onderzoeken van de commissie naar illegale overheidssteun aan voetbalclubs in Spanje en Nederland. In juli 2016 werden de gemeenten Eindhoven, Nijmegen, Maastricht, Den Bosch en Tilburg vrijgepleit van concurrentieverstoring. PSV, NEC, MVV, Den Bosch en Willem II ontliepen daardoor miljoenenbetalingen.