De agent snuffelde bijna twee jaar lang in de politiesystemen, ook in zijn vrije tijd. Hij deed dat naar eigen zeggen uit een dwangmatige behoefte aan controle. Hij printte informatie over mensen en kentekens ook uit en nam deze mee naar huis.
Uit onderzoek van de Rijksrecherche bleek dat de agent geregeld contact had van een bekende van de politie in Hoofddorp. Deze persoon, zijn entourage en hun auto's werden geregeld door de politieman gecontroleerd in het systeem. Het Openbaar Ministerie kon echter niet bewijzen dat hij die informatie doorgaf.