Sywert van Lienden vindt zichzelf zielig vanwege 'trial by media': 'Ik ben kop van jut'

Bij aanvang noemde Van Lienden de zaak een 'trial by media' en stelde hij dat hij en zijn gezin onder grote druk staan. "Ik ben de kop van jut", verklaarde hij in de rechtbank in Rotterdam. De advocaat van Van Gestel sprak zelfs van een "volkskruistocht".

Omstreden mondkapjesdeal

De strafzaak draait om een deal uit het voorjaar van 2020. De mannen sloten tijdens de coronapandemie een overeenkomst met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) voor de levering van 40 miljoen mondkapjes uit China. Destijds verklaarde Van Lienden publiekelijk dat hij zonder winstoogmerk werkte via de Stichting Hulptroepen Alliantie.

Bedankt voor je aanmelding! Let op: je ontvangt binnen 10 minuten een mail om jouw e-mailadres te bevestigen.

Inschrijven

Vul een geldig emailadres in. {{ errors . email[0] }}

Alleen bleek later dat de bestelling werd uitgevoerd via hun commerciële onderneming Relief Goods Alliance. Dit leidde tot aanzienlijke winst, wat tot brede maatschappelijke verontwaardiging en juridische stappen leidde. Het Openbaar Ministerie vervolgt niet alleen de drie mannen, maar ook hun persoonlijke holdings en het gezamenlijke bedrijf.

'Simpel maar langdurig proces'

In de rechtbank stelde Van Lienden dat hij voor de zoveelste keer zijn verhaal moet doen. "U bent niet de eerste aan wie ik dit uitleg", zei hij tegen de rechter. Hoewel de zaak volgens hem "in de kern simpel" is en "in een middag beslecht zou kunnen zijn", lijkt een langdurig proces onvermijdelijk.

Bekijk ook

Nieuwe chats van Sywert van Lienden openbaar: 'Nooit meer geldzorgen' | Panorama

Nieuwe chats van Sywert van Lienden onthullen schokkende details over de mondkapjesdeal.

De rechtbankvoorzitter benadrukte echter dat morele vragen niet centraal staan in deze zaak. "In deze zaak is niet de vraag aan de orde of het moreel verwerpelijk is om met een kletsverhaal 100 miljoen te verdienen. Die vraag wil de rechtbank niet beantwoorden. Die vraag is namelijk al vele malen met volmondig ja beantwoord", aldus de rechter.

Verdediging betwist oplichting

De verdediging stelde dat er geen sprake is van oplichting van de Staat. Volgens de advocaten wisten ambtenaren van VWS dat zij zaken deden met een commerciële partij en was het feit dat er winst werd gemaakt geen probleem. "De Staat wist van de hoed en de rand", aldus de verdediging. Ze maken bezwaar tegen de vervolging voor oplichting, omdat de gemaakte afspraken transparant zouden zijn geweest.