Niemand minder dan Pim Fortuyn zei het al eens in De Telegraaf: “Hoe vaak zie je niet van die onooglijke mannetjes met de mooiste vrouwen lopen? En dan denken ze ook nog dat die vrouwen hen zo interessant vinden.” We moesten er opeens aan denken nu de Amerikaanse presidentsverkiezingen hun climax hebben bereikt en we met Donald Trump, die door Fortuyn ongetwijfeld ook ‘een ooglijk mannetje’ zou zijn genoemd, het toppunt van mannelijke macht voor onze kiezen kregen. En toch is er niets nieuws onder de zon, zeggen we er dan meteen bij.
Dat macht mannen sexy maakt, is eigenlijk van alle tijden, schreven we in 1998 al. Toen beheerste de affaire van Bill Clinton met zijn stagiaire Monica Lewinski het nieuws en kreeg het roken van een sigaar opeens een heel nieuwe dimensie (voor wie het alweer vergeten was: Clinton zou Lewinsky bij wijze van seksuele handeling hebben gepenetreerd met een sigaar in zijn kantoor). Maar ook andere wereldleiders lustten er wel pap van, wees ons onderzoek uit. Grootste verrassing daarbij was dat de grootste smulpaap van allemaal niet John F. Kennedy of onze eigen prins Bernhard was – al hadden ze allebei wel die reputatie – maar de Chinese dictator Mao Zedong. Het beeld dat zijn voormalige lijfarts in een boek schetste over diens vermeende sekspraktijken was redelijk onthutsend. “Als Mao niet onvruchtbaar was geworden, zou hij vader van heel China zijn, letterlijk,” schreef hij.
‘Seks is een van de grootste bliksemafleiders van het mannelijke brein’
Mao, volgens zijn lijfarts ‘een aan boerenmeisjes en seks verslaafde man’, was, laten we het netjes houden, niet een heel frisse jongen. Zo zou hij nooit zijn tanden poetsen, had hij een rottend gebit, waste hij zich nooit tussen zijn benen en had hij ook nog eens een gierende geslachtsziekte waaraan hij zich niet liet behandelen. En tóch vonden de meeste meisjes die hij veroverde het een eer als de Grote Leider hen uitkoos om het bed mee te delen. Liefde kwam nooit in dat spel voor, het was allemaal praktische noodzaak, zo leek het.
De seksuoloog die we hierover spraken, Harry van de Wiel, legde heel helder uit waarom machtige mannen als Mao, maar ook bijvoorbeeld de presidenten François Mitterrand en Bill Clinton, zo op seks waren belust: “Machtige mannen staan vaak onder extreme druk en daardoor kunnen ze op een dwangmatige manier aan seks gaan denken. Seks is namelijk een van de belangrijkste bliksemafleiders van het mannelijke brein. (...) Mannen gaan onder aanhoudende stress naar hartenlust erotiseren. Ze beleven in gedachten de heetste avonturen en projecteren die op vrouwen die toevallig in de buurt zijn. Dat kan de buurvrouw zijn, het kassameisje of een stagiaire die Monica heet. Het verschil tussen een president en een doorsnee dagdromer is alleen dat die eerste altijd wél een paar heimelijk geïnteresseerde dames om zich heen heeft.”
Was Clinton niet gewoon heel dom om zijn macht, baan en huwelijk op het spel te zetten voor een slippertje met een stagiaire? Van de Wiel: “Voor mij is dit gewoon het zoveelste bewijs dat zelfs de grootste geest nooit intelligenter is dan zijn emoties toestaan.” Ofwel: hoe machtiger je bent, hoe meer je je laat leiden door wat er in je broek zit. Maar ja, doen we dat niet allemaal?