Panorama en frikandellen, dat is een huwelijk dat beter is dan dat van koning Willem-Alexander en koningin Máxima. Zo deden we al eens mee aan het officieuze WK Frikandellen Eten, in een après-skihut in Schiedam, waar onze toenmalige hoofdredacteur 11,5 frikandel in een half uur verslond en onze verslaggever bijna veertien, op geruime frikandellenafstand van de winnaar die er maar liefst 25 naar binnen werkte. Bij de frituurspecialist in het Brabantse Dongen, die even daarvoor was uitgeroepen tot beste snackbar van Nederland, bestelden we de hele menukaart, al was het maar om de huisgemaakte frikandellen te vergelijken met de rest van het uitgebreide snackassortiment. En zo deden we nog wel meer testen die ons met speels gesmak (jawel!) een dichtgeslibde aorta en een royaal ingevette darmwand hadden kunnen opleveren, ware het niet dat we na onze fameuze diepvriespizzatest, rookworsttest, mayonaisetest, hotdogtest, de algemene doe-er-een-paneerlaagje-omheen-en-pleur-het-in-het-vettest, de barbecuesauzentest en tig andere testen nog steeds overeind staan.
Toch vond de moeder aller frikandellentesten in 2001 plaats, nota bene een test die wij niet zelf deden, maar niemand minder dan sterrenkoks Lucas Rive, Joop Braakhekke en Cas Spijkers. Alle drie inmiddels overleden trouwens, maar dat had niks met de test van toen te maken (denken we). Zij testten voor ons zeven verschillende frikandelmerken, uiteraard blind, anders hadden we het net zo goed zelf kunnen doen. Zo kwamen de frikandellen van FEBO, De Vries Snacks, Beckers, Piet de Wit Snacks, Mora, Habek en Fontein (van Gouda’s Glorie) op tafel – dus geen huismerkfrikandellen van supermarkten – tot afgrijzen van Lucas Rive. Die bleek namelijk een bloedhekel aan frikandellen te hebben: “Voetbalkantinevoer!” Braakhekke was ook geen fan: “Geef mij maar kroketten!” Alleen Spijkers, een Brabander die een frikandelletje op z’n tijd wel kon waarderen, had er op voorhand wel zin in, al verdween die al snel bij de eerste ronde: “Te veel kruiden, niet glad gedraaid, veel te rul en te taaie stukjes vlees” (over de frikandel van Piet de Wit die met een 4,0 als laatste zou eindigen). Braakhekke was ook niet onder de indruk, wel van de frikandelkennis van Spijkers: “Jemig, we moeten bij Cas op frikandellencursus!”
Sterrenkok Lucas Rive snapt niks van de frikandel: ‘Voetbalkantinevoer!’
Dat de test plaatsvond in het beroemde Le Garage-restaurant van Braakhekke, er voor aanvang al de nodige glazen Cuveé Marie-Christine en Château de l’Aumerade waren genuttigd en de nodige smaakpapillen al een opdonder hadden gekregen, deed de test weinig goeds. De frikandellen van Beckers voelden volgens Braakhekke aan als een spons, die van Mora waren volgens Rive klef en die van Fontein had volgens Spijkers te veel rimpels (advies van hem: nooit, maar dan ook echt nóóit een bevroren frikandel in het vet mikken. Eerst laten ontdooien!).
Afijn, hoge cijfers werden er niet gegeven, maar de winnaar scoorde met een 6,5 gemiddeld toch nog een voldoende. Wie dat was? Habek, een merk dat overigens allang niet meer bestaat. Maar de frikandel uiteraard wel, dit jaar alweer 70 jaar. En met 600 miljoen frikandellen die we elk jaar met z’n allen eten, dat zijn er gemiddeld ruim 33 per persoon, haalt ie met gemak de honderd.