Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Week van Toen: De kokosnoot valt niet ver van de boom (1995)

Elke week poetsen we een pareltje op uit het rijke archief van Panorama (anno 1913). Deze week, uit editie 25, 1995: ‘Iedereen mag het weten: ík ben pa Gullit!’

WVT

Aanstaande zondag speelt Oranje zijn eerste wedstrijd op het EK (tegen Polen in Hamburg) én het is Vaderdag, dus een beter moment om een echt vader-zoonverhaal over een oude Oranjeklant uit ons archief te vissen is er niet. En niet zomaar een verhaal: in 1995 spoorden we niemand minder dan George Gullit op, de vader van Ruud Gullit, die in Paramaribo woonde. Die wéér in Paramaribo woonde, moeten we zeggen, want in 1958 emigreerde hij met zijn vrouw en drie kinderen naar Nederland waar hij niet veel later een buitenechtelijke relatie met Ria Dil uit Amsterdam kreeg. Uit die relatie werd in 1962 Ruud geboren, die voor de burgerlijke stand Rudi Dil heet, de achternaam van zijn moeder, hoewel hij in het dagelijks leven toen al en nu nog steeds de achternaam van zijn vader gebruikt.

Ruud had zijn voetbaltalent niet van een vreemde: vader George speelde ooit één interland voor Suriname, als linksback, al weigerde Ruud dat als kind te geloven. George: “Hij maakte rotopmerkingen als: jullie voetbalden daar zeker met kokosnoten!” Ruud, die altijd goed contact had met zijn vader hoewel hij buitenechtelijk was geboren, was op z’n achtste al net zo groot als zijn vader, zei George. Zo’n imposant voorkomen op zo’n jonge leeftijd had bijvoorbeeld ook Frank Rijkaard, met wie Ruud al van kleins af aan voetbalde op het Balboa-plein in Amsterdam-West, het stadsdeel waar ze allebei opgroeiden. Door hun Surinaamse genen hadden ze als kind een grote voorsprong op hun Nederlandse leeftijdsgenoten. “Rudi liep hen gewoon omver,” zei George. “Ouders boos natuurlijk. We hebben jarenlang met zijn geboorteakte ‘gesmokkeld’ en moeten liegen over Rudi’s leeftijd om hem met de oudere jongens te kunnen laten voetballen. Frank Rijkaard had hetzelfde probleem.”

Pa Gullit: ‘Als ik geen Gullit had geheten, hadden ze me allang op het vliegtuig terug naar Nederland gemieterd!’

Toen Ruud jaren later uitgroeide tot een wereldster en George weer met zijn gezin in Paramaribo woonde, werd George zelf ook een bekende Surinamer, al liep hij nooit te koop met de roem van zijn zoon: “Die Rolex van 25.000 gulden die hij mij ooit gaf, heb ik meteen weer teruggegeven. Ik ga toch zeker niet als een patser met zo’n ding rondlopen?” Dat wist Ruud natuurlijk. George: “En hij maar lachen! Vindt ie leuk, da’s zijn manier van zijn oude vader plagen.”

Als bekende Surinamer was George niet te bang om zijn mond open te trekken over de situatie in zijn land: “In de pers riep ik eens dat Surinamers tot een volk van bedelaars zouden vervallen als we door zouden gaan met de corruptie, de klassenjustitie, de smeergelden en de armoede hier. Nou, het huis was te klein! De politici die aan de macht waren konden mijn bloed wel drinken. Mensen die te hard tegen de regering ingaan worden hard aangepakt hoor. Als ik geen Gullit had geheten, hadden ze me allang op het vliegtuig terug naar Nederland gezet.”

George Gullit overleed vijf jaar na ons bezoek, in 2000, maar opeens wisten we waar Ruud zijn rechtvaardigheidsgevoel en zijn strijd tegen apartheid en discriminatie vandaan kwam. Een strijd die hij overigens nog altijd voert.