Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Premium

Acrobaat en kindervriend Aad van Toor: ‘Bas is niet gelukkig’

Aad van Toor was weer even terug met een documentaire over Bassie & Adriaan. De inmiddels 81-jarige acrobaat overleefde kanker en ziet met lede ogen aan hoe zijn 88-jarige broer Bas aftakelt. ‘Bij alles wat er is, heeft ie hulp nodig. Dan ben je niet gelukkig.’

Adriaan

Van acrobaat tot kindervriend
Aad van Toor, geboren op 30 juni 1942 in Maassluis, is een entertainmentlegende die samen met zijn broer Bas bekend werd als het duo Bassie & Adriaan. Hun carrière begonnen ze als circusartiesten, maar ze verworven nationale roem met hun populaire kindershows en tv-programma’s. Samen reisden ze de wereld rond en beleefden avonturen als Bassie & Adriaan: de plaaggeest en Bassie & Adriaan: de geheimzinnige opdracht. Aads bijdragen aan de entertainmentindustrie gaven hem een speciaal plekje in de harten van jong en oud.

De documentaire Schat aan herinneringen draaide in december in de bioscoop en kwam in januari op tv met 884.000 kijkers. Dat was heel veel voor het uitzendtijdstip van 18.00 uur. Dat moet je goedgedaan hebben.
“Ja, daar reken je niet meer op, dat is heel goed. Maar we zijn niet anders gewend, haha. En het was niet alleen de documentaire, maar daarna heb ik ook post ontvangen en mail, en de ene nog positiever dan de andere. Echt geweldig. Wie had nu gedacht – ik ben al 81 – dat je op die leeftijd nog zoveel complimenten krijgt?”

De docu begint met jullie als The Crocksons, twee sterke mannen, gespierd, atletisch, die allerlei acrobatentoeren uithalen. Jullie moeten echt heel sterk zijn geweest in die tijd. Trainden jullie daarvoor of waren jullie dat gewoon?
“Nee, toen ik het idee had om dat te gaan doen, was ik helemaal niet sterk. Ik was een mager jongetje en had absoluut geen spierballen, maar ik vond het leuk en wilde als acrobaat beginnen. Dan moet je elke dag trainen, maar het voordeel was: daardoor kwam de spiermassa heel snel. Eerst moest Bas mij erbij slepen om te gaan trainen, maar later was het andersom, toen sleepte ik Bas mee. Zo kon ik, toen ik een jaar of 16 was, 90 kilo liften.”

En dat is in de 25 jaar dat jullie acrobaten waren zo gebleven?
“Ja. En ik kan je nu zeggen: de spieren zijn allemaal weg.”

Want we kennen Bas natuurlijk toch als de gezellig dikke clown. Die is, toen jullie stopten met The Crocksons, gelijk gestopt met dat trainingsethos?
“We zijn gestopt halverwege oktober 1980 en precies een jaar erna had ik er 10 kilo bij. Dat zal voor Bas niet anders zijn geweest.”

Jij dacht: ik ga nu genieten van het leven? Ik ga alles weer eten en drinken?
“Ja, dan ging je genieten van lekker niks doen. En alle dingen doen die niet konden toen je acrobaat was. Dan gaat het hard. Na die 10 kilo uit die eerste periode kwam er jaarlijks een kilootje bij. Ik ben op 100 kilo blijven steken.”

Bas had wat meer aanleg?
“Dat klopt. Ik moet er wel bij zeggen: Bas was ontzettend sterk. In zijn topperiode stond ik op zijn hoofd, had hij een vrouw op de ene schouder en nog een vrouw op de andere. Dan droeg ie een gewicht van bijna 180 kilo. En dan kwam ie omhoog.”

Gek genoeg heb je in Bassie & Adriaan nooit een acrobatenkunstje gedaan.
“Ik heb mijn vrouw leren kennen in januari ’81 en zij heeft mij nog nooit op mijn handen zien staan.”

Jullie woonden jaren op Mallorca en later op het Spaanse vasteland. Hoe kwam dat zo?
“We verkochten alles in 1966, we kochten een caravan en zeiden: We gaan minstens twee jaar weg. En die twee jaar heeft meer dan tien jaar geduurd. Eerst gingen we naar Duitsland, toen kwamen we in Italië terecht en daarna in Zwitserland. Daar werkten we in een club met artiesten, die hadden in Spanje gespeeld. Zo gingen we naar Mallorca. En toen we eenmaal daar waren, waren ze heel blij met ons. Wij konden uitkiezen waar we wilden werken en vanaf toen zag bijna elk jaar er hetzelfde uit. We gingen in januari naar de Canarische Eilanden en daar bleven we dan tot eind maart. Dan gingen we naar Madrid en daar kochten we nieuwe kostuums, die lieten we daar maken, net als onze schoenen om mee te werken. Vervolgens gingen we naar waar ik nu woon, Benalmádena. Daar had je toen een nachtclub waar we twee tot drie keer werkten en dan van daaruit naar Mallorca, naar Benidorm en weer terug naar Benalmádena, tot eind november. Dan ging ik weer terug naar Nederland, want met de kerstdagen probeerden we altijd in Nederland te zijn.”

Waren jullie kinderen er toen nog niet?
“Die waren er ook. Die gingen met ons mee en zaten op de internationale school. Mijn oudste zoon is inmiddels 60 en spreekt ook Spaans, want hij is in Spanje naar school gegaan.”

‘Ik ben een Nederlander en daar ben ik trots op. Ik ben ook geen resident in Spanje. Ik ben nog steeds toerist, alleen ben ik er vrij vaak’

Maar hij is nooit in Spanje gebleven, zoals jij?
“Nee, maar zijn hart ligt er wel.”

Hoewel je al jaren in Spanje woont, ben je nooit officieel geëmigreerd, waarom niet?
“Ik ben een Nederlander en daar ben ik trots op. Ik ben ook geen resident in Spanje. Ik ben nog steeds toerist, alleen ben ik er vrij vaak per jaar. De meeste Nederlanders die naar Spanje verhuizen worden wel resident, dan krijgen ze ook een belastingcode en dat soort dingen, maar ik heb altijd de wereld rondgereisd en heb Nederland nooit willen opgeven. Ik hield een huis in Nederland en heb daar altijd belasting betaald.”

‘Er is een hoop onzin geschreven over ons. Dat we enorme ruzie hadden. Dat we niet meer met elkaar omgingen’

Terwijl jullie toch een heel ander imago hebben. Alles is voor Bassie, toch? Hij werd veroordeeld voor belastingfraude.
“Ja, maar er is ook een hoop onzin geschreven over ons. Dat we enorme ruzie hadden. Dat we niet meer met elkaar omgingen. En dat is daarna een eigen leven gaan leiden en dat is nog steeds zo.”

Waar kwam dat vandaan?
“Ik kreeg kanker in 2003. Ik had net gehoord dat ik geopereerd moest worden en was op van de zenuwen. Ik dacht: ik krijg een sneetje onder mijn kin, een half uurtje opereren en klaar. Toen kreeg ik te horen dat mijn hals werd opengemaakt en dat de operatie wel twaalf uur kon duren, dus ik was totaal van de kaart. Het duurde nog drie dagen voordat ik het ziekenhuis in ging. Dus ik ben naar Bas toegegaan om te vertellen wat ze gingen doen en Bas zei: Maak je niet druk. En kijk niet zo... En daar is een discussie uit ontstaan tussen twee broers. Dat heb ik laten vallen in een interview en de volgende dag stond dat met grote letters in de krant.”

In 2022 ook: ‘Adriaan openhartig over ruzie met broer.’ Dat ging over de coronavaccinaties, die zorgden voor een tweedeling in jullie familie.
“En wat het ook is, zo gauw ze de kans krijgen om te schrijven dat Bassie en Adriaan ruzie hebben, stoken ze het weer op. Ik raak eraan gewend. Maar paparazzo Joop van Tellingen is een enorme vriend geweest. Dat was een van de weinigen die je alles kon vertellen, en dan zei je: Maar dit is niet voor publicatie en dan hield ie zich daar keurig aan. Hij was de eerste aan wie ik vertelde dat ik kanker had. Toen vroeg ie: Aad, wat ga je ermee doen? Ik heb nog geen idee, zei ik. Ik wil het voorlopig een tijdje stilhouden, om het zelf te kunnen verwerken. Dat was toen bij hem in goede handen.”

Wat weinig mensen weten, is dat jullie ook liedjes schreven voor André van Duin.
“We zijn al heel lang geleden begonnen met liedjes schrijven. Dat was voor die tijd bijzonder. Volgens mij was de eerste voor Sjakie Schram, dat was ‘k Heb niks gezien. Dat zongen we toen we voor Nederlandse militairen gingen werken in Duitsland. Daar reden we met een hele ploeg artiesten in een bus heen, een rit van zo’n negen uur. In die bus zaten Conny Vink, het Cocktail Trio en nog een paar artiesten. Om de tijd te doden, zei Ad van de Gein van het Cocktail Trio: Jongens, iedereen om de beurt een liedje. En toen waren wij aan de beurt en zongen: Ik heb niks gezien, ik heb niks gezien, ik keek ergens anders naar. Toen Ad het hoorde, zei hij: Dat was te gek. Dat liedje hadden ze nog nooit gehoord, dus ze vroegen hoe we eraan kwamen. Toen zei Bas: Hebben we geschreven. Ad gaf het liedje aan de producer van Sjakie Schram en een week later stond het in de Top 40.”

De single met André van Duin ook, met daarop Jo met de jojo en het Bananenlied.
Jo met de jojo heb ik geschreven. Dat was ook weer heel apart. Met liedjes schrijven wilde ik het mezelf ook moeilijk maken. Dus ik wilde een liedje maken met dezelfde woorden, die wat anders betekenden. Toen kwam ik op: ‘O Jo je jojojo, o die irriteert me zo, o Jo, de jojo, die gaat steeds maar op en neer.’ Dat was toen ik in de rij stond voor het vliegtuig naar Nederland, begon dat liedje bij me op te borrelen. Dus ik zit in mijn stoel en begin met schrijven, en voor ik geland was, heb ik dat hele liedje uitgewerkt. Ik was thuis en belde André. Ik zei: André, ik heb waarschijnlijk een leuk liedje voor jou. Toen zei ie: Laat maar horen. En ik zing het voor en hij zegt: Zo! Kom het maar even langsbrengen, want ik ben morgen in de studio, dan kan ik het aan mijn producer laten horen. Dus ik stap in de auto, rij naar André en geef het liedje af. En hij belt me de volgende dag en ik vraag: En André, ga je het opnemen? Hij zegt: Nee. Ik vraag: Waarom niet? Van Duin: We hébben het al opgenomen. Ik vond het niet alleen leuk om te schrijven als musicus, maar het werd nog leuker toen ik merkte dat ik er ook nog geld voor kreeg.”

Als Bassie & Adriaan maakten jullie eindeloos veel liedjes, die jullie voor het eerst zelf zongen. Waarom toen pas?
“We hadden er nooit aan gedacht om een kinderprogramma te maken en zelf liedjes te zingen. Kijk, wat ons betreft konden we niet zingen. We hadden weer een liedje gemaakt voor Sjakie Schram en na een paar weken vroegen we of hij nog iets met dat nummer ging doen. Toen zei ie: Nee, want m’n producer vindt er niks aan. Bas belde die producer en vroeg waarom niet. Maar de producer wist van niets en vroeg hoe het nummer ging. Bas zong het voor door de telefoon en die producer zei: Ik heb een idee. Die broer van jou, zingt die net zo geweldig als jij? Dan gaan we met jullie een plaatje maken. En toen maakten we dat plaatje als zingende acrobaten. Toen we eenmaal dat gedaan hadden, dachten we: voor ons kinderprogramma kunnen we ook liedjes maken. Toen waren we in Spanje.”

En nu heeft Mart Hoogkamer jullie nummer In Spanje gecoverd.
“Wat ook weer een gouden plaat is.”

Dan rinkelt de kassa weer in Benalmádena?
“Dat is ook weer een leuke aanvulling op de AOW.”

Ben je ooit echt rijk geworden van Bassie & Adriaan?
“Ik ben rijk, want ik ben gezond, ik heb een schat van een vrouw en ik ben vader van twee zoons, wat wil je nog meer?”

Natuurlijk, maar als je kijkt naar Gert Verhulst na zijn kinderprogramma, die is inmiddels honderden miljoenen waard met zijn Studio 100-imperium.
“Weet je wat het is? Je kan maar één keer heel uitgebreid eten per dag, één keer dronken worden en dan houdt het op, of je nou heel veel geld hebt of niet. Ik rij in een auto, die is vijf jaar oud. Maar je stapt erin en hij loopt perfect. Waarom zou ik dan een nieuwe wagen kopen? Er zijn mensen, die verdienen geld en ze moeten elk jaar een nieuwe wagen. Je moet een beetje zuinig leven, heb ik geleerd. In de tijd dat we acrobaat waren, waren we jarenlang niet verzekerd. Zoek maar eens een verzekering, we hadden een veel te gevaarlijk beroep. Dus als er een doktersrekening kwam, moesten we die zelf betalen. En als we zonder werk kwamen te zitten, was er niemand die dat dekte. Daar moest je voor sparen. En dat duurde tot 1978. Toen kregen we met Bassie & Adriaan succes en konden we ons verzekeren met onze bv. Toen kregen we eindelijk een beetje lucht, maar tot die tijd zorgden we zelf dat we een centje over hadden. Daarom leerden we om zuinig te leven.”

‘Als ik een pijntje in mijn mond had, dacht ik niet: o god, de kanker is terug. Het is niet alleen uit mijn mond weg, maar ook uit mijn gedachten’

In 2003 kreeg je speekselklierkanker, maar je bent daar op een bewonderenswaardige manier mee omgegaan. Je praat nu wat moeilijk, je tong is half verdwenen, maar je bent het leven toch altijd van de positieve kant blijven bekijken. Zit dat in je aard?
“Waarschijnlijk wel. Ik had heel veel vertrouwen in de dokters die mij behandelden. De professor die me opereerde, was een ontzettend kundige man. Hij zei na drie jaar: Meneer Van Toor, we hebben het onder controle en ik zie geen enkele vorm van kanker meer. Je hebt het gekregen van het roken en ik ga ervan uit dat als je niet meer rookt, het niet meer terugkomt. En ik heb die man volledig geloofd en heb ook nooit meer, als ik een pijntje in mijn mond had, dat ik dacht: o god, het is er weer. Het is niet alleen uit mijn mond weg, ook uit mijn gedachten.”

Bas is al 88 jaar. Je zei laatst: “Het is een hel voor Bas de laatste jaren.” Hoe is het nu met hem?
“Hij is altijd de man geweest die plannen maakte, die ze uitstippelde, die delegeerde, en nu zit ie in een rolstoel en bij elk ding dat er is, heeft ie hulp nodig. Dan ben je niet gelukkig.”

Hij is heel kort met recente beelden te zien in de docu. Hij is enorm afgevallen en praat moeilijk.
“We zijn allebei behoorlijk doof omdat we dicht bij de speakers stonden tijdens optredens en hebben allebei een spraakgebrek, dus communiceren is heel moeilijk. Maar het voordeel is, we zijn ons leven lang met elkaar opgetrokken, dus een half woord is voldoende.”

Zien jullie elkaar nog regelmatig? Jij woont natuurlijk in Spanje, maar bent ook in Nederland.
“Regelmatig te weinig. Ik ben vier tot vijf keer per jaar in Nederland voor veertien dagen. Mijn zoons wonen in Nederland, een kleindochter, vrienden; dus als ik in Nederland ben geweest, moet ik echt naar Spanje om uit te rusten.”

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Entertainment
  • Clemens Rikken