Patron: de kwispelende ‘mijnenveger’ van Zelensky
Een van de grootste hoofdpijndossiers van president Volodymyr Zelensky sinds het uitbreken van de oorlog: de ontelbare landmijnen die de Russen in zijn land neerplanten. Nergens in de wereld liggen zo veel mijnen in de grond als in Oekraïne. In bijna twee jaar hebben de Russen een gebied van ruim 174.000 vierkante kilometer besmet. Dat is meer dan vier keer de oppervlakte van Nederland. De keuze om met zo veel landmijnen te smijten, is vanuit Russisch oogpunt goed te verklaren. Het wapen is eenvoudig neer te leggen, zeer dodelijk én spotgoedkoop. “Je hoeft ze geen eten te geven,” luidt een gezegde in het leger. Bovendien: voor de Oekraïners is het is een onbegonnen – en levensgevaarlijk - werk om de mijnen op te ruimen.
Gelukkig voor Zelensky zijn er speurhondjes als Patron. Deze kleine, inmiddels wereldberoemde jackrussellterriër speurde met zijn superieure reukorgaan al honderden mijnen op. Zoals Patron zijn er wel meer hulphonden, maar deze snufferd heeft zijn onschatbare waarde op het slagveld wel erg vaak bewezen. De teller staat inmiddels op 300 opgespeurde landmijnen.
Patron (vrij vertaald ‘munitie’) begon zijn missie kort na de invasie in de buurt van Tsjernihiv, de zwaar gebombardeerde stad ten noorden van Kiev. De opruimdiensten namen Patron mee op sleeptouw en die deed zijn werk uitstekend. Zijn ‘kunstjes’ liet hij graag filmen door soldaten en fans en zo groeide de terriër op social media uit tot oorlogsheld.
Al drie maanden na de Russische invasie ontving Patron zelfs de Medaille voor Moed, uit handen van zijn eigen president. “Helden als Patron neutraliseren niet enkel explosieven, maar zorgen er ook voor dat onze kinderen de nodige veiligheidsregels leren in gebieden waar mijnen liggen,” aldus een trotse Zelensky. Sindsdien ontving Patron nog eens twee medailles, kreeg hij meer dan 400.000 volgers op Instagram en een eigen tekenfilm en werd hij het gezicht van een speciale ontmijnings-app. En als hij nog tijd overheeft, vrolijkt hij ook nog geregeld de jongste oorlogsslachtoffers op, in het kinderziekenhuis van Kiev. Niet slecht voor een huisdier dat eigenlijk bestemd was voor een carrière in suffe hondenshows.
Patron moet nog wel even flink doorspeuren. Volgens kenners duurt het, in het huidige tempo, nog zo’n 757 jaar voordat in Oekraïne de laatste Russische mijn is opgeruimd.
Willie: de meest alerte papegaai ter wereld
Het kopieergedrag van papegaaien is grappig óf bloedirritant. En in een enkel geval van levensbelang. In 2008 paste de Amerikaanse Megan Howard in de stad Denver op een 2-jarige peuter. Zij had maar één taak: zorgen dat de baby niets zou overkomen. Dat bleek te hoog gegrepen. Megan liet, tijdens het eten, het kindje alleen om naar toilet te gaan. Op dat moment verstikte de kleine Hannah zich in haar hapje. De babysitter was zich van geen gevaar bewust, totdat papegaai Willie snoeihard begon te klapperen met zijn vleugels en meermaals riep: “Mama, baby, mama, baby!”
Megan snelde naar de woonkamer, verrichtte de heimlichgreep op het kind en redde daarmee ternauwernood het leven van de donkerpaars aangelopen peuter. Papegaai Willie kwam eruit als de grote held en werd kort daarna geëerd met de Animal Lifesaving Award. Voor de grandioze ceremonie waren zelfs de gouverneur van de staat Colorado en de burgemeester van Denver uitgelopen. “Willie beseft misschien niet wat hem overkomt, maar het is natuurlijk een enorme eer om deze onderscheiding te mogen ontvangen in zijn naam,” aldus haar nederige baasje.
Kerry: het paard waar elke koe voor in z’n broek schijt
Dat je maar beter met je poten kan afblijven van de baby van een leeuw, bruine beer of gorilla wisten we wel, maar die regel geldt ook voor koeien. Vraag maar aan Fiona Boyd, de Schotse boerin die in 2007 aan de dood ontsnapte toen zij een jong kalfje wilde verplaatsen. Daar had het kalfje weinig zin in en het begon luidkeels te brullen. De moeder van het beest, een rund van 600 kilo zwaar, reageerde door Fiona een flinke beuk in haar zij te geven. De stomverbaasde Fiona, die al jaren voor deze koeien had gezorgd, ging naar de grond. Overeind komen lukte niet, want opnieuw viel de moederkoe haar aan, ditmaal met een welgemikte kopstoot.
Op dit punt sloeg bij Fiona de paniek toe. “Mij is geleerd dat zodra iemand op de grond ligt, het algemeen bekend is dat melkkoeien zich groeperen en massaal aanvallen – om te doden,” blikte de boerin later terug op het penibele moment. “Ik wist dat ik snel moest opstaan. Maar de koe liet mij niet meer opstaan. Ze duwde me steeds met haar hoofd terug op de grond. Ik schreeuwde, maar er was niemand in de buurt die mij kon horen. Ik schreeuwde en probeerde het beest in het gezicht te slaan, maar ze was zo krachtig dat ik haar niet weg kon duwen. Instinctief wist ik dat ze op het punt stond mij te verpletteren. Ik was absoluut doodsbang, en ik rolde mezelf op tot een bal om mijn hoofd te beschermen tegen haar hoeven. Ik dacht: dit was het, ik ga sterven.”
Op dat moment dook, vanuit het niets, Fiona’s paard Kerry tevoorschijn. Die ramde de moordlustige koe met een ontiegelijke kopstoot naar de grond. Kerry bleef beuken, net zo lang totdat Fiona, die er aan alle kanten gekneusd en gewond bij lag, naar een veilige plek kon kruipen. “Zonder twijfel heeft Kerry mijn leven gered,” zei Fiona later in de krant. “Als ze niet in hetzelfde weiland als de koeien had staan grazen, denk ik echt dat ik gedood was. En toen de koe weg was, is ze net zolang tussen ons in blijven staan tot de ambulance arriveerde.”
Cher Ami: de postduif die uitgroeide tot oorlogsheld
Iedere oorlog kent zo zijn helden. Die van de Eerste Wereldoorlog was er een van 42 centimeter lang, 500 gram zwaar en luisterde naar de naam Cher Ami. Deze postduif werd, net als talloze lotgenoten, ingezet om geheime berichten van en naar het oorlogsfront te brengen. Met een goede reden: duiven beschikken over een feilloos richtingsgevoel én halen duizelingwekkende snelheden van ruim 100 kilometer per uur. Zie zo’n gevleugelde vijand maar eens uit de lucht te schieten.
Een van de allerbeste was Cher Ami, de duif die tegen het einde van de oorlog een bescheiden heldenstatus genoot vanwege de elf belangrijke berichten die zij succesvol had afgeleverd rond de bloederige slagvelden van Verdun. Maar in 1918 maakte deze geallieerde vogel zichzelf al helemaal onsterfelijk. In oktober van dat jaar bevonden de Amerikaanse majoor Charles C. Whittlesey en zijn bataljon van 554 soldaten zich in een uiterst benarde situatie. In de bossen van Luxemburg werden zij afgesneden van de hoofdmacht en volledig omsingeld door de Duitsers. En dan vielen er ook nog zware bombardementen van de eigen Amerikaanse artillerie in hun zone. ‘The Lost Battalion’ van Whittlesey was ten dode opgeschreven.
Totdat de wanhopige majoor besloot zijn postduiven in de strijd te gooien, als laatste redmiddel. Zij moesten het hoofdkwartier bereiken met de boodschap de ‘friendly’ bombardementen direct te stoppen én extra troepen te sturen. De eerste zes van zijn zeven duiven werden onmiddellijk uit de lucht geknald door de vijand. Het lot van zijn bataljon, waarvan al ruim de helft dood of gewond was, lag nu in handen van een enkele duif. Toen hij opsteeg, kreeg ook Cher Ami de volle laag. Haar rechterpoot werd eraf geknald, haar borstbeen door een granaatsplinter verbrijzeld en haar oog verblind, maar de koerende bikkel bleef doorvliegen. Zo’n 40 kilometer lang. Gehavend en rood van het bloed bereikte de postduif de hulppost. Het pootje waar het kokertje aan hing met de boodschap van The Lost Battalion hing met nog slechts één zenuw aan het lichaam van de duif. Op dat briefje stond: “We are along the road parallel to 276.4. Our own artillery is dropping a barrage directly on us. For heaven’s sake, stop it.”
Kort erna werd de poot van Cher Ami geamputeerd en stopte het Amerikaanse artillerievuur. In Frankrijk werd Cher Ami geëerd met het Oorlogskruis, een eervolle onderscheiding voor moed. Ook voor veel Amerikanen is de postduif nog steeds een oorlogslegende. Een jaar na haar heldendaad overleed Cher Ami, maar volgens de Nieuwe Tilburgsche Courant heeft de duif met volle teugen kunnen genieten van haar laatste jaar. “De duif werd naar het zuiden van Frankrijk gezonden, waar zij van haar wonden herstelde, en vervolgens naar de Verenigde Staten overgebracht. Daar maakte zij een tournee langs de voornaamste steden en overal vielen haar de lekkerste hapjes ten deel.”
Trakr: de meest kloonbare held van Ground Zero
Eigenlijk was speurhond Trakr al met pensioen toen de WTC-torens op 11 september 2001 ineenstorten en duizenden New Yorkers onder het puin werden bedolven. Toch maakte de Duitse herder, die in zijn zesjarige carrière bij de politie ruim een miljoen dollar aan smokkelwaar had opgespoord, voor deze bizarre dag een eenmalige uitzondering. Samen met zijn baasje, de politieagent James Symington, vond Trakr 9 meter onder het puin de laatste overlevende. Dat was na twee dagen non-stop zoeken, vijftien uur achter elkaar. Door zijn inspanningen ademde Trakr te veel rook in, raakte hij volledig uitgeput en liep hij ernstige brandwonden op. Later in zijn leven vonden dierenartsen zelfs een neurologische aandoening bij hem, veroorzaakt door zijn harde werk op Ground Zero.
In 2008 deed Trakr mee aan kloonwedstrijd en werd er verkozen tot ‘meest kloonwaardige hond ter wereld’. Twee maanden nadat de reddingshond in 2009 overleed, werden aan zijn baasje de vijf kopieën overhandigd. ‘‘Trakr betekent alles voor me,” reageerde Symington. ‘‘Dat er een deel van hem verder gaat leven, is onbeschrijfelijk. Het is het mooiste cadeau dat ik ooit gekregen heb.’’
LuLu: de knorrende held van Pennsylvania
Wilde zwijnen: vieze, ronkende en meurende smeerkezen? Wellicht, maar deze beesten zijn ook in staat levens te redden. Of beter: leven, enkelvoud. In 1998 was Jo Ann Altsman op vakantie in Pennsylvania toen de 57-jarige Amerikaanse in haar caravan last van kreeg van hartkloppingen. Om hulp roepen lukte niet meer, en dus leken haar laatste uren geteld.
Gelukkig was daar LuLu, Jo Anns Vietnamees dikbuikzwijn van 150 pond schoon aan de haak, dat haar baasje vreemd zag doen. LuLu twijfelde geen seconde en waggelde naar buiten, richting de dichtstbijzijnde weg. Daar probeerde LuLu de aandacht van langsrijdende auto’s te trekken door net iets te opvallend langs de weg te gaan liggen, alsof ze dood was. Na drie kwartier werd LuLu’s theaterstukje door een alerte automobilist opgemerkt. Het zwijn leidde de man naar haar bezwijkende baasje. Net op tijd. Jo Ann gered en ze leefde, samen met LuLu, nog lang en gelukkig.
Harambe, Binti Jua & Jambo: deze gorilla’s kunnen zich op de borst kloppen
Wat doe je als een peuter klimt, valt of struikelt en stomtoevallig in een apenverblijf van een dierentuin belandt? Met daarin nietsontziende zilverruggorilla’s die meteen een kijkje komen nemen? Schiet je zo’n machtige aap direct af, of wacht je even af om te zien hoe de situatie verloopt?
In 2016 kozen medewerkers van de Cincinnati Zoo in Ohio voor het eerste. Toen kroop een 4-jarig jongetje door de omheining van het gorillaverblijf en stond ineens oog in oog met Harambe, een kolossale zilverrug van 180 kilo aan brute spierkracht. Dat leek slecht af te lopen. De gorilla sleurde de jongen eventjes door het water, legde hem daarna op de grond en bleef vervolgens naast het jochie staan. Hierna was er weinig aan de hand, maar van het gegil en geschreeuw van de omstanders werd Harambe steeds nerveuzer. De bewakers vertrouwden de situatie niet en schoten de 17-jarige gorilla na tien minuten dood met een enkel geweerschot. De jongen werd gered en was ongedeerd.
Hetzelfde kon niet gezegd van de reputatie van Cincinnati Zoo. Tot op de dag van vandaag spuwen activisten en dierenexperts hun gal over het omstreden optreden van de bewakers. “Harambe viel de weerloze peuter niet aan, hij ging als leider op onderzoek uit,” aldus een specialist tegen de Vlaamse nieuwssite HLN. “Zilverruggen beschermen hun troep. Als er iets onverwachts gebeurt, moet hij dat onderzoeken. Dat hij naar het kind ging, is normaal natuurlijk gedrag, maar dat betekent nog niet dat hij zou aanvallen. Dan zou hij eerst waarschuwen. Hij zou chargeren en zich op de borst kloppen.”
Goede kans dat ze in Cincinnati de gevallen van Binti Jua en Jambo waren vergeten, twee gorilla’s die wel gespaard bleven in een soortgelijke situatie. Toen in 1996 een 3-jarig kindje in het apenverblijf van Brookfield Zoo viel, zorgde de vrouwelijke laaglandgorilla Binti Jua keurig voor het jochie. De giga-aap wiegde het kindje zelfs in haar armen en droeg het naar de plek waar even later de ambulancebroeders zich meldden, voor een vlotte overdracht.
En in 1986 liep het ook goed af toen een kleuter zich ineens in het gorillaverblijf van Jersey Zoo terugvond. Hoewel, goed? De kleine Levan gleed uit, viel 6 meter naar beneden en brak daarbij zijn arm en schedel, maar werd vervolgens wel verzorgd door Jambo, een gorilla die je liever niet in een donker steegje treft. Jambo beschermde het kind tegen de opdringerige roedel apen totdat Levan werd gered.
Zes jaar later knipte diezelfde Levan het lint door bij de plaatsing van een bronzen beeld van Jambo na diens dood.
Naamloze held: De zelfmoordpreventie-zeeleeuw van de Golden Gate
Van de beroemde Golden Gate Bridge in San Francisco springen jaarlijks twintig mensen hun zelfverkozen dood tegemoet. Daarmee is de iconische brug een lugubere hotspot. Door de vrije val van 70 meter hoogte klappen springers op het wateroppervlak alsof zij op beton vallen. In 2000 was dit voor Kevin Hines, een doodongelukkige, 19-jarige eerstejaarsstudent, ook de reden om af te reizen naar San Francisco. Voor zijn besluit een einde te maken aan zijn jonge leven had hij zo zijn redenen. Kevin was verward, boos en dronk veel. Hij kampte met een depressie, een bipolaire stoornis, hallucineerde en nam zijn medicijnen niet in. Een sprong van de Golden Gate zou eindelijk een einde maken aan de stemmen in zijn hoofd.
Maar tijdens zijn sprong kantelde zijn lichaam, waardoor Kevin niet met zijn hoofd maar met zijn voeten het water raakte. De klap was gigantisch: Kevin verbrijzelde zijn enkel, al zijn tanden en twee wervels in zijn onderrug. Maar Kevin leefde nog wel. En wonderbaarlijker: zijn gehavende lichaam werd ineens door een behulpzame zeeleeuw richting de kant geduwd. Het beest hield Kevin drijvend met zachte stootjes tegen diens lijf. Aan wal werd Kevin verder geholpen door de kustwacht.
“De chirurg heeft ervoor gezorgd dat ik kan lopen, staan en rennen, blikte Kevin later terug op het wonder. Hij herstelde volledig en keerde een jaar na zijn zelfmoordpoging terug naar de Golden Gate, samen met zijn vader. Op het moment dat hij een paarse tulp in het water liet vallen, dook er een zeeleeuw op naast de bloem. “Dat was voor mij een teken,” zei Kevin, die sindsdien een boegbeeld is geworden voor suïcidepreventie. Hij reist de wereld af voor lezingen, richtte zijn eigen stichting op en kreeg een documentaire. “Het is een cadeau dat ik hier ben en dit allemaal kan ervaren na de dag dat ik had moeten sterven, 25 september 2000.’’ Kevins grootste missie: een antizelfmoordnet onder de Golden Gate Bridge. Na veel gesteggel en vertraging is het zelfmoordnet bijna af. Wie straks van de Golden Gate springt, landt 6 meter lager op de constructie. Kevin: “Als we het minder makkelijk maken, zullen meer mensen blijven leven.’’
Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- ANP, NL Beeld E.A.