Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Premium

Waar laat je een lijk: moordenaars op zoek naar een dumpplek

Je hebt iemand vermoord. Nu begint de ellende pas echt. Want waar laat je het lijk, hoe vind je een dumpplek en hoe krijg je het lichaam daar? Én: hoe wis je de sporen uit? Die logistieke complicaties kosten heel wat hoofdbrekens. Panorama maakt een selectie van opzienbarende Nederlandse moorden en lugubere wegwerkacties.

Lijkzoeken

“Ik begrijp iets niet,” zegt de rechter halverwege de lange eerste procesdag tegen Adeel D. “Nu u hier zo zit te vertellen over die avond in Drenthe toen u uw vrouw in de grond legde. Kwam daar nou enig gevoel bij? Het oogt allemaal nogal beredeneerd.”

En daar heeft de rechter vanuit moreel oogpunt een punt. Als iemand een moord of doodslag pleegt, heeft de dader te maken met een nieuw dilemma. Immers, hij wil geen verantwoording afleggen voor zijn daad, laat staan jarenlang in een cel gaan zitten wegkwijnen. Dus de hersens werken op volle toeren. Sporen uitwissen, maken dat je wegkomt in de hoop dat niemand je ziet en vooral: hoe kom ik van dat lijk af? Dit is een logistiek probleem. En problemen zijn er om met logica op te lossen.

Dat lijkt bevestigd te worden door Lieke Dix, die een paar jaar geleden voor haar afstuderen onderzoek heeft gedaan naar clandestiene graven voor de masterstudie Forensische Criminologie: “Daders die hun dodelijk slachtoffer begraven, willen waarschijnlijk zo snel mogelijk van dat lichaam af. Dus gaan ze niet eerst nog eens 200 kilometer met dat lichaam rijden.”

Dat daders een lijk zo ver weg mogelijk van de plaats delict willen begraven, is dus meestal niet zo. De meeste dodelijke slachtoffers van vermissingszaken liggen hemelsbreed binnen een straal van 20 kilometer van de plek waar zij voor het laatst gezien zijn. Bijna 60 procent wordt gevonden binnen 10 kilometer en 47 procent op minder dan 5 kilometer. Daders uit het criminele circuit nemen overigens wél de moeite om grotere afstanden af te leggen.

Eén op de vijf slachtoffers wordt zelfs nauwelijks verplaatst. Panorama komt voor dit artikel lijken tegen die letterlijk in de kast zitten.

En dat gebeurt niet alleen in Nederland. In een oude zaak vindt de Londense politie drie lichamen in de kast van seriemoordenaar John Christie; een tijdelijke opbergplaats terwijl hij aan een permanenter graf werkt. De man zit namelijk opgescheept met zes dode vrouwen en daar moet hij vanaf. Zijn oplossing: de tuin!

Maar wat als een tuin geen optie is?

Seriemoordenaar John Cristie.

In de Arnhemse Spijkerbuurt heeft een verslaafde een grote schuld bij zijn dealer A. Haden (24). Die komt het geld in mei 1991 innen. Plaats van handeling: een studentenpand. Het conflict loopt uit de hand en de verslaafde slaat Haden met een loden pijp op het hoofd. Daarmee is hij van zijn schuld af, maar heeft hij wel een nieuw probleem gecreëerd. Hij verbergt het lijk in een kleerkast, maar door de warmte begint het te stinken

Een voorbijganger ruikt een verdacht penetrante geur en belt de politie. De moordenaar wordt aangehouden omdat hij rondfietst met een kast met een lijk erin

. Huisgenoten vragen zich af waar die stank vandaan komt. Kortom: hij moet van de kast met het lichaam af en vraagt een medebewoner, een student, of hij zijn bakfiets mag lenen. Dat vindt de student prima. Die helpt hem zelfs de kast op de bakfiets te tillen. De verslaafde dader gaat op weg, op zoek naar een geschikte plek om het lijk te dumpen. Maar zover komt het niet, want onderweg ruikt een voorbijganger een verdacht penetrante geur en belt de politie. En zo wordt de 25-jarige Arnhemmer aangehouden omdat hij rondfietst met een kledingkast met een lijk erin.

Waar hij naartoe zou zijn gereden, weten we niet, maar een plek met beschutting, zo blijkt uit het onderzoek van Dix, is belangrijk voor lijkdumpers. Bosgebied is verreweg het meest populair, direct gevolgd door tuinen, duinen en groenstroken. Slechts 7 procent van de daders vindt het een goed idee het slachtoffer in de woning te bewaren. De meeste delinquenten vervoeren het lijk liever per auto dan met zo’n rammelige bakfiets. Niet zelden worden hulptroepen, vaak vrienden, ingeroepen om het lichaam na enige beraadslaging van A naar B te verkassen. Volgens het onderzoek wordt na de autorit nog nauwelijks gezeuld met het slachtoffer. “Uit de praktijk en uit de literatuur blijkt dat ze meestal op minder dan 15 meter van de auto worden begraven,” aldus Dix.

Soms worden er naast het dumpen rigoureuze methodes gebruikt om elk spoor van het slachtoffer ontraceerbaar te maken - in zuur oplossen, in stukken zagen of in cement gieten. Zo kennen we de ‘snelkookpanmoord’, waarbij een hoofd uitgekookt wordt om een mens te transformeren tot onherkenbaar vleesafval...

Een drietal opzienbarende en lugubere wegwerkacties.

John Christie zat opgescheept met zes dode vrouwen.

Zestien vuilniszakken

DADER: Sjonny W. (50)

SLACHTOFFERS: Mirela Mos, Monique Roossien & Sabrina Oosterbeek

DUMPPLEK: het bos tussen Ruinen en Pesse

VONDST: 25 november 2004

In de nacht van 6 op 7 november slaapt een Roemeense prostituee bij Sjonny. Sinds zondag 7 november 2004 zijn deze Mirela en haar auto spoorloos verdwenen. Volgens een ex van Sjonny W. is zijn woning in Amsterdam een rotzooi: er ligt opgerolde vloerbedekking in de slaapkamer en op de muren zitten grote vlekken. Buurtgenoten hebben verklaard dat W. met lekkende en stinkende vuilniszakken door het trappenhuis sjouwt, die buiten zet en vervolgens het trappenhuis gaat dweilen.

Op 10 november maakt iemand melding bij de gemeente dat hij meerdere grijze vuilniszakken in de bosjes bij de Wamelstraat heeft aangetroffen. Hij krijgt te horen dat de milieupolitie de zakken zal opruimen. Op 12 november staan ze er nog. Pas drie dagen later is de milieupolitie ter plekke, maar wel vanwege een andere klacht. Per toeval worden de vuilniszakken gevonden en daarin het stoffelijk overschot van een vrouw. In delen. Het gaat om vijf vuilniszakken die alle weer in meerdere vuilniszakken zijn verpakt, zestien in totaal. Mirela wordt geïdentificeerd door familie.

Sjonny W. in de rechtbank.

Tien dagen later wordt W.’s woning wegens een huurachterstand ontruimd en onderzocht. De badkamer is voor een deel rood geschilderd. Uit forensisch onderzoek blijkt dat Mirela door verwurging is omgekomen. Er kan niet worden vastgesteld of haar lichaam in Sjonny’s woning in stukken is gedeeld en in vuilniszakken is verpakt. De auto van Mirela wordt in de ochtend van 22 november aangetroffen op de Johan Coussetstraat in Diemen. Op de achterbank treft men bloed aan, maar met de forensische technologie van die tijd kan er geen DNA-profiel worden gemaakt.

Pas na de aanhouding van W. in juni 2017 voor de verdwijning van Sabrina Oosterbeek - haar lichaam is nooit gevonden - blijkt uit DNA-onderzoek dat het bloed op de achterbank van Mirela’s auto niet van haar maar van Sabrina afkomstig is. Hoe kan dat? Het krankzinnige toeval wil dat de auto waarin Mirela Mos reed in Nederland gekocht is in 2002 (Mos woonde toen nog in Roemenië) en in 2003 betrokken raakte bij een aanrijding. Vervolgens werd de wagen opgekocht en doorverkocht door een schadebedrijf, waarna de auto in juni 2003 naar Roemenië werd getransporteerd voor reparatie. In oktober staat de auto op naam van Mirela Mos, die samen met haar broer op 5 november 2004 met de wagen naar Nederland afreist. Een paar dagen voor haar dood.

De botdelen van het lichaam zijn waarschijnlijk door middel van een machinaal aangedreven zaag behandeld. Het lijkt niet waarschijnlijk dat het in de woning gebeurd is omdat er, ook in 2004, geen bloedsporen te vinden zijn en buurtbewoners geen melding hebben gemaakt van zaagherrie. Wel worden er DNA-sporen - een mengprofiel van drie personen - van onder anderen Sjonny W. gevonden op haar spijkerbroek en op de knoop van een van de vuilniszakken.

Sjonny heeft betrokkenheid altijd ontkend. Maar omdat hij Mos als laatste heeft gezien, haar lichaam is gevonden, een misdrijf als doodsoorzaak is vastgesteld en een DNA-spoor hem linkt aan de zaak, krijgt hij in 2021 uiteindelijk in hoger beroep negentien jaar en elf maanden celstraf met tbs. Niet alleen voor het doden en dumpen van Mirela Mos in 2004, maar ook voor het doden van Monique Roossien in 2003 en de in 2017 verdwenen Sabrina Oosterbeek. In cassatie krijgt W. een strafvermindering van drie maanden.

Vlnr: Monique Roossien, Sabrina Oosterbeek en Mirela Mos.

In de kofferbak

DADER: Adeel D. (26)

SLACHTOFFER: Yasmeen Dad (25)

DUMPPLEK: het bos tussen Ruinen en Pesse

VONDST: 12 februari 2015

Taxichauffeur Adeel D. komt op 25 januari 2014 na een nacht werken thuis in de Quackstraat in Rotterdam-Charlois. Hij krijgt het met zijn vrouw Yasmeen aan de stok omdat ze denkt dat hij is wezen stappen. “Ik heb haar vastgepakt en trok haar naar me toe,” zegt hij. “Ik heb haar naar achteren geduwd. Ze viel. Ik heb me omgedraaid en ben de kamer uitgelopen.” Hij deed zijn dochter haar jas aan, bracht zijn kinderen naar zijn schoonouders en reed na een tijdje terug naar huis. Daar lag Yasmeen nog net zo als even daarvoor. “Ik voelde haar pols, heb haar geschud. En ben naar buiten gelopen. Ik wist niet wat ik moest doen.”

“112 bellen?” suggereerde de rechter. Nou, nee. Het leek D. slimmer in plaats van de hulpdiensten zijn vrienden in nood Emre (22) en Burak (23) erbij te halen. Ze besluiten Yasmeen te begraven. Adeel weet een prima plek: het bos bij Ruinen, waar hij weleens een klant met zijn taxi heeft afgezet. Maar er moeten nog wat voorbereidingen worden getroffen. Zo wil de ene vriend, die witte schoenen draagt, nog langs huis om andere schoenen aan te trekken. De andere vriend haalt thuis een schep en vuilniszakken uit de garage. Vervolgens gaan ze eerst tanken om dan met z’n drieën naar Drenthe te rijden.

Met vuilniszakken pakken ze het lichaam in en met tape wordt de boel bij elkaar gehouden.

Adeel graaft in het bos een kuil met hulp van de ene vriend terwijl de andere op de uitkijk staat. Nu het lichaam nog. Ze rijden terug naar Rotterdam. Adeel legt Yasmeen op een kleed en trekt op aanwijzing van zijn vrienden keukenhandschoenen aan. Met vuilniszakken pakken ze het lichaam in en met tape wordt de boel bij elkaar gehouden. Het volgende probleem is dat ze een steile trap af moeten en niet verdacht willen lijken, dus worden de zakken in een deken gewikkeld. Adeel en een van z’n maten dragen haar samen naar beneden. Het lijk leggen ze in de kofferbak van de auto, die al voor de deur staat. Voordat ze weer naar Ruinen afreizen, zetten ze een hulpmaat af bij het Marconiplein.

Eenmaal bij de kuil houdt de dumpmaat een zaklamp vast terwijl Adeel het lichaam optilt. Samen begraven ze Yasmeen. De hele wegwerkoperatie heeft van ongeveer 14.00 uur tot 1.00 uur ’s nachts geduurd.
D. krijgt in 2016 tien jaar celstraf voor doodslag. Zijn hulpmaatjes moeten tien en vijf maanden uitzitten.

Onderzoek op de plek waar het lichaam van Yasmeen Dad werd aangetroffen.

In de kliko

DADER: Loretto B. (40)

SLACHTOFFER: Dagoberto Gil Rodriguez (58)

DUMPPLEK: in de Nieuwe Waterweg bij Vlaardingen

VONDST: 10 oktober 2014

De Colombiaanse drugsdealer ‘Dago’, zoals hij wordt genoemd, uit Capelle aan den IJssel heeft nog een schuld van 22.500 euro openstaan bij Loretto B. die hem - koekje van eigen deeg - van een partij drugs wil beroven. En daar heeft Loretto een plan voor. Zijn vriendin Tamara moet Dago op 1 augustus 2014 naar haar villa in Nieuwerkerk aan den IJssel lokken om hem te drogeren. Eenmaal bewusteloos kunnen ze dan de drugs uit zijn auto halen. Klaar is Kees. Probleempje: Dago gaat niet out.

Loretto is boos en stapt over op plan B: hij geeft z’n vriendin de opdracht een wapen te regelen om Dago neer te schieten. Ze doet de volgende dag een poging, maar ook die mislukt. Waarop Loretto met plan C het heft weer in eigen handen neemt. Hij maant Tamara naar haar woning te komen, waar zich dankzij B. ondertussen in de slaapkamer een gewapende man verbergt. En of ze Dago even wil bellen dat hij zijn telefoon kan ophalen die hij kennelijk heeft laten liggen.

Dagoberto Gil Rodriguez.

Vlak voordat de Colombiaan arriveert, verlaat B. de woning om ergens verderop het verloop af te wachten. Op die bewuste zaterdag (2 augustus rond 15.15 uur) komt Dago binnen om zijn mobiel, die in de badkamer ligt, mee te nemen. Vlak daarop klinkt er een knal en de man in de slaapkamer, schutter Abdelilah E., vertrekt. Hij laat het (jacht)geweer achter. Via een app-bericht wordt Tamara gesommeerd om op te draven bij een parkeerplaats waar B. haar opwacht om haar verhaal te horen. Ze wordt weer naar huis gestuurd, waar B. en Ravin B. (een student van de Hogeschool Rotterdam die bij B. in de krijt staat) zich even later bij haar voegen. Vervolgens haalt het tweetal een tas vol dope uit Dago’s auto, waarmee ze even later de schutter voor zijn dienst betalen.

Tot zover heeft B. bereikt wat hij wil, maar hij zit nog wel opgescheept met een lichaam. Plan D: het lijk moet weg. Op zondag 3 augustus schuiven B. en Ravin het lichaam met het hoofd naar beneden de kliko in. Die rijdt Tamara vervolgens in de auto van haar vader naar een loods - keurig geregeld door Loretto - op de Vulcaanweg in Vlaardingen. Het lijk is dus van A naar B verplaatst. Wat nu? Sporen wissen, een geschikte dumpplek vinden en cement regelen om de boel te verzwaren. Het is nog een heel gedoe om een lijk van de aardbodem te laten verdwijnen. Het lichaam wordt uit de kliko gehaald, uitgekleed en gewassen. Samen met Ravin koopt B.’s vriendin op maandag 4 augustus cement en zand bij een plaatselijke bouwmarkt. Dit wordt in een gehuurde bestelbus naar de loods gereden, waar de student het cement met water vermengt en de kliko ermee vol laat lopen. Het lijk moet er ook weer in en dat kost nog wel enige moeite...

Terwijl het cement in de kliko met het lijk aan het harden is, verbrandt het duo de vuilniszakken met spullen, waaronder kleding en doeken met bloed van het slachtoffer, in een recreatiegebied in Bleiswijk.

De hele operatie bereikt nu dan toch eindelijk de finale acte. Of toch niet? Tamara moet weer een bestelbus huren. Daarmee rijdt het dumpteam rond 22.15 uur de loodzware kliko met Dago van de Vulcaanweg richting het Oeverbospad in Vlaardingen, waar het lijk in het water gegooid moet worden. Maar dat lukt niet, want het is druk op deze homo-ontmoetingsplek. Uren later, in de nacht van donderdag 7 op vrijdag 8 augustus rond 4.45 uur geven ze met behulp van een steekwagen vanaf een steiger aan de Nieuwe Waterweg het laatste zetje. En zo verdwijnt de kliko alsnog onder water.

Bij deze steiger aan de Nieuwe Waterweg werd het lijk gedumpt.

Waar Loretto niet aan heeft gedacht, is dat Dago’s familieleden in Colombia, aan wie hij maandelijks geld stuurde en met wie hij dagelijks belde, zich zorgen maken. Ze reizen af naar Nederland en geven hem als vermist op. En het andere puntje waar geen rekening mee is gehouden: de verhuurder van de bestelwagen krijgt klachten over stank in de bestelbus en alarmeert de politie. En zo komt de recherche via een track & trace-systeem uit bij Tamara, die in tegenstelling tot haar vriend wel honderduit praat. Loretto B. wordt als hoofddader gezien en krijgt in mei 2016 zestien jaar celstraf voor moord. Tamara G., Ravin B. en Abdelilah E. krijgen respectievelijk dertien, twee en veertien jaar. Justitie vindt dat Ravin voor zijn ‘vriendendienst’ zwaarder gestraft moet worden en eist veertien jaar. In 2019 wordt hij in hoger beroep echter vrijgesproken.

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct