Wie wil wonen in een huis waar iemand is overleden?
Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: horrorhuizen
Een jaar of wat geleden werd op Funda een huis aangeboden waarin zich een slaapkamer bleek te bevinden met een wel heel bijzonder detail. Als je goed keek, zag je op een muur de contouren van een persoon. Op zich al vrij spooky. Navraag bij de verkopende makelaar maakte het verhaal nog gekker. De ‘schaduw’ bleek te zijn ontstaan door de inwerking van een lijk, dat een flinke tijd tegen de muur aan had gehangen. De laatste bewoner had zelfmoord gepleegd en de sporen daarvan waren de makelaar onvoldoende opgevallen. Kan gebeuren natuurlijk, maar het gebeurt ook geregeld dat een makelaar de macabere historie van een huis bewust verzwijgt.
Dit laatste overkwam bijvoorbeeld Ron en Daphne uit Best. Zij kochten in 2021 een huis, waarin op de bovenverdieping al snel een misselijkmakende geur vrijkwam die ‘het midden hield tussen kaneel en urine’. De stank was zo erg en verontrustend dat de hond van het stel zich niet meer boven liet zien. Navraag bij de makelaar en verkopende partij leidde tot een stroom aan uitvluchten en smoezen.
Uit pure wanhoop besloot het stel allerlei gespecialiseerde bedrijven in te schakelen om de stank te bestrijden. Geen middel bleef onbenut, van isolerende coatings tot een chemische oxidatiebehandeling en van een speciale gel-lak tot nieuw stucwerk. Maar het hielp allemaal niets. Of heel even, waarna de geur net zo hard weer opsteeg, nu vermengd met de stank van een cocktail aan chemische schoonmaakmiddelen. Door alle stress kreeg Daphne tweemaal een hartinfarct en Ron een burn-out.
In maart van dit jaar maakte een rechter een einde aan de martelgang. Hij stelde de klagers in het gelijk en bepaalde dat de verkopers alle door Ron en Daphne gemaakte kosten inclusief een vergoeding voor immateriële schade moeten betalen. Er was onterecht verzwegen dat er twee maanden een dode in een van de slaapkamers had gelegen.
Strikt genomen is er nergens vastgelegd of een makelaar moet vermelden dat een huis een rugzakje heeft, om het zo maar even te zeggen. Daarom wordt het meestal verzwegen of zoekt de makelaar zijn toevlucht tot het bekende vakjargon, zoals een ‘huis met een bijzondere historie’ of ‘een woning die wel een opfrisbeurt kan gebruiken’. Vreemd eigenlijk dat er niets over geregeld is. Want je hoeft niet eens heel bijgelovig of fijngevoelig te zijn om moeite te hebben met zo’n horrorwoning. Hoe is het om ’s avonds onder de wol te kruipen in een slaapkamer waar ooit een vrouw met een bijl is afgeslacht? Hoe voelt een gezinsleven in een huis waarin zich een familiedrama heeft afgespeeld?
Een paar jaar geleden heb ik me voor een reportage in dit onderwerp verdiept. Daarbij benaderde ik heel voorzichtig de bewoners van huizen waarvan algemeen bekend was dat er zich iets schokkends had afgespeeld. Het was uiteraard niet mijn bedoeling om nietsvermoedende mensen de stuipen op het lijf te jagen. Wat meteen opviel was dat de huizen aanzienlijk langer dan gemiddeld te koop hadden gestaan. Veel aspirant-kopers bleken te zijn afgehaakt vanwege de beladen geschiedenis van het pand, ondanks de scherpe prijsstelling.
Van de mensen die zich uiteindelijk wel in dergelijke objecten hadden gevestigd kreeg ik uiteenlopende reacties. “Ach, met elk huis is wel wat,” zei de één, “dan zou je nergens meer kunnen wonen.” Een volgende merkte op dat het ‘wel even wennen’ was geweest, maar dat door alle verbouwingen en verfbeurten eigenlijk niets meer herinnerde aan het verleden.
"Het idee dat iemand hier heeft gevochten voor haar leven houdt me soms wakker. Het went niet"
Eén vrouw klonk beduidend anders. “Ik heb eigenlijk spijt. Het idee dat iemand hier heeft gevochten voor haar leven houdt me soms wakker. Het went niet. Daarom wil ik zo snel mogelijk van mijn flatje af. Maar nu zit ik met de vraag of ik eerlijk moet zeggen wat hier is gebeurd...”
- Adobe Stock