Hufters en horrorhuurders
Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: hufters en horrorhuurders.
Sinds mensen hun grieven online kwijt kunnen, is de stroom ‘lezerspost’ bij de meeste kranten en tijdschriften flink opgedroogd. Wantrouw gerust de media die er nog steeds een brievenrubriek op nahouden, de meeste inzendingen zijn door redacteuren zelf getikt. Ook bij Panorama is de tijd van fanmail voorbij. Want wie loopt er tegenwoordig nog met een handgeschreven brief naar de brievenbus? Gelukkig rolt er zo af en toe nog wel een mailtje binnen op de redactie, of weten lezers me via social media te vinden.
Zo ontving ik onlangs een noodkreet van iemand die met een zakelijk akkefietje in de maag zat. Vanwege mijn focus op échte misdaad was ik niet meteen getriggerd, maar op een bepaalde manier werd ik er na een paar zinnen toch door gegrepen. Het verhaal kwam me namelijk bekend voor. Van televisie.
De schrijver was een man die de vroegere woning van zijn overleden ouders had verhuurd aan een stel dat hij als keurig en betrouwbaar had ingeschat. Dat bleek nogal een misvatting. De eerste drie maanden werd de huur nog keurig overgemaakt, daarna hield het op. Vervolgens brak er voor de huisbaas een periode aan waarin hij werd geconfronteerd met een stroom aan aan smoesjes, excuses, verwijten, smeekbeden tot uitstel, bedreigingen enzovoorts. Zet die mensen er dan uit, zou je denken, maar zo simpel is dat niet. Een huurder geniet in Nederland erg veel bescherming. Dat zal best ergens goed voor zijn, maar niet voor iemand die als particulier een geërfde woning verhuurt, als appeltje voor de dorst. Ik heb de stroom aan appjes en mails van deze wanbetalers gezien en werd er bijna onpasselijk van. En het leed is nog niet ten einde, want steeds als de schrijver een (dure) rechtsgang overweegt, komt er net weer een huurtje binnen. Ik schreef de man dat ik weinig voor hem kon betekenen, inwendig biddend dat hem de taferelen bespaard blijven die wekelijks op RTL5 te zien zijn.
Niet dat ik er steeds voor ga zitten, maar zo’n programma als Horrorhuurders & Huisjesmelkers is typisch iets waarin je blijft hangen, of je wilt of niet. Het toont de mensheid op z’n slechts en dat net onder etenstijd. Er zijn dus mensen, zo blijkt, die het heel normaal vinden om een huurhuis te betrekken en daar niets voor te betalen. De discussies die zich aan de voordeur (of door de brievenbus) afspelen zijn tenenkrommend. Veel wanbetalers beweren nooit aanmaningen te hebben gezien, zeggen volledig verrast te zijn door de komst van de huisbaas en schreeuwen zich geïntimideerd of zelfs bedreigd te voelen door zijn komst. “Zal ik jou ook eens onverwacht thuis bezoeken?” klinkt het dan.
Het is de wereld op z’n kop. Niet de bewoner die nog een vermogen aan achterstallige huur heeft openstaan zit fout, nee, de verhuurder is kinderachtig bezig, ongeduldig en asociaal. Ik zit daar altijd met verbijstering naar te kijken. En als je denkt dat het niet erger kan, komt de afloop van zo’n huurconflict nog even fijntjes in beeld. Vertrekkende wanbetalers hebben er een handje van om de woning totaal geruïneerd achter te laten. Afgebroken wasbakken, losgetrokken leidingen, graffiti, afval en soms zelfs hondendrollen verspreid door de kamers, borden met beschimmeld eten. Je ziet de verbijstering op de gezichten van de huiseigenaren en het enige wat ze vaak kunnen uitbrengen is: “Waarom?”
Ik probeer als misdaadjournalist altijd de mens achter de misdadiger te zien. Soms lukt dat, zelfs de motieven van een moordenaar zijn soms te begrijpen. Maar het laffe, wegduikende, liegende en intimiderende gedrag van wanbetalers, uitzuigers en oplichters, dáár kan ik echt misselijk van worden. En dat heeft niets met dat bordje beschimmeld eten te maken.
- Horrorhuurders & Huisjesmelkers, RTL5.