De 19-jarige Sofyan* is het soort verdachte dat de politierechter vaker tegenover zich treft: kort haar, baardje, zwarte hoodie, zwarte joggingbroek, sneakers en niet al te spraakzaam. Met dat verschil dat hij nog een blanco strafblad heeft.
“Bij de politie heeft u niets verklaard,” stelt de rechter vast terwijl ze door het digitale dossier struint. “Gaat u vandaag wel iets zeggen?”
“Eigenlijk niet echt,” houdt Sofyan de deur toch op een kiertje. Op 14 juni, ’s morgens vroeg, op de Rozengracht in Amsterdam, staat een fietser te wachten voor een rood stoplicht.
De stadsgids is op weg naar zijn werk. De jongen die op de scooter voor hem zit, heeft kennelijk niet door dat het licht op groen springt. Om hem daar op te attenderen tikt de fietser met zijn voorwiel zachtjes tegen de achterkant van de scooter. Het helpt niet. De scooterrijder blijft staan waar hij staat. Dan maar eromheen. Het is een voorval zoals er in Amsterdam minstens honderd op een dag plaatsvinden. Nietsvermoedend vervolgt de fietser zijn weg over de Rozengracht. Dan komt de scooter naast hem rijden.
Zonder omwegen trapt de bestuurder de stadsgids van zijn fiets. En daar laat hij het niet bij. Wanneer de fietser overeind krabbelt om zijn weggevlogen koptelefoon te pakken, slaat de scooterrijder hem met een paar rake vuistslagen in het gezicht weer linea recta terug naar de grond. Terwijl de man daar ligt, wordt hij meerdere keren met volle kracht op zijn lichaam en hoofd getrapt. Zowel in zijn gezicht als op zijn achterhoofd.
Wanneer de politie arriveert, is de agressieveling er op zijn scooter al enige tijd vandoor. Zijn slachtoffer ligt buiten bewustzijn op de stoep, zijn gezicht en kleding zitten onder het bloed. Omstanders staan bezorgd om hem heen. De meesten van hen zijn behoorlijk van slag door het brute geweld waar ze zojuist ongewild getuige van waren.
“Hij trapte zo hard tegen zijn hoofd dat ik echt dacht dat die man er geweest was. Alsof zijn hoofd een voetbal was. Zó hard, zó agressief...” verklaart een vrouw tegen de politie.
“Wat vindt u ervan als u dat zo hoort?” is de rechter benieuwd.
“Eh, niet zo veel eigenlijk,” zegt Sofyan, die onlangs stopte met zijn opleiding en nu zijn geld probeert te verdienen als zelfstandig taxichauffeur.
“Maar nog even afgezien van de vraag of u het was?” verduidelijkt de rechter haar vraag.
“O zo,” zegt Sofyan. “Dan wel erg, natuurlijk.”
‘Hij trapte zo hard tegen zijn hoofd dat ik echt dacht dat die man er geweest was’
Ooggetuigen omschrijven de dader als een slanke jongeman met een olijfkleurige huid en een lichtkleurige scooter met veel chroom en een windscherm. Sommigen denken zich flarden van het kenteken te herinneren. Op basis van die informatie is het voor de politie zoeken naar een speld in een hooiberg, maar omdat de anonieme melder die 112 belde ook een kenteken wist te noemen, staat de politie diezelfde ochtend nog bij Sofyans ouders op de stoep. Haar zoon is niet thuis, vertelt zijn moeder de agenten. Ze belt hem wel even. Sofyan neemt op, maar weigert naar huis te komen om de politie te woord te staan. Hij wil eerst een advocaat spreken, zegt hij. Pas een paar dagen later meldt hij zich op het politiebureau. Op een lichtkleurige scooter met veel chroom en een windscherm. En met het genoemde kenteken.
“Was u daar die ochtend?” stelt de rechter hem de hamvraag.
“Nee,” houdt Sofyan vol.
“Kan het dan zo zijn dat uw scooter daar wel was?”
“Verder beroep ik mij op mijn zwijgrecht,” maakt Sofyan een eind aan het kiertje.
Maar zijn advocaat heeft het laatste woord nog niet gezegd. De conclusies die de officier van justitie trekt, vindt hij veel te voorbarig. Waar hij vooral een punt van maakt is het kenteken waarop het hele politieonderzoek lijkt te steunen. Dat kenteken is door een anonieme melder genoemd. Hoe betrouwbaar is dat? En hoeveel lichtkleurige scooters met veel chroom en een windscherm rijden er dagelijks door Amsterdam? De rechter erkent dat er ruimte is voor twijfel, en bij twijfel moet ze een verdachte vrijspreken.
“Maar daarvoor vind ik deze zaak te heftig,” voegt ze daaraan toe voordat Sofyan juichend kan opspringen. In plaats daarvan besluit ze de zaak voor onbepaalde tijd aan te houden in de hoop dat nader politieonderzoek alsnog waterdicht bewijs oplevert. Tegen Sofyan of tegen wie dan ook.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacyredenen gefingeerd
- Petra Urban