Vijf vooroordelen over Ajax - en waarom die niet altijd kloppen

Meeste budget

"Ze hebben het meeste budget, dus is het logisch dat ze winnen", riep bijvoorbeeld voormalig PSV-coach Roger Schmidt. Dit is een rake constatering. De naamgever van de Johan Cruijff ArenA merkte echter eerder al terecht op dat hij nog nooit een zak geld een doelpunt had zien maken. Bovendien wordt vergeten dat Ajax die centjes, mede dankzij indrukwekkende optredens in Europa sinds 2017, zelf bij elkaar heeft gevoetbald. Niemand had zijn geld durven zetten op een halve finale-plek in de Champions League-campagne van 2018-2019, tegenwoordig liggen de odds volgens de bookmakers anders als het over Ajax gaat. En gokken voetbalwedders alweer op het volgende succes.

Arrogantie of branie?

De hoofdstedelijke arrogantie komt terug in veel irritaties, bijvoorbeeld over het tv-aanbod. Er is een ware grachtengordel-enclave in Hilversum aanwezig, wordt er geklaagd. En wanneer in sketch-programma's dommige mensen worden geacteerd, hebben die altijd een provinciaal accent - nooit Amsterdams. Die houding wordt automatisch aan Ajax toegedicht. Arrogantie wordt daarbij vaak verward met trots en branie, oftewel uitgaan van eigen kunnen. Maar dat is juist de instelling waarmee de club wereldberoemd werd.

Kille en zakelijke sfeer

Een kille, zakelijke club wordt Ajax aan de talkshowtafels tot vervelens toe genoemd. De slogan Wij Zijn Ajax, Wij Zijn De Beste werkte als een rood-witte lap op een stier. Die sfeer is omgeslagen. De slogan is vervangen door For The Future en de sociale kanalen gelden als populairste van Nederland. De truc is hier gek genoeg: zelfspot. De club uit de tijd van Ton Harmsen is allang niet meer. Dat is ook te lezen in Het Nieuwe Ajax van Parool-journalist Menno Pot.

Weinig Ajacieden is beter voor Oranje

De enige keer dat Oranje succesvol was (Europees Kampioen in 1988) was met weinig Ajacieden. Dat feit wordt nog steeds vaak aangehaald, als het Nederlands Elftal weer eens op een eindtoernooi in de mist gaat met een half Amsterdamse elftal. Maar wat is succesvol? Is een WK-finale niet veel knapper dan een Europese beker na slechts vijf wedstrijden? En die PSV'ers in 1988, hoeveel daarvan hadden de jeugd van Ajax doorlopen?

Bioscooppubliek

De Johan Cruijff ArenA werd pas een echte voetbaltempel op 2011, toen Ajax na zeven magere jaren weer kampioen werd. Het was 15 jaar na de opening, daarvoor werd het stadion een sfeerloze bak met bioscooppubliek genoemd. Dat laatste is deels waar: veel supporters komen niet aanmoedigen, maar controleren of Ajax wint, en of dat met oogstrelend voetbal gebeurt. Is dat niet het geval, dan wil het inderdaad nog wel eens stilvallen. Maar wie tijdens Champions League-avonden de tv aanzet, voelt de geladen sfeer binnenkomen als Het Slavenkoor, Three Little Birds of Bloed of Zweet en Tranen wordt ingezet.