Sportcolumn: 'Helemol gek geworden'
Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers samen een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: 'Het vertrek van Olav Mol'
Micha Jacobs
Er zijn tegenwoordig veel virussen waarmee je besmet zou kunnen raken, maar het Formule 1-virus is daar niet een van. Althans, ik lijk er immuun voor. Of Max aankomend weekend nu wereldkampioen wordt of niet: het glijdt van mij af als regen van mijn paraplu. Toch weet ik nog precies waar ik was toen Max Verstappen in Barcelona de eerste Nederlandse en tevens jongste grand prix-winnaar ooit werd. Het was in mei 2016, ik was tijdens dat weekend in het Duitse Ingolstadt, zo’n 80 kilometer van München, waar precies 500 jaar eerder het Reinheitsgebot werd opgesteld, de fameuze wet over hoe je bier moet brouwen. Dat werd daar gevierd met een soort Oktoberfest, maar dan in de lente. Ik hoef je niet uit te leggen dat het bier tot achter mijn ogen klotste toen de race in Barcelona begon en ik in mijn hotelkamer daar per ongeluk langs zapte. Het was niet Olav Mol die ik van blijdschap hoorde schreeuwen, maar een van zijn Duitse collega’s die zowaar nog harder door het dak van zijn commentaarhokje sprong. Pas thuis zag ik de beelden met het commentaar van Mol erbij waarna ik met terugwerkende kracht toch nog kippenvel kreeg: “Yo hee, yo hoo, yo fucking bizar!” schreeuwde hij met tranen in zijn ogen. Dat jaar ontving Mol de Theo Koomen Award, de prijs voor het beste sportcommentaar van het jaar.
Yo hee, yo hoo, yo fucking bizar staat, zelfs voor mij als niet-Formule 1-volger, in hetzelfde rijtje als Zijn we er toch weer ingetuind, Het Volksparkstadion is van Oranje en Hij staat! Hij staat! en dat is allemaal toe te schrijven aan Olav Mol, de man die Formule 1 in de afgelopen dertig jaar een stem gaf. Een stem die we volgend Formule 1-seizoen niet meer gaan horen bij de livebeelden, omdat de rechten van de Formule 1 zijn verkocht aan de Noorse mediagroep NENT die van plan is om de races vanaf volgend jaar alleen maar aan te bieden via de betaalstream Viaplay. Met jongere, frissere en waarschijnlijk veel minder ingevoerde, maar beter uitziende jongens en meisjes die hun licht op de materie laten schijnen, al zal dat een zwak flikkerend peertje zijn in vergelijking met de bouwlamp die Olav Mol heet. Van de andere kant: er is geen beter moment om te stoppen dan met de eerste WK-titel voor een Nederlandse coureur die van je commentaar mag voorzien, of denk je dat Hamilton roet in het eten gooit?
Mario Wisse
Ook ik heb weinig met Formule 1. Bovendien heb ik er – het een heeft vast met het ander te maken – totaal geen verstand van.
Maar voor spannende sport kun je me wakker maken. Bij wijze van spreken uiteraard. Want met kleine kinderen, stapels werk en mijn neiging om zo laat mogelijk naar bed te gaan, is elke minuut die ik horizontaal doorbreng essentieel om te kunnen blijven functioneren. Fucking bizar trouwens dat Mol door die Noren uit de commentaarbox wordt gekegeld. Hoe moeten we moedig voorwaarts zonder filosofische overpeinzingen in de trant van als de baan droger wordt, dan wordt ie ook minder nat? Geen flauw idee.
Maar laten we ondertussen, om het op z’n klassiek-Molliaans uit te drukken, ook even reëel zijn. Er zijn wel meer commentatoren geweest waarvan ik dacht dat we niet zonder zouden kunnen. En commentatoren van wie ik dacht dat we ze makkelijk konden missen, terwijl ik ze nog steeds aanroep wanneer ik noodgedwongen naar hun doodsaaie vervangers zit te luisteren. Mart Smeets bijvoorbeeld. Tuurlijk, ook ik ergerde me aan hem. Verwaander dan de chronisch sokloze reus kom je ze zelden tegen. Maar het ergeren aan Smeets was niet onplezierig. Van iemand die goed is, kun je bovendien veel hebben. Maar tot zover mijn commentaar op commentatoren, want er zijn belangrijkere dingen aan de hand. Zo las ik dat Wout van Aert in zijn eerste race van het seizoen in de blubber in het Belgische Boom iedereen de baas was. Wat klinkt dat heerlijk, zeg: iedereen de baas zijn in de Belgische blubber van Boom (de blubberige praktijk is waarschijnlijk minder behaaglijk, maar dat geheel terzijde). Het zadelt me met de neiging op om zinnen uit sportberichten uit mijn duim te zuigen die ook zoveel mogelijk woorden die met een b beginnen bevatten. ‘Berghuis bezorgde de bal binnendoor bij de in de basis begonnen Bergwijn’, bijvoorbeeld. Of ‘de bijzondere, bijna briljante bricoles en butages van biljarter Blomdahl’.
Ik realiseer me – hopelijk net op tijd –at ik door die onzin op te schrijven ook de door mij zeer hooggeachte Panorama-lezers met mijn vreemde neigingen opzadel, dus snel terug naar de Formule 1. Of ik denk dat het Verstappen wordt of toch Hamilton wil je weten? Had ik je al verteld dat ik er geen verstand van heb? Ik hoop vooral op een fucking bizarre ontknoping in Abu Dhabi zondag en een begeleidend ‘sodeknetters’ afkomstig uit de tenen van Mol.
- ANP