Waarom loopt u nou zo met uw piemel uit de broek?” informeert de rechter. “Als ik het zou weten dan zou ik het u vertellen,” zegt Erik (50). “Doet u dat vaker?”
“Gelukkig niet,” zegt Erik. “Ik schaam me dood.
Met zijn kleren aan is hij geen opvallende verschijning. Grijs, kalend, slank en goed verzorgd. Hij is een gescheiden man, grafisch ontwerper van beroep en hij kampt niet met psychiatrische klachten of verslavingsproblematiek. Wat hem bezielde om met zijn leuter in de aanslag op een jong meisje af te rennen is voor iedereen een raadsel. “U bent op zeker moment toch willens en wetens van huis gegaan met die eigenaardige broek aan?” probeert de rechter een beeld te scheppen.
Erik haalt zijn schouders op. “Het was een opwelling,” zegt hij. Maar daar lijkt het niet op, op een opwelling. Er zat de nodige voorbereiding in. Uit een oude spijkerbroek verwijderde hij thuis met een schaar zorgvuldig het kruis om er vervolgens zonder onderbroek in te stappen. Onder de jas die hij aantrok was ook zijn bovenlijf naakt. In die ongebruikelijk luchtige outfit (het was begin november) stapte hij in de auto en ging op pad.
Een slechtere tijd en plek om te debuteren als potloodventer had Erik onmogelijk kunnen uitzoeken. In de straat waar hij die middag uit zijn auto stapt en met open jas op een argeloos meisje afstormt, is die middag net een undercoverpolitieactie bezig. In verband met een liquidatiezaak zitten twee agentes in burger in een onopvallende auto te posten, maar wanneer zij Erik in vol ornaat voorbij zien komen, is het liquidatie-onderzoek al snel bijzaak.
Agente op schoot
“STOP! POLITIE! STOP! POLITIE!”
roepen zij terwijl ze te voet de achtervolging inzetten. Erik rent stug door. Pas wanneer hij weer achter het stuur van zijn auto zit en probeert weg te rijden kan een van de agentes boven op hem springen, wat gezien zijn open kruis toch enige moed vereist.
“Waarom stopte u niet toen u het woord ‘politie’ hoorde?” vraagt de rechter. “Dat kan iedereen wel roepen,” zegt Erik. “Dat ie van de politie is. Voor hetzelfde geld was het familie van dat meisje of zo. Die zouden me lynchen natuurlijk.” Ook met de politieagente half op zijn ontblote schoot geeft Erik de hoop niet op. In een poging te ontkomen zet hij de auto in zijn achteruit en geeft gas, maar omdat het portier nog altijd open staat, sleurt hij de agente daardoor enkele meters mee over straat. Het scheelt weinig of ze belandt onder het voorwiel. Pas als er versterking arriveert, wordt Erik hardhandig overmeesterd.
De uitspraak van de rechter wijkt nauwelijks af van de eis van het OM. Wegens ‘schennis van de eerbaarheid’ (lees: potloodventen) en wederspannigheid (lees: verzet bij aanhouding) krijgt Erik een taakstraf van zestig uur waarvan de helft voorwaardelijk is. Daarnaast krijgt hij een verplicht reclasseringstoezicht en moet hij de twee undercover-agentes elk een schadevergoeding van 350 euro betalen. Slechts op één punt oordeelt de rechter anders dan de officier: de geprepareerde spijkerbroek hoeft niet te worden vernietigd. “U mag hem wat mij betreft terug hebben,” zegt de rechter. “Laat maar,” zegt Erik.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacyredenen gefingeerd.
- Petra Urban