Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Micha Jacobs & Mario Wisse

Sportcolumn: 'Tom en Johnny, prima duo'

Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers samen een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: 'Tom en Johnny, prima duo'

Micha Jacobs & Mario Wisse

Micha Jacobs

Ook al staat hij zaterdag niet aan de start van de Tour de France, toch denk ik aan Tom Dumoulin, en dan vooral aan dat verbaasde hoofd van hem toen ik vier jaar geleden een vergulde bierpul voor zijn neus zette met de mededeling dat ‘het de redactie van Panorama had behaagd’ om hem tot Panorama’s Echte Man van het Jaar 2017 uit te roepen. Onbetaalbaar zoiets.

Vier jaar geleden, Dumoulin had dat jaar als eerste Nederlandse wielrenner ooit de Giro d’Italia gewonnen ondanks dat hachelijke poepmoment in de berm, toog ik met pul en al naar een hotel in Deventer waar een persdag was van Dumoulins toenmalige wielerploeg Team Sunweb. Ik was de allerlaatste interviewer van de dag: voor mij waren onder andere wielerjournalisten uit Engeland, Duitsland en Italië, maar ook het Jeugdjournaal aan de beurt. Urenlang zat ik in de lobby te wachten, met onze vergulde bierpul in een plastic tas van de supermarkt.

Zo’n bierpul, je zou ’m maar mogen ontvangen. Het was zo’n glazen Oktoberfest-pul die wij online bestelden en door een autoschadeherstelbedrijf in Amsterdam goud lieten spuiten waarna we er een voetje onder plaatsten en aan de man uitreikten die in dat jaar iets uitzonderlijks had gepresteerd.

In 2017 dus aan Tom Dumoulin. Ik zie zijn ogen nog groeien toen ik eindelijk aan de beurt was en dat ding uit de plastic zak haalde. Gefeliciteerd, zei ik terwijl hij spontaan in de lach schoot en mij meteen bedankte voor de eer, zo professioneel was hij wel.

Ik vertelde hem dat hij niet de eerste wielrenner was die deze prijs in ontvangst mocht nemen. Zes jaar daarvoor, in 2011, was het Johnny Hoogerland die onze Man van het Jaar werd. Niet omdat hij zo hard kon fietsen, maar omdat hij tijdens een Touretappe een val in het prikkeldraad overleefde en nog de moed had om naar de finish te rijden. Ik sprak Johnny daar een paar jaar geleden nog over, tijdens de Binck Bank Tour. Ik vroeg hem vooral wat hij met onze prijs had gedaan. Die deed dienst als deurstopper en als paraplubak, zei hij lachend.

Tom Dumoulin won vorige week het NK Tijdrijden en gaat straks naar de Olympische Spelen om daar tijdritgoud te winnen, maar van Johnny Hoogerland, net als jij een rasechte Zeeuw met longen als een paard, hoor je tegenwoordig nog opvallend weinig. Of hoor jij andere geluiden uit het Zeeuwse?

Mario Wisse

Ooit stond ik met een biertje in Spa, omdat het Tourpeloton daar elk moment kon langskomen. Mijn doel was om Johnny Hoogerland zo fanatiek mogelijk aan te moedigen (wat dat soort dingen betreft blijf ik mijn hele leven een jaar of 10).

Al eens geprobeerd om iemand te vinden in een met 50 km/u voorbijkomend peloton? Zo goed als onmogelijk kan ik je vertellen. Ik dacht dan ook dat ik hem jammerlijk gemist had, tot ik hem ineens zag, helemaal achteraan. Niet aan het elastiek of ‘de rekker’, of omdat hij net terugkwam van een Dumoulintje. Nee, de Zeeuwse Leeuw reed een paar meter achter de laatste renner van het peloton, omdat hij na zijn crash in het prikkeldraad een jaar eerder bang was geworden om te vallen. De aanrijding door de auto, de smak en de 33 hechtingen waren dus al lang achter de rug, maar niet uit zijn hoofd.

Elke wielerfan herinnert zich nog zijn bebloede benen en de tranen op het podium toen hij de bolletjestrui – een knappe prestatie voor een jongen uit de vlakste provincie van het land –kreeg overhandigd. Na zijn val in Frankrijk viel hij nog een keer zwaar; een trainingsrit in Spanje eindigde op de intensive care.

Ook daarna vocht hij zich terug op de fiets, reed zelfs naar de Nederlandse titel op de weg, maar hij werd nooit meer zo goed als de Johnny van voor de crashes. Na een lange verzekeringsstrijd kwam er nog een schadevergoeding van de Franse televisie, die hem had aangereden in de Tour. Vijf jaar terug kneep hij definitief in de remmen.

Tenminste, dat dacht ik. Tot ik vorige week las dat Hoogerland was opgedoken in de GP Vorarlberg, een wedstrijd voor beloften in Oostenrijk. Uit het artikel blijkt dat Hoogerland na zijn carrière een hotel is begonnen in Karinthië, vervolgens twintig kilo aankwam, maar tijdens de lockdown zijn fiets weer uit de wilgen plukte om lekker in de buurt rond te gaan rijden. Dat ging dus zo lekker dat hij af en toe weer aan wedstrijdjes meedoet. Voor de liefhebbers: hij eindigde als 69ste, op eerbiedige afstand van winnaar Mick van Dijke, een nieuwe Zeeuwse topper aan het firmament.

Zowel Dumoulin als Hoogerland zijn dus bezig met een comeback. Oké, de een gaat voor Olympisch goud en de ander rijdt een koersje in zijn achtertuin, maar het zijn mannen van stavast en dus ook met terugwerkende kracht terechte winnaars van die verschrikkelijk lelijke bierpul.